Dhammacakkappavattana Sutta

Uit dharma-lotus.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Categorie indeling
Home
Boeddhisme
Soetra's
Soetra (boekdeel)
Soetra's
Inleiding: de Pali canon
Ãnãpãnasati-Sutta
Dhammacakkappavattana Sutta
Dvedhavitakka Sutta
Satipatthana Sutta
Kayagatasati Sutta
Vitakkasaṇṭhana Sutta
Dhamma wiel

Introductie

Sarnath, plaats waar deze soetra is ontstaan
Sarnath, plaats waar deze soetra is ontstaan

De Dhammacakkappavattana Sutta (Pali/Sanskriet: Dharmacakrapravartana Sūtra, SN 56:11) is een boeddhistische tekst die door boeddhisten wordt beschouwd als een verslag van de eerste leer van Gautama de Boeddha nadat hij de verlichting bereikte. Het hoofdonderwerp van deze sutta is de 4 edele waarheden die refereren aan de fundamentele oriëntatie van het Boeddhisme in een formule-uitdrukking. Deze sutta verwijst ook naar de boeddhistische concepten van de middenweg, vergankelijkheid en afhankelijke oorsprong.

Volgens de boeddhistische traditie is de Dhammacakkappavattana Sutta de eerste lering die de Boeddha gaf nadat hij de verlichting bereikte. Volgens de Boeddhistische traditie bereikte de Boeddha verlichting en bevrijding terwijl ze onder de Bodhi-boom mediteerde bij de Nerañjarā-rivier in Bodhgaya. Nadien bleef hij negenenveertig dagen stil. De Boeddha reisde vervolgens van Bodhgaya naar Sarnath, een klein stadje in de buurt van de heilige stad Varanasi in centraal India. Daar ontmoette hij zijn vijf vroegere metgezellen, de asceten met wie hij zes jaar ontbering had gedeeld. Zijn vroegere metgezellen waren aanvankelijk sceptisch over de leer van Boeddha, denkende dat hij zijn zoektocht naar de waarheid had opgegeven toen hij afstand deed van hun ascetische wegen. Maar toen hij de uitstraling van de Boeddha zag, vroegen ze hem om te leren wat hij had geleerd. Daarop gaf de Boeddha de lering die later werd opgenomen als de Dhammacakkappavattana Sutta, die fundamentele concepten introduceert van het boeddhistische denken, zoals de middenweg en de 4 edele waarheden. Deze vertaling is gemaakt door Dhammajoti.

Het in Beweging Zetten van het Dhamma–Wiel

De Gezegende verbleef eens in het Hertenpark van Isipatana, nabij Bārāṇasī. En daar sprak de Gezegende de groep van vijf monniken als volgt toe:

De twee extremen en de Middenweg

"Monniken, deze twee extremen dient een thuisloze niet te praktizeren. Welke twee? Er is het nastreven van geluk in zintuiglijk genot, hetgeen laag, vulgair, ordinair en onedel is en niet tot welzijn leidt; en er is het nastreven van zelfpijniging, hetgeen pijnlijk en onedel is en niet tot welzijn leidt. De Volledig Verlichtte is, deze beide extremen vermijdend, ontwaakt aan de Middenweg die visie en kennis oplevert, en tot kalmte, directe kennis, ontwaking en Nibbāna leidt.

"En wat is die Middenweg die visie en kennis oplevert, en tot kalmte, directe kennis, ontwaking en Nibbāna leidt? Het is dit 8-voudige pad, namelijk:

  1. juiste visie
  2. juist voornemen
  3. juiste spraak
  4. juist handelen
  5. juist levensonderhoud
  6. juiste inspanning
  7. juiste aandacht
  8. juiste concentratie

Dat, monniken, is de Middenweg die visie en kennis oplevert, en tot kalmte, directe kennis, ontwaking en Nibbāna leidt.

De Edele Waarheden

"Dit, monniken, is de Edele Waarheid over het lijden: geboorte is lijden, ouderdom is lijden, ziekte is lijden, dood is lijden, verdriet, treuren, pijn, droefheid en ellende zijn lijden, vereniging met het ongeliefde is lijden, scheiding van het geliefde is lijden, niet krijgen wat men wilt is lijden. In het kort: de vijf groepen waar men aan hecht zijn lijden.

"En dit, monniken, is de Edele Waarheid over de oorsprong van het lijden: het is het verlangen welk tot verder bestaan leidt, verbonden is met plezier en lust, en hier en daar naar genot zoekt. In het kort: verlangen naar genot, verlangen naar bestaan, en verlangen naar niet–bestaan.

"En dit, monniken, is de Edele Waarheid over het einde van het lijden: het is het complete verdwijnen en ophouden van verlangen; het verlaten, opgeven, afstand doen en bevrijd zijn van verlangen.

"En dit, monniken, is de Edele Waarheid over de weg naar het einde van het lijden: het is dit Edele Achtvoudige Pad, namelijk: [1] juiste visie, [2] juist voornemen, [3] juiste spraak, [4] juist handelen, [5] juist levensonderhoud, [6] juiste inspanning, [7] juiste aandacht en [8] juiste concentratie.

Drie rotaties en twaalf toestanden

"Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, monniken, verscheen visie, verscheen kennis, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij: 'Dit is de Edele Waarheid over lijden'.

"Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, monniken, verscheen visie, verscheen kennis, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij: 'Dit lijden, een Edele Waarheid, dient volledig begrepen te worden'.

"Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, monniken, verscheen visie, verscheen kennis, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij: 'Dit lijden, een Edele Waarheid, is volledig begrepen'.

"Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, monniken, verscheen visie, verscheen kennis, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij: 'Dit is de Edele Waarheid over de oorsprong van het lijden'.

"Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, monniken, verscheen visie, verscheen kennis, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij: 'Deze oorsprong van het lijden, een Edele Waarheid, dient verlaten te worden'.

"Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, monniken, verscheen visie, verscheen kennis, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij: 'Deze oorsprong van het lijden, een Edele Waarheid, is verlaten'.

"Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, monniken, verscheen visie, verscheen kennis, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij: 'Dit is de Edele Waarheid over het einde van het lijden'.

"Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, monniken, verscheen visie, verscheen kennis, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij: 'Dit einde van het lijden, een Edele Waarheid, dient men te verwerkelijken'.

"Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, monniken, verscheen visie, verscheen kennis, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij: 'Dit einde van het lijden, een Edele Waarheid, is verwerkelijkt'.

"Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, monniken, verscheen visie, verscheen kennis, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij: 'Dit is de Edele Waarheid over de weg naar het einde van het lijden'.

"Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, monniken, verscheen visie, verscheen kennis, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij: 'De weg naar het einde van het lijden, een Edele Waarheid, dient men te ontwikkelen'.

"Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, monniken, verscheen visie, verscheen kennis, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij: 'De weg naar het einde van het lijden, een Edele Waarheid, is ontwikkeld'.

Persoonlijke kennis van de Boeddha

"Monniken: zolang mijn kennis en visie over deze Vier Edele Waarheden zoals ze werkelijk zijn — met hun drie rotaties en twaalf toestanden — nog niet grondig helder was, beweerde ik niet dat ik de Hoogste Ontwaking behaald had: de correcte Volledige Ontwaking die onovertroffen is in deze wereld met haar goden, haar Māras en Brahmās, met haar generatie van monniken en priesters, met haar koningen en onderdanen.

"Maar sinds mijn kennis en visie over deze Vier Edele Waarheden zoals ze werkelijk zijn — met hun drie rotaties en twaalf toestanden — grondig helder werd, beweer ik wel dat ik de Hoogste Ontwaking behaald heb: de correcte Volledige Ontwaking die onovertroffen is in deze wereld met haar goden, haar Māras en Brahmās, met haar generatie van monniken en priesters, met haar koningen en onderdanen.

"Kennis en visie verscheen in mij: 'mijn bevrijding van geest is onwrikbaar; dit is de laatste geboorte; nu is er geen verdere toestand van bestaan.'"

Het Dhamma–Wiel in beweging

Zo sprak de Gezegende. En de monniken van de groep van vijf waren tevreden en verheugd met de woorden van de Gezegende. En terwijl deze expositie gegeven werd, verscheen in de Eerwaarde Koṇḍañña de stofvrije en smetteloze Visie van de Dhamma: 'Al hetgeen wat onderhevig is aan ontstaan, is onderhevig aan ondergang.'

En toen het Dhamma–Wiel door de Gezegende in beweging gezet was, uitten de aardgeesten de volgende kreet: "In het Hertenpark van Isipatana, nabij Bārāṇasī, heeft de Gezegende het onovertroffen Dhamma–Wiel in beweging gezet, wat door geen enkele monnik, priester, god, Māra, Brahmā, of door wie dan ook gestopt kan worden!"

En de Goden van de Vier Grote Koningen hoorden die kreet van de aardgeesten, en zij uitten de volgende kreet: "In het Hertenpark van Isipatana, nabij Bārāṇasī, heeft de Gezegende het onovertroffen Dhamma–Wiel in beweging gezet, wat door geen enkele monnik, priester, god, Māra, Brahmā, of door wie dan ook gestopt kan worden!"

En op deze manier hoorden ook achtereenvolgens de Tāvatiṃsā goden, de Yāmā goden, de Tusitā goden, de Nimmānaratī goden, en de Paranimmitavasavattī goden deze kreet, en zij herhaalden die kreet na haar te horen.

En de Brahmā goden hoorden die kreet van de Paranimmitavasavattī goden, en zij uitten de volgende kreet: "In het Hertenpark van Isipatana, nabij Bārāṇasī, heeft de Gezegende het onovertroffen Dhamma–Wiel in beweging gezet, wat door geen enkele monnik, priester, god, Māra, Brahmā, of door wie dan ook gestopt kan worden!"

En dus op dat moment, op dat ogenblik, ging die kreet omhoog tot aan de Brahmā werelden. En het tienduizendvoudige wereldsysteem schokte en trilde en beefde, en een prachtig en onbegrensd licht verscheen in de wereld, wat de grootsheid der goden overtrof.

En toen uitte de Gezegende deze geïnspireerde uiting: "Waarlijk: Koṇḍañña weet het, vrienden! Waarlijk: Koṇḍañña weet het, vrienden!" En zo verkreeg de Eerwaarde Koṇḍañña de naam 'Koṇḍañña De Weter'.