In de voetsporen v/d Boeddha en Satipatthana Sutta: verschil tussen pagina's

Uit dharma-lotus.nl
(Verschil tussen pagina's)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
 
 
Regel 1: Regel 1:
{{In de voetsporen v/d Boeddha}}
{{soetra's}}
[[Bestand:In-de-voetsporen-vd-boeddha.jpg|thumb|350px|de route zoals we die nemen tijdens deze reis]]
==Introductie==
Wie was [[Gautama de Boeddha]], hoe ontdekte hij de [[verlichting]], wat was zijn [[dharma|visie]] en waar heeft hij geleefd?


Deze vragen zijn het beste te beantwoorden door de belangrijkste plaatsen in zijn leven te bezoeken. De authentieke positionering is bewaard gebleven en vele boeddhistische landen hebben er prachtige kloosters en tempels gebouwd. [[Monnik|Monniken]], nonnen, novicen en pelgrims uit alle [[boeddhisme|boeddhistische]] windstreken gaan hierheen voor hun [[puja's]], [[meditatie|meditaties]], rituelen, oefeningen en onderwijs. Elk jaar maken wij deze pelgrimage en je bent van harte uitgenodigd met ons mee te gaan.
De Satipatṭhāna Sutta (MN 10: De rede over het vestigen van aandacht) en de vervolgens gecreëerde Mahāsatipatṭhāna Sutta (DN 22: De grote lezing over de ontdekking van [[Mindfulness]])), zijn twee van de meest gevierde en breed bestudeerde discoursen in de [[pali canon]] van het [[Theravada]] Boeddhisme, die fungeert als de basis voor [[vipassana]] meditatiepraktijken uit de hedendaagse tijd. Deze sutta 's (discoursen) benadrukken de beoefening van sati (opmerkzaamheid) "voor de zuivering van wezens, voor het overwinnen van verdriet en geweeklaag, voor het uitdoven van lijden en verdriet, voor het wandelen op het pad van de waarheid, voor de realisatie van [[verlichting]]. Deze vertaling is gemaakt door Dhammajoti.


==De reis==
===De Dharma-Lotus visie===


De reis wordt georganiseerd, gecoördineerd en begeleidt vanuit [[Dharma-Lotus]], er zit dus geen touroperator tussen. In een kleine groep (maximaal 8 personen, inclusief begeleiding) zullen we deels met openbaar vervoer (trein, bus en vliegtuig) en deels met een taxibus de plaatsen langsgaan die toonaangevend zijn geweest in [[Gautama de Boeddha|Boeddha's]] leven. Tijdens de reis zullen we overnachten in guesthouses, bij mensen thuis en in enkele Boeddhistische kloosters.  
De Satipatṭhāna Sutta is de basis en de reden waarom wij bij [[Dharma-Lotus]] doen wat we doen en waarom we het doen. Waarom geven wij [https://www.ekayano.nl/tantra-cursus Tantra cursussen] ? De Satipatṭhāna Sutta geeft daar heel goed antwoord op. Waarom geven wij meerdaagse activiteiten zoals de [https://www.ekayano.nl/11-daagse-vipassana-retraite 11-daagse Vipassana retraite] ? De Satipatṭhāna Sutta geeft daar heel goed antwoord op.


De reis wordt geen droge opsomming van wetenswaardigheden begeleidt door een gids met paraplu ("follow me please and hurry up, we have to catch the next spot"). Voor velen zal het de eerste keer zijn dat ze in India en Nepal rondlopen en er zal genoeg ruimte zijn om deze indruk op je in te laten werken. Vrijheid om je eigen weg te gaan als we een plaats bezoeken of met Ivar/Monique mee te gaan.
Alles begint en eindigt voor ons bij deze sutta. Dit laten wij zien [[Dharma-Lotus missie|in deze bewerking van de Satipatṭhāna Sutta]] met onze visie erbij geschreven.


Een rondreis door zoals deze wordt door meerdere reis organisaties aangeboden. Waarin verschillen wij:
==Begin==


* deze reis is een stuk goedkoper
1. Aldus heb ik gehoord. De Gezegende verbleef eens in het marktstadje genaamd Kammāsadhamma, in het Land van de Kurus. En daar sprak de Gezegende de monniken als volgt toe: "Monniken!"
* we reizen in een kleine groep van max. 8 deelnemers
* 2 reisbegeleiders met veel ervaring van het gebied en het boeddhisme
* de reisbegeleiders zijn continu aanspreekbaar en actief, van 06:00 - 22:00 uur
* dagelijks lezingen en veel uitleg en meditaties
* volledig dagprogramma waar je vrijwillig aan mee doet
* ga je alleen iets doen kan je alle tips, kaarten, boekjes vragen
* veel inbreng mogelijk, het dagprogramma ligt niet vast
* lokaal vervoer dus veel contact met de lokale bevolking
* slapen in Bed-and-Breafasts, in een klooster en kleine guesthousjes ipv grote (saaie) hotels


Belangrijk te beseffen is dat deze reis een boeddhistische pelgrimage is en geen (spirituele) vakantie. Het belangrijkste thema ben jezelf en de reis geeft je de mogelijkheid dit 'zelf' een grondig te onderzoeken vanuit de boeddhistische visie. We blijven lang op 1 plaats, doen veel aan meditatie en contemplatie, en zorgen voor zo weinig mogelijk afleiding door andere thema's erbij te betrekken. We maken lange dagen en komen in een streek in India waar weinig toeristen komen en waar faciliteiten eenvoudig zijn. Iedereen kan deze reis aan en speciale voorbereiding is niet nodig, maar eenvoud volgens de Indiase standaard is wat we gaan tegenkomen.  
"Eerwaarde," antwoordden de monniken. De Gezegende zei dit: <106>


De reis zal niet alleen 'fysiek' zijn, de reis zelf is de vorm maar uiteindelijk een uitnodiging om de inhoud te raken. Die inhoud zal de [[Dharma]] zelf zijn, de leringen van Gautama de Boeddha welk we aanbieden in de vorm van het 8-voudige pad. Dit zijn geen 8 geboden, wetten of voorschriften maar uitnodigingen om bij jezelf te rade te gaan hoe zuiver jij staat in een bepaald aspect. Overzie je al deze 8 aspecten dan overzie je jezelf en daarmee dus de inhoud; hoe zuiver sta jij in het leven. Om die vraag überhaupt te kunnen beantwoorden ontkom je niet aan een andere vraag: wie ben ik?
2. "Monniken, dit is het directe pad voor de zuivering van wezens, voor het te boven komen van verdriet en treuren, voor het verdwijnen van pijn en droefheid, voor het verkrijgen van de juiste wijze, voor het verwerkelijken van Nibbāna, namelijk: de vier vestigingen van aandacht.


==De route==
3. "Welke vier? Hier beschouwt een monnik in het lichaam het lichaam, en leeft aldus ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd. Hij beschouwt in gevoelens gevoelens, en leeft aldus ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd. Hij beschouwt in de geest de geest, en leeft aldus ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd. Hij beschouwt in mentale objecten mentale objecten, en leeft aldus ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd. <107>
We vertrekken vanaf vliegveld Schiphol naar Delhi en maken een doorvlucht naar [[Varanasi]]. Onderstaande informatie is zoals we het voorgaande jaren hebben gedaan.


===Varanasi (India)===
==Beschouwing van het Lichaam==
"Eerst Varanasi zien en dan sterven", veel Hindoes nemen dit letterlijk want de Ganges spoelt al je negatief [[karma]] weg en 'zijn' in Varanasi zorgt dat je geen negatief karma aanmaakt. De dood staat dan ook centraal in deze plaats inclusief crematieplaatsen en wasrituelen aan het water. Nergens ter wereld wordt de vergankelijkheid van het leven zo tentoon gespreid als hier.


