Dikke Boeddha

Uit dharma-lotus.nl
Versie door Admin (overleg | bijdragen) op 2 okt 2023 om 06:37
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Categorie indeling
Home
Boeddhisme
Boeddhistische symboliek
'Boeddhistische symboliek
Buddhist symbols art detail, from- Ernst Schäfer, Geheimnis Tibet, 1943 (cropped).jpg
Boeddhistische symboliek
Algemeen
Bodhiboom
Boeddhistische vlag
Dharmawiel
Dikke Boeddha
Eindeloze knoop
8 Gelukssymbolen
Lotusbloem
AUM
Schelp
Stoepa
Swastika
Tibetaanse gebedsvlaggen
Tingsha bellen
Dhamma wiel
Pu-Tei, de 'Dikke Boeddha'

De Lachende Boeddha of Dikke Boeddha is helemaal geen Boeddha en heeft ook weinig met het Boeddhisme te maken. Hij is voornamelijk bekend in China onder de naam Pu-Tai. In het Vietnamees heet hij Bodai en in Japans Hotei.

Pu-Tei

Pu-Tai is een Chinese volksgod wiens naam "stoffen zak" betekent. Pu-Tei is gebaseerd op een excentrieke Chinese Ch'an monnik uit de 9e eeuw, hij was een inwoner van Fenghua in China genaamd Qieci. Hij werd altijd gezien als een man met een liefdevol en opgewekt karakter. Zijn naam kwam steeds vaker terug in volksverhalen en zo werd door de eeuwen heen een hele cultus om zijn persoon gemaakt. Zijn naam veranderde van Qieci naar Pu-Tei en in afbeeldingen werd zijn opgewekte karakter uitgebeeld als een lachende kale man. Dik zijn staat voor voorspoed en zo zijn er meerdere attributen met een speciale betekenis aan hem gekoppeld:

  • Kralenketting (Mala): Boeddhistisch gebedssnoer
  • Goudklomp: Symbool voor financieel geluk
  • Kinderen: Symbool van vruchtbaarheid (Dat kan ook zijn vruchtbaarheid in een relatie of het zoeken naar een baan)
  • Een zak: Symbool van zoeken en reizen (zoeken naar jezelf) Met een vogel: Symbool voor zelfkennis
  • Perzik: Symbool van verbondenheid
  • Parel: Symbool van gezondheid en schoonheid
  • rijstplanten: Symbool van rijkdom

En zo is de 'Dikke Boeddha' ontstaan.

Mededogen

De lachende boeddha's dragen een doek of een linnen zak (die nooit leegloopt) gevuld met veel kostbare voorwerpen, waaronder rijstplanten (die rijkdom betekent), snoep voor kinderen, voedsel of zelfs het lijden van de wereld. De lachende Boeddha wordt ook beschouwd als beschermheer van de zwakken, armen en kinderen. Evenzo kan in sommige scenario's de lachende Boeddha worden gezien zittend op een kaart getrokken door jongens en zwaaiende een waaier genaamd een oopgi(waarvan wordt aangenomen dat het een "wensvervullende" fan is - in het verleden werden dit soort fans gebruikt door de rijken en aristocraat om de slaven erop te wijzen dat hun verzoeken zouden worden ingewilligd). Deze afbeeldingen en standbeelden tonen de lachende Boeddha als een rondtrekkende monnik die rondreist terwijl ze het verdriet en het lijden van de mensen van deze wereld op zich neemt.

Verwarring met andere religieuze figuren

De Dikke Boeddha is dus geen Boeddha en zo wordt dit beeld met meerdere religieuze figuren verward:

Gautama de Boeddha

In de westerse wereld wordt Pu-Tei vaak verward met Gautama de Boeddha, en wordt daarom ook wel de "Dikke Boeddha" genoemd.

Angida

Angida was één van de oorspronkelijke Achttien Arhats. Volgens de legende was Angida een getalenteerde Indiase slangenvanger wiens doel het was om giftige slangen te vangen om te voorkomen dat ze voorbijgangers bijten. Angida zou ook de giftige tanden van de slang verwijderen en ze vrijlaten. In de Chinese kunst wordt Angida soms afgebeeld als Pu-Tei, rond, lachend en met een tas.

Phra Sangkajai

In Thailand wordt Pu-Tei soms verward met de arhat Kaccāna, in Thailand bekend als Phra Sangkajai of Phra Sangkachai. Boeddha prees Phra Sangkajai voor zijn voortreffelijkheid in het uitleggen van geavanceerde concepten van de dhamma op een gemakkelijk en correct begrijpelijke manier. Phra Sangkajai staat ook bekend om het componeren van de Madhupindika Sutta.

Een verhaal uit de Thaise folklore vertelt dat Phra Sangkajai zo knap was dat zelfs een man hem ooit als vrouw wilde hebben. Om een ​​soortgelijke situatie te vermijden, besloot Phra Sangkajai zich in een dikke monnik te veranderen. Een ander verhaal zegt dat hij zo aantrekkelijk was dat engelen en mannen hem vaak vergeleken met de Boeddha. Hij vond dit ongepast, dus vermomde hij zich in een onaangenaam dik lichaam. Hoewel zowel Pu-Tei als Phra Sangkajai in zowel Thaise als Chinese tempels te vinden zijn, komt Phra Sangkajai vaker voor in Thaise tempels en Pu-Tei in Chinese tempels. Twee punten om ze van elkaar te onderscheiden zijn:

  • Phra Sangkajai heeft een spoor van haar op zijn hoofd (lijkt op dat van de Boeddha), terwijl Pu-Tei duidelijk kaal is.
  • Phra Sangkajai draagt ​​de gewaden op Theravada-wijze, met de gewaden over de ene schouder gevouwen en de andere onbedekt. Pu-Tei draagt ​​de gewaden in Chinese stijl, waarbij beide armen worden bedekt, maar het voorste deel van het bovenlichaam onbedekt blijft.

Keizer Kangxi

In Mongolië wordt Pu-Tei Enkh Amaglan Khan genoemd, wat identiek is aan de Mongoolse naam voor de keizer Kangxi. Hierdoor wordt Pu-Tei vaak aangezien voor de keizer Kangxi.