→ we verblijven 3 dagen in [[Varanasi]] en overnachten in het kleurrijke Ganpati guesthouse. Deze is aan de rivier gelegen en heeft een dakterras met eigen keuken en een geweldig uitzicht.
4. "En hoe, monniken, leeft een monnik, in het lichaam het lichaam beschouwend?(1)


===Sarnath (India)===
===I — Aandachtig Ademhalen===
[[Sarnath]] ligt op een uur rijden van Varanasi en is het vroegere hertenpark waar Gautama Boeddha voor het eerst de Dharma onderwees. Hier is de [[Sangha]] (de boeddhistische gemeenschap van monniken) ontstaan.


→ we verblijven 3 dagen in [[Sarnath]] bij de familie van Dr. jain en hebben uitzicht op het park en de grote tempel.  
"Hier, monniken, is een monnik naar een bos, de voet van een boom of een lege hut gegaan. Hij gaat zitten met zijn benen over elkaar, zet zijn bovenlichaam recht overeind, en heeft zijn aandacht voor zich gevestigd. En hij ademt aandachtig in, en ademt aandachtig uit.


===Bodhgaya (India)===
"Wanneer hij lang inademt, weet hij: 'Ik adem lang in.' Wanneer hij lang uitademt, weet hij: 'Ik adem lang uit.' Wanneer hij kort inademt, weet hij: 'Ik adem kort in.' Wanneer hij kort uitademt, weet hij: 'Ik adem kort uit.' Hij traint [zichzelf]: 'Het gehele lichaam ervarend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Het gehele lichaam ervarend, zal ik uitademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik uitademen.'
Vervolgens gaan we naar [[Bodhgaya]] per bus, hier zullen we 2 á 3 dagen blijven. Bodhgaya is de plaats waar de Boeddha in 518 v. Chr. zijn verlichting heeft bereikt en is derhalve één de vier voornaamste plaatsen van pelgrimage in het boeddhisme. Vooral in januari is de lokale pelgrimage op zijn hoogtepunt en zijn er veel ceremonies.
Veel landen en boeddhistische stromingen hebben hier een tempel of kloostercomplex in de stijl van het thuisland gebouwd waaronder die van Bhutan, China, Japan, Myanmar, Nepal, Sikkim, Sri Lanka, Thailand, Tibet en Vietnam. Sinds 2002 staat het op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. We maken enkele rondritten naar plaatsen waar de Boeddha als asceet leefde.


→ we verblijven 4 dagen in Bodhgaya in het Root institute. Dit is een boeddhistisch klooster bestemd voor pelgrims uit niet-boeddhistische landen.
"Monniken, het is te vergelijken met een vaardige bediener van een draaibank of zijn leerling, die wanneer hij een lange draai geeft, weet: 'Ik geef een lange draai,' en wanneer hij een korte draai geeft, weet: 'Ik geef een korte draai.'


===Gierenpiek en Nalanda (India)===
Zo ook, monniken, wanneer een monnik lang inademt, weet hij: 'Ik adem lang in.' Wanneer hij lang uitademt, weet hij: 'Ik adem lang uit.' Wanneer hij kort inademt, weet hij: 'Ik adem kort in.' Wanneer hij kort uitademt, weet hij: 'Ik adem kort uit.' Hij traint [zichzelf]: 'Het gehele lichaam ervarend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Het gehele lichaam ervarend, zal ik uitademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik uitademen.'
We strijken neer in [[Rajgir]], deep-down India, het echte India ver van het toerisme. In dit rurale gebied staat de plaats (Gierenpiek) waar de Boeddha enkele van zijn belangrijkste lezingen heeft gegeven, waar het Zen boeddhisme is ontstaan en waar hij een moordaanslag heeft overleefd. Buiten dat was het één van de lievelingsplaatsen van de Boeddha.
Nalanda is de allereerste universiteit ooit met op zijn hoogtijdagen 10.000 monniken. Er is nog veel over van dit immense complex.


→ we verblijven 3 dagen in [[Rajgir]] en verblijven in eenvoudig en kleurrijk hotelletje in het centrum van het stadje.
5. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend.(2) <108>


===Kushinagar (India)===
===II — De Vier Lichaamshoudingen===
De volgende stop voor 2 á 3 dagen is [[Kushinagar]]. Dit was in zeer vroegere tijden het voornaamste centrum van het Malla koninkrijk in het antiek India. Het is tevens de plaats waar de Boeddha in 483 v. Chr. overleed. De precieze locatie is nabij de Hiranyavati rivier. Gautama Boeddha werd hier ook gecremeerd, en zijn relikwieën werden verdeeld tussen 8 verschillende koninkrijken, en verspreidden zich zo vanuit Kushinagara over de rest van India.


→ we verblijven 2 dagen in [[Kushinagar]]. Hier verblijven we in een pelgrimage-huis.
6. "En verder, monniken, als een monnik loopt, weet hij: 'Ik loop.' Als hij staat, weet hij: 'Ik sta.' Als hij zit, weet hij: 'Ik zit.' Als hij ligt, weet hij: 'Ik lig.' Wat voor houding zijn lichaam dan ook aanneemt, hij is zich daarvan bewust.


===Lumbini (Nepal)===
7. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend. <109>
We verlaten India en komen in[[ Lumbini]] (ook wel Rupendehi genaamd) aan in het zuiden van Nepal. Het is de geboorteplaats van Gautama Boeddha en staat sinds 1997 staat het op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Doordat het een zo belangrijke bedevaartsoord is voor boeddhisten wereldwijd, zijn er veel verschillende boeddhistische elementen uit verschillende stromingen te vinden. In het gebied staan een Chinees boeddhistische tempel, een Birmese pagode en bij de bodhiboom hangen Tibetaanse gebedsvlaggen en Koreaans boeddhistische lampionnen. De boeddhistische tempels van de hoofdstromingen in het boeddhisme zijn hier te vinden.


→ we verblijven 4 dagen in [[Lumbini]] en hier verblijven we bij Jupiter in een traditioneel Nepalees herenhuis.
===III — Volledig Oplettend Handelen===


===Pokhara (Nepal)===
8. "En verder, monniken, handelt een monnik volledig oplettend wanneer hij vooruit gaat of terugkeert. En al voor zich en naast zich kijkend handelt hij volledig oplettend. Zijn ledematen buigend en strekkend handelt hij volledig oplettend. Zijn overkleed, schaal en bovenkleed dragend handelt hij volledig oplettend. Etend, drinkend, kauwend en proevend handelt hij volledig oplettend. Poepend en plassend handelt hij volledig oplettend. Lopend, staand, zittend, slapend, wakker, sprekend of stil zijnd, handelt hij volledig oplettend.
Als we in Lumbini zijn zitten we hemelsbreed nog geen 100 kilometer van het grootste bergmassief van de Himalaya; de Annapurna. Daarom maken we aan het einde van de pelgrimage nog een klein uitstapje naar dit geweldig mooie dorp aan de voet van de Annapurna. We maken een dagtocht met als eindpunt een geweldig mooi uitzicht op dit bergmassief. Ook maken we een dagtocht door de oerbossen van Nepal waarbij we ook een tempel bovenop een berg gaan bezoeken.  


→ we verblijven 5 dagen in [[Pokhara]] in een wat luxer hotel.
9. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend. <110>


===Kathmandu===
===IV — Lichaamsdelen===
Een geweldige autorit van Pokhara naar [[Kathmandu]] brengt ons op de laatste standplaats. Niet verkeerd wat hoewel de stad druk is, is het tegelijk een openluchtmuseum. Het is heerlijk hier te chillen, de markten af te lopen en de laatste inkopen te doen.


→ we verblijven 1 dag in [[Kathmandu]] in een wat luxer hotel.
10. "En verder, monniken, beziet een monnik dit lichaam vanaf de voetzolen naar boven, en vanaf het hoofdhaar naar beneden, omgrensd door de huid en gevuld met vele soorten vuiligheid, op de volgende manier: 'Dit lichaam bestaat uit hoofdhaar, lichaamshaar, nagels, tanden, huid, vlees, pezen, botten, beenmerg, nieren, hart, lever, borstvlies, milt, longen, darmen, darmvlies, onverteerd voedsel, poep, gal, slijm, pus, bloed, zweet, vet, tranen, huidsmeer, speeksel, snot, gewrichtsolie en urine.'


==Organisatorisch==
"Monniken, het is te vergelijken met een zak met openingen aan beide uiteinden, en gevuld met vele soorten granen: bruine rijst, rode rijst, bonen, erwten, sesamzaad en witte rijst. En dan zou een man met goed zicht die zak openmaken en het als volgt beschouwen: 'Dit is bruine rijst, dit is rode rijst, dit zijn bonen, dit zijn erwten, dit is sesamzaad, dit is witte rijst.'


Een reis door India en Nepal is iets anders dan 'op de camping in Frankrijk'. Het is geen moeilijk land, maar we moeten we de nodige maatregelen nemen, wij helpen je daarbij.
"Zo ook, monniken, beziet een monnik dit lichaam vanaf de voetzolen naar boven, en vanaf het hoofdhaar naar beneden, omgrensd door de huid en gevuld met vele soorten vuiligheid, op de volgende manier: 'Dit lichaam bestaat uit hoofdhaar, lichaamshaar, nagels, tanden, huid, vlees, pezen, botten, beenmerg, nieren, hart, lever, borstvlies, milt, longen, darmen, darmvlies, onverteerd voedsel, poep, gal, slijm, pus, bloed, zweet, vet, tranen, huidsmeer, speeksel, snot, gewrichtsolie en urine.'


===gezondheid===
11. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend. <111>
V — De Elementen
12. "En verder, monniken, beschouwt een monnik dit lichaam, in welke positie of houding het dan ook verkeert, als bestaand uit elementen: 'In dit lichaam zijn er het aarde–element, het water–element, het hitte–element en het lucht–element.'


Gezondheid is erg belangrijk en vraag zorg vooraf en tijdens de reis. Sri-Lanka is voor zuid-oost Aziatische begrippen een rijk en geciviliseerd land maar enige voorzorgsmaatregelen menen is niet verkeerd.
"Monniken, het is te vergelijken met een vaardig slachter of zijn leerling die een koe geslacht zou hebben en aan een kruising van vier hoofdwegen gezeten zou zijn, met die koe in stukken gesneden.
Ivar heeft zowel in India als in Nepal gewoond en heeft veel in Azië gereisd. Hij zal tips geven en betrouwbare restaurants uitzoeken. Afhankelijk waar je reeds op reis bent geweest adviseert de [http://www.ggdreisvaccinaties.nl/land/sri-lanka GGD de volgende inentingen]:


====voor de reis begint====
"Zo ook, monniken, beschouwt een monnik dit lichaam, in welke positie of houding het dan ook verkeert, als bestaand uit elementen: 'In dit lichaam zijn er het aarde–element, het water–element, het hitte–element en het lucht–element.'
* DKTP (Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Polio) inenting
* Buiktyfus inenting
* Hepatitis A


We zitten deels in een malariagebied. Malariatabletten wordt door de GGD aangeraden. Dengue en filariasis is ook aanwezig maar kan voorkomen worden met Deet (50% van Care Plus, te koop bij de apotheek), lange kleding en een klamboe of spray.
13. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend. <112>


====tijdens de reis====
VI — De Negen Beschouwingen op het Crematieterrein
Weet dat de meeste reizigers nergens last van hebben tijdens hun reis, zolang je maar enkele gezondheidsregels in acht neemt.  
14. "En verder, monniken, alsof een monnik een lichaam zou zien dat op een crematieterrein achtergelaten is en reeds een, twee of drie dagen dood is, opgezwollen, paarsblauw, en etter afscheidend — hij vergelijkt zijn eigen lichaam daarmee: 'Dit lichaam is van diezelfde aard; dit lichaam zal ook zo zijn; dit lichaam kan daar niet aan ontkomen.'


* drink geen kraanwater. Ook ijsklontjes, waterijsjes, tafelwater in restaurants en gewassen sla dien je te laten staan
15. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend.
* ga geen honden of katten aanhalen en probeer geen apen te voeren
* neem een eigen kussensloop mee, lakenzak is handig
* ga daar eten waar het druk is, niet daar waar het chique (westers) eruit ziet.
* drink veel (gekochte en gesloten flessen), zeker 4 liter op een dag
* drink elke dag een coca-cola (dit vernietigd veel bacteriën in je maag-/darmkanaal
* neem dagelijk 1 orhtiflor probioticum
* neem dagelijks 1 druppel tea-tree
* denk logisch na


De grootste ziekmaker is onze angst. Ga niet krampachtig om met alles, geniet van de reis, geniet van de keuken en met een beetje logisch nadenken kom je een heel eind.
16. "En verder, monniken, alsof een monnik een lichaam zou zien dat op een crematieterrein achtergelaten is, en aangevreten wordt door kraaien, haviken, gieren, honden, jakhalzen of andere soorten wezens — hij vergelijkt zijn eigen lichaam daarmee: 'Dit lichaam is van diezelfde aard; dit lichaam zal ook zo zijn; dit lichaam kan daar niet aan ontkomen.'


===voeding===
17. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend.


De maaltijden zitten niet bij de reissom inbegrepen omdat de groep niet continue bij elkaar is (er is redelijk wat vrijheid in het programma). Het zal dus voorkomen dat we niet met de gehele groep eten. Daarnaast zal de ene het leuk vinden in een lokaal restaurantje te eten en iemand anders kiest liever een toeristenrestaurant en de volgende haalt wat fruit op de markt.  
18–22. "En verder, monniken, alsof een monnik een lichaam zou zien dat op een crematieterrein achtergelaten is: een skelet met vlees en bloed, door pezen bij elkaar gehouden... een skelet zonder vlees en besmeerd met bloed, door pezen bij elkaar gehouden... een skelet zonder vlees en bloed, door pezen bij elkaar gehouden... — hij vergelijkt zijn eigen lichaam daarmee: 'Dit lichaam is van diezelfde aard; dit lichaam zal ook zo zijn; dit lichaam kan daar niet aan ontkomen.'
Zodoende kan je al voor 5 euro 3 maaltijden inclusief drinken bestellen op een dag, een ander doet het voor 20 euro.  
Het is wel zo dat Ivar altijd tips zal geven en je kunt altijd met hem meegaan naar een betrouwbare plek om te eten. Je mag mee, het hoeft niet.


===de prijs===
23. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend.


De prijs ligt op 2.400 euro voor 30 dagen (als studiereis tot 700 euro retour van de belasting), dit is dan:
24. "En verder, monniken, alsof een monnik een lichaam zou zien dat op een crematieterrein achtergelaten is: botten die niet bij elkaar gehouden worden, in alle richtingen verspreid — hier een handbotje, daar een voetbotje, hier een enkelbotje, daar een scheenbeen, hier een dijbeen, daar een heupbeen, hier een rib, daar een ruggenwervel, hier een borstbeen, daar een schouderblad, hier een halswervel, daar een kaakbeen, hier een tandbeen, daar de schedel — hij vergelijkt zijn eigen lichaam daarmee: 'Dit lichaam is van diezelfde aard; dit lichaam zal ook zo zijn; dit lichaam kan daar niet aan ontkomen.'


====inclusief====
25. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend.
* vlucht en vervoer ter plaatsen
* overnachtingen in guesthouses en pensions (2 of 3 personen/kamer)
* programma, gids en vraagbaak
* de nodige hulp vooraf (aanschaf visa, etc...)


====exclusief====
26–30. "En verder, monniken, alsof een monnik een lichaam zou zien dat op een crematieterrein achtergelaten is, gebleekte botten die de kleur van schelpen hebben... opgehoopte botten, een jaar of drie of vier oud... verrotte botten, tot poeder vergaan — hij vergelijkt zijn eigen lichaam daarmee: 'Dit lichaam is van diezelfde aard; dit lichaam zal ook zo zijn; dit lichaam kan daar niet aan ontkomen.'
* visa's (50 euro)
* vervoer van en naar luchthaven
* reis- en ongevallenverzekering (+ 1 euro per dag, zie je ziektekostenpolis)
* inentingen (zie je ziektekostenpolis, doorgaans wordt dit grotendeels vergoedt)
* voeding (+ 4 euro p/d)
* persoonlijke aankopen


==Enkele gegevens op een rijtje==
31 "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend. <113>


* de reis heet "In de Voetsporen v/d Boeddha"
==Beschouwing van Gevoelens==
* de reis is van 03 januari t/m 03 februari 2024
* de groepsgrootte is maximaal 8 personen + 2 begeleiders
* de prijs is 2.800 euro (700 euro retour v/d belasting)
* kijk hier voor de [https://www.facebook.com/voetsporenvdBoeddha/ speciale facebook pagina] te vinden met alle laatste informatie
* [https://www.dharma-reizen.nl/inschrijfformulier schrijf je hier in]


32. "En hoe, monniken, leeft een monnik, in gevoelens gevoelens beschouwend?


"Hier, monniken, wanneer een monnik een aangenaam gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een aangenaam gevoel.' Wanneer hij een pijnlijk gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een pijnlijk gevoel.' Wanneer hij een niet–aangenaam–noch–pijnlijk gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een niet–aangenaam–noch–pijnlijk gevoel.' Wanneer hij een aangenaam lichamelijk gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een aangenaam lichamelijk gevoel.' Wanneer hij een aangenaam spiritueel gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een aangenaam spiritueel gevoel.' Wanneer hij een pijnlijk lichamelijk gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een pijnlijk lichamelijk gevoel.' Wanneer hij een pijnlijk spiritueel gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een pijnlijk spiritueel gevoel.' Wanneer hij een niet–aangenaam–noch–pijnlijk lichamelijk gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een niet–aangenaam–noch–pijnlijk lichamelijk gevoel.' Wanneer hij een niet–aangenaam–noch–pijnlijk spiritueel gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een niet–aangenaam–noch–pijnlijk spiritueel gevoel.'


[[Categorie:In de Voetsporen v/d Boeddha]]
33 "En zo leeft hij inwendig in gevoelens gevoelens beschouwend, of uitwendig in gevoelens gevoelens beschouwend, of inwendig én uitwendig in gevoelens gevoelens beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in gevoelens beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in gevoelens beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in gevoelens beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is gevoel,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in gevoelens gevoelens beschouwend. <114>
 
==Beschouwing van de Geest==
 
34. "En hoe, monniken, leeft een monnik, in de geest de geest beschouwend?
 
"Hier, monniken, wanneer de geest verlangend is, weet een monnik: 'De geest is verlangend'. Wanneer de geest niet verlangend is, weet hij: 'De geest is niet verlangend'. Wanneer de geest kwaad is, weet hij: 'De geest is kwaad'. Wanneer de geest niet kwaad is, weet hij: 'De geest is niet kwaad'. Wanneer de geest onder invloed van waanideeën is, weet hij: 'De geest is onder invloed van waanideeën'. Wanneer de geest niet onder invloed van waanideeën is, weet hij: 'De geest is niet onder invloed van waanideeën'.
 
Wanneer de geest beperkt is, weet hij: 'De geest is beperkt'. Wanneer de geest verstrooid is, weet hij: 'De geest is verstrooid'.(3) Wanneer de geest verheven is, weet hij: 'De geest is verheven'. Wanneer de geest inferieur is, weet hij: 'De geest is inferieur'. Wanneer de geest overtroffen is, weet hij: 'De geest is overtroffen'. Wanneer de geest onovertroffen is, weet hij: 'De geest is onovertroffen'. Wanneer de geest geconcentreerd is, weet hij: 'De geest is geconcentreerd'. Wanneer de geest ongeconcentreerd is, weet hij: 'De geest is ongeconcentreerd'. Wanneer de geest bevrijd is, weet hij: 'De geest is bevrijd'. Wanneer de geest onbevrijd is, weet hij: 'De geest is onbevrijd'.
 
35. "En zo leeft hij inwendig in de geest de geest beschouwend, of uitwendig in de geest de geest beschouwend, of inwendig én uitwendig in de geest de geest beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in de geest beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in de geest beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in de geest beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is [de] geest,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in de geest de geest beschouwend. <115>
 
==Beschouwing van Mentale Objecten==
 
36. "En hoe, monniken, leeft een monnik, in mentale objecten mentale objecten beschouwend?(4)
 
===De Vijf Hindernissen===
 
"Hier, monniken, leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de vijf hindernissen. En hoe leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de vijf hindernissen?
 
"Hier, monniken, wanneer sensueel verlangen in hem aanwezig is, weet een monnik: 'Sensueel verlangen is aanwezig in mij'. Wanneer sensueel verlangen niet in hem aanwezig is, weet een monnik: 'Sensueel verlangen is niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe nog niet ontstane sensueel verlangen tot ontstaan komt, en hij weet hoe ontstane sensueel verlangen verlaten wordt, en hij weet hoe verlaten sensueel verlangen niet tot toekomstig ontstaan komt.
 
"Wanneer kwade wil in hem aanwezig is, weet hij: 'Kwade wil is aanwezig in mij'. Wanneer kwade wil niet in hem aanwezig is, weet hij: 'Kwade wil is niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe nog niet ontstane kwade wil tot ontstaan komt, en hij weet hoe ontstane kwade wil verlaten wordt, en hij weet hoe verlaten kwade wil niet tot toekomstig ontstaan komt.
 
"Wanneer luiheid en slaperigheid in hem aanwezig zijn, weet hij: 'Luiheid en slaperigheid zijn aanwezig in mij'. Wanneer luiheid en slaperigheid niet in hem aanwezig zijn, weet hij: 'Luiheid en slaperigheid zijn niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe nog niet ontstane luiheid en slaperigheid tot ontstaan komen, en hij weet hoe ontstane luiheid en slaperigheid verlaten worden, en hij weet hoe verlaten luiheid en slaperigheid niet tot toekomstig ontstaan komen.
 
"Wanneer ongerustheid en agitatie in hem aanwezig zijn, weet hij: 'Ongerustheid en agitatie zijn aanwezig in mij'. Wanneer ongerustheid en agitatie niet in hem aanwezig zijn, weet hij: 'Ongerustheid en agitatie zijn niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe nog niet ontstane ongerustheid en agitatie tot ontstaan komen, en hij weet hoe ontstane ongerustheid en agitatie verlaten worden, en hij weet hoe verlaten ongerustheid en agitatie niet tot toekomstig ontstaan komen.
 
"Wanneer twijfel in hem aanwezig is, weet hij: 'Twijfel is aanwezig in mij'. Wanneer twijfel niet in hem aanwezig is, weet hij: 'Twijfel is niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe nog niet ontstane twijfel tot ontstaan komt, en hij weet hoe ontstane twijfel verlaten wordt, en hij weet hoe verlaten twijfel niet tot toekomstig ontstaan komt.
 
37. "En zo leeft hij inwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of inwendig én uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er zijn mentale objecten,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend. <116>
 
===De Vijf Groepen===
 
38. "En verder, monniken, leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de vijf groepen waar men aan hecht. En hoe leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de vijf groepen waar men aan hecht?
 
"Hier, monniken, weet een monnik: 'Aldus is fysieke vorm, aldus het ontstaan van fysieke vorm, aldus het verdwijnen van fysieke vorm. Aldus zijn gevoelens, aldus het ontstaan van gevoelens, aldus het verdwijnen van gevoelens. Aldus zijn percepties, aldus het ontstaan van percepties, aldus het verdwijnen van percepties. Aldus zijn vormingen, aldus het ontstaan van vormingen, aldus het verdwijnen van vormingen. Aldus is bewustzijn, aldus het ontstaan van bewustzijn, aldus het verdwijnen van bewustzijn.'
 
39. "En zo leeft hij inwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of inwendig én uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er zijn mentale objecten,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend. <117>
 
===De Zes Zintuigen===
 
40. "En verder, monniken, leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de zes innerlijke en uiterlijke zintuigen. En hoe leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de zes innerlijke en uiterlijke zintuigen?
 
"Hier, monniken, kent een monnik het oog, hij kent vormen, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan.(5) Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.
 
"Hij kent het oog, hij kent vormen, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan. Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.
 
"Hij kent de neus, hij kent geuren, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan. Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.
 
"Hij kent de tong, hij kent smaken, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan. Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.
 
"Hij kent het lichaam, hij kent tastbare voorwerpen, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan. Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.
 
"Hij kent de geest, hij kent mentale objecten, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan. Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.
 
"Hij kent het oog, hij kent vormen, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan. Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.
 
41. "En zo leeft hij inwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of inwendig én uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er zijn mentale objecten,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend. <118>
 
===De Zeven Faktoren van Verlichting===
 
42. "En verder, monniken, leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de zeven faktoren van verlichting. En hoe leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de zeven faktoren van verlichting?
 
"Hier, monniken, wanneer de aandachtigheidsfaktor van verlichting in hem aanwezig is, weet een monnik: 'De aandachtigheidsfaktor van verlichting is aanwezig in mij'. Wanneer de aandachtigheidsfaktor van verlichting niet in hem aanwezig is, weet een monnik: 'De aandachtigheidsfaktor van verlichting is niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe de nog niet ontstane aandachtigheidsfaktor van verlichting tot ontstaan komt, en hij weet hoe de ontstane aandachtigheidsfaktor van verlichting door ontwikkeling tot vervulling komt.
 
"Hier, monniken, wanneer de waarheidsonderzoeksfaktor... inspanningsfaktor, vreugde–faktor, kalmte–faktor, concentratie–faktor, gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting in hem aanwezig is, weet een monnik: 'De gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting is aanwezig in mij'. Wanneer de gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting niet in hem aanwezig is, weet een monnik: 'De gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting is niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe de nog niet ontstane gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting tot ontstaan komt, en hij weet hoe de ontstane gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting door ontwikkeling tot vervulling komt.
 
43. "En zo leeft hij inwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of inwendig én uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er zijn mentale objecten,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend. <119>
 
===De Edele Waarheden===
 
44. "En verder, monniken, leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de Vier Edele Waarheden. En hoe leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de Vier Edele Waarheden?
 
"Hier, monniken, weet een monnik zoals het werkelijk is: 'Dit is lijden.' Hij weet zoals het werkelijk is: 'Dit is de oorsprong van het lijden.' Hij weet zoals het werkelijk is: 'Dit is het einde van het lijden.' Hij weet zoals het werkelijk is: 'Dit is de weg naar het einde van het lijden.' <136>
 
45. "En zo leeft hij inwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of inwendig én uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er zijn mentale objecten,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend. <137>
 
===Te Verwachten Resultaten===
 
46. "Monniken, voor wie die deze vier vestigingen van aandacht gedurende zeven jaar op deze manier zou ontwikkelen, zijn er twee resultaten die verwacht kunnen worden: perfecte kennis in het hier–en–nu, of 'niet terugkeren' indien men nog aan bestaan hecht.
 
"Maar laat die zeven jaar maar zitten, monniken. Voor wie die deze vier vestigingen van aandacht gedurende zes jaar... vijf jaar, vier jaar, drie jaar, twee jaar, een jaar op deze manier zou ontwikkelen: voor hem zijn er twee resultaten die verwacht kunnen worden: perfecte kennis in het hier–en–nu, of 'niet terugkeren' indien men nog aan bestaan hecht.
 
"Maar laat dat ene jaar maar zitten, monniken. Iemand die deze vier vestigingen van aandacht gedurende zeven maanden... zes maanden, vijf maanden, vier maanden, drie maanden, twee maanden, een maand, een halve maand op deze manier zou ontwikkelen: voor hem zijn er twee resultaten die verwacht kunnen worden: perfecte kennis in het hier–en–nu, of 'niet terugkeren' indien men nog aan bestaan hecht.
 
"Maar laat die halve maand maar zitten, monniken. Iemand die deze vier vestigingen van aandacht gedurende zeven dagen op deze manier zou ontwikkelen: voor hem zijn er twee resultaten die verwacht kunnen worden: perfecte kennis in het hier–en–nu, of 'niet terugkeren' indien men nog aan bestaan hecht.(6) <138>
 
47. "En daarom werd dit zo gezegd, hierover werd dit gezegd: 'Monniken, dit is het directe pad voor de zuivering van wezens, voor het te boven komen van verdriet en treuren, voor het verdwijnen van pijn en droefheid, voor het verkrijgen van de juiste wijze, voor het verwerkelijken van Nibbāna, namelijk: de vier vestigingen van aandacht.'"
 
Zo sprak de Gezegende. En de monniken waren tevreden en verheugd met de woorden van de Gezegende.
 
==Uitgebreide uitleg op film==
 
<iframe key="vimeo" level="player" path="video/801911080?h=1749cf4814&badge=0&autopause=0&player_id=0&app_id=58479"/>
 
 
 
 
[[categorie: soetra's]]

Versie van 26 feb 2023 11:53

Categorie indeling
Home
Boeddhisme
Soetra's
Soetra (boekdeel)
Soetra's
Inleiding: de Pali canon
Ãnãpãnasati-Sutta
Dhammacakkappavattana Sutta
Dvedhavitakka Sutta
Satipatthana Sutta
Kayagatasati Sutta
Vitakkasaṇṭhana Sutta
Dhamma wiel

Introductie

De Satipatṭhāna Sutta (MN 10: De rede over het vestigen van aandacht) en de vervolgens gecreëerde Mahāsatipatṭhāna Sutta (DN 22: De grote lezing over de ontdekking van Mindfulness)), zijn twee van de meest gevierde en breed bestudeerde discoursen in de pali canon van het Theravada Boeddhisme, die fungeert als de basis voor vipassana meditatiepraktijken uit de hedendaagse tijd. Deze sutta 's (discoursen) benadrukken de beoefening van sati (opmerkzaamheid) "voor de zuivering van wezens, voor het overwinnen van verdriet en geweeklaag, voor het uitdoven van lijden en verdriet, voor het wandelen op het pad van de waarheid, voor de realisatie van verlichting. Deze vertaling is gemaakt door Dhammajoti.

De Dharma-Lotus visie

De Satipatṭhāna Sutta is de basis en de reden waarom wij bij Dharma-Lotus doen wat we doen en waarom we het doen. Waarom geven wij Tantra cursussen ? De Satipatṭhāna Sutta geeft daar heel goed antwoord op. Waarom geven wij meerdaagse activiteiten zoals de 11-daagse Vipassana retraite ? De Satipatṭhāna Sutta geeft daar heel goed antwoord op.

Alles begint en eindigt voor ons bij deze sutta. Dit laten wij zien in deze bewerking van de Satipatṭhāna Sutta met onze visie erbij geschreven.

Begin

1. Aldus heb ik gehoord. De Gezegende verbleef eens in het marktstadje genaamd Kammāsadhamma, in het Land van de Kurus. En daar sprak de Gezegende de monniken als volgt toe: "Monniken!"

"Eerwaarde," antwoordden de monniken. De Gezegende zei dit: <106>

2. "Monniken, dit is het directe pad voor de zuivering van wezens, voor het te boven komen van verdriet en treuren, voor het verdwijnen van pijn en droefheid, voor het verkrijgen van de juiste wijze, voor het verwerkelijken van Nibbāna, namelijk: de vier vestigingen van aandacht.

3. "Welke vier? Hier beschouwt een monnik in het lichaam het lichaam, en leeft aldus ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd. Hij beschouwt in gevoelens gevoelens, en leeft aldus ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd. Hij beschouwt in de geest de geest, en leeft aldus ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd. Hij beschouwt in mentale objecten mentale objecten, en leeft aldus ijverig, oplettend en aandachtig, met begeerte voor en verdriet over de wereld verwijderd. <107>

Beschouwing van het Lichaam

4. "En hoe, monniken, leeft een monnik, in het lichaam het lichaam beschouwend?(1)

I — Aandachtig Ademhalen

"Hier, monniken, is een monnik naar een bos, de voet van een boom of een lege hut gegaan. Hij gaat zitten met zijn benen over elkaar, zet zijn bovenlichaam recht overeind, en heeft zijn aandacht voor zich gevestigd. En hij ademt aandachtig in, en ademt aandachtig uit.

"Wanneer hij lang inademt, weet hij: 'Ik adem lang in.' Wanneer hij lang uitademt, weet hij: 'Ik adem lang uit.' Wanneer hij kort inademt, weet hij: 'Ik adem kort in.' Wanneer hij kort uitademt, weet hij: 'Ik adem kort uit.' Hij traint [zichzelf]: 'Het gehele lichaam ervarend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Het gehele lichaam ervarend, zal ik uitademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik uitademen.'

"Monniken, het is te vergelijken met een vaardige bediener van een draaibank of zijn leerling, die wanneer hij een lange draai geeft, weet: 'Ik geef een lange draai,' en wanneer hij een korte draai geeft, weet: 'Ik geef een korte draai.'

Zo ook, monniken, wanneer een monnik lang inademt, weet hij: 'Ik adem lang in.' Wanneer hij lang uitademt, weet hij: 'Ik adem lang uit.' Wanneer hij kort inademt, weet hij: 'Ik adem kort in.' Wanneer hij kort uitademt, weet hij: 'Ik adem kort uit.' Hij traint [zichzelf]: 'Het gehele lichaam ervarend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'Het gehele lichaam ervarend, zal ik uitademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik inademen.' Hij traint [zichzelf]: 'De lichamelijke formaties kalmerend, zal ik uitademen.'

5. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend.(2) <108>

II — De Vier Lichaamshoudingen

6. "En verder, monniken, als een monnik loopt, weet hij: 'Ik loop.' Als hij staat, weet hij: 'Ik sta.' Als hij zit, weet hij: 'Ik zit.' Als hij ligt, weet hij: 'Ik lig.' Wat voor houding zijn lichaam dan ook aanneemt, hij is zich daarvan bewust.

7. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend. <109>

III — Volledig Oplettend Handelen

8. "En verder, monniken, handelt een monnik volledig oplettend wanneer hij vooruit gaat of terugkeert. En al voor zich en naast zich kijkend handelt hij volledig oplettend. Zijn ledematen buigend en strekkend handelt hij volledig oplettend. Zijn overkleed, schaal en bovenkleed dragend handelt hij volledig oplettend. Etend, drinkend, kauwend en proevend handelt hij volledig oplettend. Poepend en plassend handelt hij volledig oplettend. Lopend, staand, zittend, slapend, wakker, sprekend of stil zijnd, handelt hij volledig oplettend.

9. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend. <110>

IV — Lichaamsdelen

10. "En verder, monniken, beziet een monnik dit lichaam vanaf de voetzolen naar boven, en vanaf het hoofdhaar naar beneden, omgrensd door de huid en gevuld met vele soorten vuiligheid, op de volgende manier: 'Dit lichaam bestaat uit hoofdhaar, lichaamshaar, nagels, tanden, huid, vlees, pezen, botten, beenmerg, nieren, hart, lever, borstvlies, milt, longen, darmen, darmvlies, onverteerd voedsel, poep, gal, slijm, pus, bloed, zweet, vet, tranen, huidsmeer, speeksel, snot, gewrichtsolie en urine.'

"Monniken, het is te vergelijken met een zak met openingen aan beide uiteinden, en gevuld met vele soorten granen: bruine rijst, rode rijst, bonen, erwten, sesamzaad en witte rijst. En dan zou een man met goed zicht die zak openmaken en het als volgt beschouwen: 'Dit is bruine rijst, dit is rode rijst, dit zijn bonen, dit zijn erwten, dit is sesamzaad, dit is witte rijst.'

"Zo ook, monniken, beziet een monnik dit lichaam vanaf de voetzolen naar boven, en vanaf het hoofdhaar naar beneden, omgrensd door de huid en gevuld met vele soorten vuiligheid, op de volgende manier: 'Dit lichaam bestaat uit hoofdhaar, lichaamshaar, nagels, tanden, huid, vlees, pezen, botten, beenmerg, nieren, hart, lever, borstvlies, milt, longen, darmen, darmvlies, onverteerd voedsel, poep, gal, slijm, pus, bloed, zweet, vet, tranen, huidsmeer, speeksel, snot, gewrichtsolie en urine.'

11. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend. <111> V — De Elementen 12. "En verder, monniken, beschouwt een monnik dit lichaam, in welke positie of houding het dan ook verkeert, als bestaand uit elementen: 'In dit lichaam zijn er het aarde–element, het water–element, het hitte–element en het lucht–element.'

"Monniken, het is te vergelijken met een vaardig slachter of zijn leerling die een koe geslacht zou hebben en aan een kruising van vier hoofdwegen gezeten zou zijn, met die koe in stukken gesneden.

"Zo ook, monniken, beschouwt een monnik dit lichaam, in welke positie of houding het dan ook verkeert, als bestaand uit elementen: 'In dit lichaam zijn er het aarde–element, het water–element, het hitte–element en het lucht–element.'

13. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend. <112>

VI — De Negen Beschouwingen op het Crematieterrein 14. "En verder, monniken, alsof een monnik een lichaam zou zien dat op een crematieterrein achtergelaten is en reeds een, twee of drie dagen dood is, opgezwollen, paarsblauw, en etter afscheidend — hij vergelijkt zijn eigen lichaam daarmee: 'Dit lichaam is van diezelfde aard; dit lichaam zal ook zo zijn; dit lichaam kan daar niet aan ontkomen.'

15. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend.

16. "En verder, monniken, alsof een monnik een lichaam zou zien dat op een crematieterrein achtergelaten is, en aangevreten wordt door kraaien, haviken, gieren, honden, jakhalzen of andere soorten wezens — hij vergelijkt zijn eigen lichaam daarmee: 'Dit lichaam is van diezelfde aard; dit lichaam zal ook zo zijn; dit lichaam kan daar niet aan ontkomen.'

17. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend.

18–22. "En verder, monniken, alsof een monnik een lichaam zou zien dat op een crematieterrein achtergelaten is: een skelet met vlees en bloed, door pezen bij elkaar gehouden... een skelet zonder vlees en besmeerd met bloed, door pezen bij elkaar gehouden... een skelet zonder vlees en bloed, door pezen bij elkaar gehouden... — hij vergelijkt zijn eigen lichaam daarmee: 'Dit lichaam is van diezelfde aard; dit lichaam zal ook zo zijn; dit lichaam kan daar niet aan ontkomen.'

23. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend.

24. "En verder, monniken, alsof een monnik een lichaam zou zien dat op een crematieterrein achtergelaten is: botten die niet bij elkaar gehouden worden, in alle richtingen verspreid — hier een handbotje, daar een voetbotje, hier een enkelbotje, daar een scheenbeen, hier een dijbeen, daar een heupbeen, hier een rib, daar een ruggenwervel, hier een borstbeen, daar een schouderblad, hier een halswervel, daar een kaakbeen, hier een tandbeen, daar de schedel — hij vergelijkt zijn eigen lichaam daarmee: 'Dit lichaam is van diezelfde aard; dit lichaam zal ook zo zijn; dit lichaam kan daar niet aan ontkomen.'

25. "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend.

26–30. "En verder, monniken, alsof een monnik een lichaam zou zien dat op een crematieterrein achtergelaten is, gebleekte botten die de kleur van schelpen hebben... opgehoopte botten, een jaar of drie of vier oud... verrotte botten, tot poeder vergaan — hij vergelijkt zijn eigen lichaam daarmee: 'Dit lichaam is van diezelfde aard; dit lichaam zal ook zo zijn; dit lichaam kan daar niet aan ontkomen.'

31 "En zo leeft hij inwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend, of inwendig én uitwendig in het lichaam het lichaam beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in het lichaam beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is een lichaam,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in het lichaam het lichaam beschouwend. <113>

Beschouwing van Gevoelens

32. "En hoe, monniken, leeft een monnik, in gevoelens gevoelens beschouwend?

"Hier, monniken, wanneer een monnik een aangenaam gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een aangenaam gevoel.' Wanneer hij een pijnlijk gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een pijnlijk gevoel.' Wanneer hij een niet–aangenaam–noch–pijnlijk gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een niet–aangenaam–noch–pijnlijk gevoel.' Wanneer hij een aangenaam lichamelijk gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een aangenaam lichamelijk gevoel.' Wanneer hij een aangenaam spiritueel gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een aangenaam spiritueel gevoel.' Wanneer hij een pijnlijk lichamelijk gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een pijnlijk lichamelijk gevoel.' Wanneer hij een pijnlijk spiritueel gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een pijnlijk spiritueel gevoel.' Wanneer hij een niet–aangenaam–noch–pijnlijk lichamelijk gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een niet–aangenaam–noch–pijnlijk lichamelijk gevoel.' Wanneer hij een niet–aangenaam–noch–pijnlijk spiritueel gevoel voelt, weet hij: 'Ik voel een niet–aangenaam–noch–pijnlijk spiritueel gevoel.'

33 "En zo leeft hij inwendig in gevoelens gevoelens beschouwend, of uitwendig in gevoelens gevoelens beschouwend, of inwendig én uitwendig in gevoelens gevoelens beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in gevoelens beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in gevoelens beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in gevoelens beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is gevoel,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in gevoelens gevoelens beschouwend. <114>

Beschouwing van de Geest

34. "En hoe, monniken, leeft een monnik, in de geest de geest beschouwend?

"Hier, monniken, wanneer de geest verlangend is, weet een monnik: 'De geest is verlangend'. Wanneer de geest niet verlangend is, weet hij: 'De geest is niet verlangend'. Wanneer de geest kwaad is, weet hij: 'De geest is kwaad'. Wanneer de geest niet kwaad is, weet hij: 'De geest is niet kwaad'. Wanneer de geest onder invloed van waanideeën is, weet hij: 'De geest is onder invloed van waanideeën'. Wanneer de geest niet onder invloed van waanideeën is, weet hij: 'De geest is niet onder invloed van waanideeën'.

Wanneer de geest beperkt is, weet hij: 'De geest is beperkt'. Wanneer de geest verstrooid is, weet hij: 'De geest is verstrooid'.(3) Wanneer de geest verheven is, weet hij: 'De geest is verheven'. Wanneer de geest inferieur is, weet hij: 'De geest is inferieur'. Wanneer de geest overtroffen is, weet hij: 'De geest is overtroffen'. Wanneer de geest onovertroffen is, weet hij: 'De geest is onovertroffen'. Wanneer de geest geconcentreerd is, weet hij: 'De geest is geconcentreerd'. Wanneer de geest ongeconcentreerd is, weet hij: 'De geest is ongeconcentreerd'. Wanneer de geest bevrijd is, weet hij: 'De geest is bevrijd'. Wanneer de geest onbevrijd is, weet hij: 'De geest is onbevrijd'.

35. "En zo leeft hij inwendig in de geest de geest beschouwend, of uitwendig in de geest de geest beschouwend, of inwendig én uitwendig in de geest de geest beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in de geest beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in de geest beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in de geest beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er is [de] geest,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in de geest de geest beschouwend. <115>

Beschouwing van Mentale Objecten

36. "En hoe, monniken, leeft een monnik, in mentale objecten mentale objecten beschouwend?(4)

De Vijf Hindernissen

"Hier, monniken, leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de vijf hindernissen. En hoe leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de vijf hindernissen?

"Hier, monniken, wanneer sensueel verlangen in hem aanwezig is, weet een monnik: 'Sensueel verlangen is aanwezig in mij'. Wanneer sensueel verlangen niet in hem aanwezig is, weet een monnik: 'Sensueel verlangen is niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe nog niet ontstane sensueel verlangen tot ontstaan komt, en hij weet hoe ontstane sensueel verlangen verlaten wordt, en hij weet hoe verlaten sensueel verlangen niet tot toekomstig ontstaan komt.

"Wanneer kwade wil in hem aanwezig is, weet hij: 'Kwade wil is aanwezig in mij'. Wanneer kwade wil niet in hem aanwezig is, weet hij: 'Kwade wil is niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe nog niet ontstane kwade wil tot ontstaan komt, en hij weet hoe ontstane kwade wil verlaten wordt, en hij weet hoe verlaten kwade wil niet tot toekomstig ontstaan komt.

"Wanneer luiheid en slaperigheid in hem aanwezig zijn, weet hij: 'Luiheid en slaperigheid zijn aanwezig in mij'. Wanneer luiheid en slaperigheid niet in hem aanwezig zijn, weet hij: 'Luiheid en slaperigheid zijn niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe nog niet ontstane luiheid en slaperigheid tot ontstaan komen, en hij weet hoe ontstane luiheid en slaperigheid verlaten worden, en hij weet hoe verlaten luiheid en slaperigheid niet tot toekomstig ontstaan komen.

"Wanneer ongerustheid en agitatie in hem aanwezig zijn, weet hij: 'Ongerustheid en agitatie zijn aanwezig in mij'. Wanneer ongerustheid en agitatie niet in hem aanwezig zijn, weet hij: 'Ongerustheid en agitatie zijn niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe nog niet ontstane ongerustheid en agitatie tot ontstaan komen, en hij weet hoe ontstane ongerustheid en agitatie verlaten worden, en hij weet hoe verlaten ongerustheid en agitatie niet tot toekomstig ontstaan komen.

"Wanneer twijfel in hem aanwezig is, weet hij: 'Twijfel is aanwezig in mij'. Wanneer twijfel niet in hem aanwezig is, weet hij: 'Twijfel is niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe nog niet ontstane twijfel tot ontstaan komt, en hij weet hoe ontstane twijfel verlaten wordt, en hij weet hoe verlaten twijfel niet tot toekomstig ontstaan komt.

37. "En zo leeft hij inwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of inwendig én uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er zijn mentale objecten,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend. <116>

De Vijf Groepen

38. "En verder, monniken, leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de vijf groepen waar men aan hecht. En hoe leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de vijf groepen waar men aan hecht?

"Hier, monniken, weet een monnik: 'Aldus is fysieke vorm, aldus het ontstaan van fysieke vorm, aldus het verdwijnen van fysieke vorm. Aldus zijn gevoelens, aldus het ontstaan van gevoelens, aldus het verdwijnen van gevoelens. Aldus zijn percepties, aldus het ontstaan van percepties, aldus het verdwijnen van percepties. Aldus zijn vormingen, aldus het ontstaan van vormingen, aldus het verdwijnen van vormingen. Aldus is bewustzijn, aldus het ontstaan van bewustzijn, aldus het verdwijnen van bewustzijn.'

39. "En zo leeft hij inwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of inwendig én uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er zijn mentale objecten,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend. <117>

De Zes Zintuigen

40. "En verder, monniken, leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de zes innerlijke en uiterlijke zintuigen. En hoe leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de zes innerlijke en uiterlijke zintuigen?

"Hier, monniken, kent een monnik het oog, hij kent vormen, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan.(5) Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.

"Hij kent het oog, hij kent vormen, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan. Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.

"Hij kent de neus, hij kent geuren, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan. Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.

"Hij kent de tong, hij kent smaken, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan. Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.

"Hij kent het lichaam, hij kent tastbare voorwerpen, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan. Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.

"Hij kent de geest, hij kent mentale objecten, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan. Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.

"Hij kent het oog, hij kent vormen, en hij kent de ketens die gebaseerd op deze beide ontstaan. Hij weet hoe een nog niet ontstane keten tot ontstaan komt, hij weet hoe een ontstane keten verlaten wordt, en hij weet hoe een verlaten keten niet tot toekomstig ontstaan komt.

41. "En zo leeft hij inwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of inwendig én uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er zijn mentale objecten,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend. <118>

De Zeven Faktoren van Verlichting

42. "En verder, monniken, leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de zeven faktoren van verlichting. En hoe leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de zeven faktoren van verlichting?

"Hier, monniken, wanneer de aandachtigheidsfaktor van verlichting in hem aanwezig is, weet een monnik: 'De aandachtigheidsfaktor van verlichting is aanwezig in mij'. Wanneer de aandachtigheidsfaktor van verlichting niet in hem aanwezig is, weet een monnik: 'De aandachtigheidsfaktor van verlichting is niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe de nog niet ontstane aandachtigheidsfaktor van verlichting tot ontstaan komt, en hij weet hoe de ontstane aandachtigheidsfaktor van verlichting door ontwikkeling tot vervulling komt.

"Hier, monniken, wanneer de waarheidsonderzoeksfaktor... inspanningsfaktor, vreugde–faktor, kalmte–faktor, concentratie–faktor, gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting in hem aanwezig is, weet een monnik: 'De gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting is aanwezig in mij'. Wanneer de gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting niet in hem aanwezig is, weet een monnik: 'De gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting is niet aanwezig in mij'. En hij weet hoe de nog niet ontstane gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting tot ontstaan komt, en hij weet hoe de ontstane gelijkmoedigheidsfaktor van verlichting door ontwikkeling tot vervulling komt.

43. "En zo leeft hij inwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of inwendig én uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er zijn mentale objecten,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend. <119>

De Edele Waarheden

44. "En verder, monniken, leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de Vier Edele Waarheden. En hoe leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend, betreffende de Vier Edele Waarheden?

"Hier, monniken, weet een monnik zoals het werkelijk is: 'Dit is lijden.' Hij weet zoals het werkelijk is: 'Dit is de oorsprong van het lijden.' Hij weet zoals het werkelijk is: 'Dit is het einde van het lijden.' Hij weet zoals het werkelijk is: 'Dit is de weg naar het einde van het lijden.' <136>

45. "En zo leeft hij inwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend, of inwendig én uitwendig in mentale objecten mentale objecten beschouwend. Of hij leeft de eigenschap van 'tot–stand–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend, of de eigenschap van 'tot–stand–komen' en 'ten–einde–komen' in mentale objecten beschouwend. Of aandacht is als volgt in hem aanwezig: 'Er zijn mentale objecten,' in die mate dat dat nodig is voor kennis en aandacht. En hij leeft onafhankelijk, aan niets in de wereld hechtend. Zo leeft een monnik in mentale objecten mentale objecten beschouwend. <137>

Te Verwachten Resultaten

46. "Monniken, voor wie die deze vier vestigingen van aandacht gedurende zeven jaar op deze manier zou ontwikkelen, zijn er twee resultaten die verwacht kunnen worden: perfecte kennis in het hier–en–nu, of 'niet terugkeren' indien men nog aan bestaan hecht.

"Maar laat die zeven jaar maar zitten, monniken. Voor wie die deze vier vestigingen van aandacht gedurende zes jaar... vijf jaar, vier jaar, drie jaar, twee jaar, een jaar op deze manier zou ontwikkelen: voor hem zijn er twee resultaten die verwacht kunnen worden: perfecte kennis in het hier–en–nu, of 'niet terugkeren' indien men nog aan bestaan hecht.

"Maar laat dat ene jaar maar zitten, monniken. Iemand die deze vier vestigingen van aandacht gedurende zeven maanden... zes maanden, vijf maanden, vier maanden, drie maanden, twee maanden, een maand, een halve maand op deze manier zou ontwikkelen: voor hem zijn er twee resultaten die verwacht kunnen worden: perfecte kennis in het hier–en–nu, of 'niet terugkeren' indien men nog aan bestaan hecht.

"Maar laat die halve maand maar zitten, monniken. Iemand die deze vier vestigingen van aandacht gedurende zeven dagen op deze manier zou ontwikkelen: voor hem zijn er twee resultaten die verwacht kunnen worden: perfecte kennis in het hier–en–nu, of 'niet terugkeren' indien men nog aan bestaan hecht.(6) <138>

47. "En daarom werd dit zo gezegd, hierover werd dit gezegd: 'Monniken, dit is het directe pad voor de zuivering van wezens, voor het te boven komen van verdriet en treuren, voor het verdwijnen van pijn en droefheid, voor het verkrijgen van de juiste wijze, voor het verwerkelijken van Nibbāna, namelijk: de vier vestigingen van aandacht.'"

Zo sprak de Gezegende. En de monniken waren tevreden en verheugd met de woorden van de Gezegende.

Uitgebreide uitleg op film