14e dalai lama

Uit dharma-lotus.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De 14e dalai Lama

Jetsun Jamphel Ngawang Lobsang Yeshe Tenzin Gyatso is sinds zijn tweede jaar de hoogste geestelijk leider van de Tibetaanse Boeddhisten. Van 1950 tot 1990 was hij ook de politiek leider van de Tibetanen. Nu is hij alleen de geestelijk leider. Sinds 1959 leeft hij in ballingschap in India.

Tenzin Gyatso wordt geboren als Lhamo Thondup in de Tibetaanse stad Taktser als vijfde kind van een boer. Na hem worden er nog elf kinderen geboren.

Zoektocht naar de Dalai Lama

Na de dood van de dertiende Dalai Lama, de hoogste spirituele leider in het Tibetaans boeddhisme, gaat de overheid van Tibet op zoek naar een opvolger. Deze zoektocht verloopt op een bijzondere manier. De leiders van Tibet krijgen via visioenen letters door die naar de nieuwe Dalai Lama moeten leiden en daarnaast krijgen ze diens huis in dromen te zien. Als dit huis eindelijk is gevonden wordt de delegatie bij binnenkomst meteen herkent door de tweejarige Lhamo Thondup. Voor de Tibetaanse leiders is dit de bevestiging dat Thondup inderdaad de veertiende Dalai Lama is. Om er helemaal zeker van te zijn doen de regeringsfunctionarissen verschillende proefjes. Zo weet de jonge Thondup voorwerpen aan te wijzen die van de vorige Dalai Lama zijn geweest. Uiteindelijk wordt vanuit de Tibetaanse hoofdstad Lhasa bevestigd dat de veertiende Dalai Lama inderdaad is gevonden.

Zijn derde jaar brengt Thondup door in een klooster waar hij wordt opgeleid tot Dalai Lama. Op zijn vierde vertrekt hij naar Lhasa. Na een zware en lange reis komt hij aan. Hier moet hij veel ellenlange ceremoniën doorstaan. Zijn kalmte tijdens deze ‘saaie’ bijeenkomsten bevestigen het idee dat hij de juiste Dalai Lama is. Als hij zes jaar is, begint de nieuwe Dalai Lama aan zijn opleiding boeddhistische filosofie. Ook leert hij discussiëren, waar hij gelijk al talent voor heeft. In 1959 studeert de Dalai Lama af.

Hobby’s

Naast studeren heeft de jonge Dalai Lama meer interesses. Zo obeserveert hij graag mensen in het drukke centrum van Lhasa. Hij bekijkt de mensen met zijn verrekijker, aangezien hij door zijn hoge positie niet tussen het gewone volk mag lopen. Ook doet hij veel met zijn familie die met hem mee is verhuisd en heeft hij veel interesse in mechanische dingen. Mede daardoor komt hij in contact met de Oostenrijkse reiziger Heinrich Harrer die hem Engels en Aardrijkskunde bijbrengt. Er ontstaat een hechte vriendschap die duurt tot de dood van Harrer in 2006. Harrer schrijft over die ontmoeting het boek ‘Seven years in Tibet’, dat later ook wordt verfilmd.

Chinese inval

In de zomer van 1950 vindt er in Lhasa een aardbeving plaats. Vrijwel tegelijkertijd vindt er een Chinese aanval plaats op een voorpost van Tibet. Enige maanden later valt China ook centraal Tibet aan. Het Tibetaanse leger van 8500 man wordt volledig omsingeld door 80.000 Chinese soldaten. Vanwege de besluiteloosheid van de Tibetaanse regent, wordt besloten de Dalai Lama, dan net vijftien, al tot politiek leider te benoemen.

De Dalai Lama stelt meteen twee ministers aan, één voor de wet en één voor de priesters. Ook stuurt hij een hulpoproep naar de Verenigde Staten, Groot-Brittanië, Nepal en de Verenigde Naties om het land te helpen. Verder stuurt hij een onderhandelingsmissie naar China. In de tussentijd vertrekt de Dalai Lama naar het zuiden van Tibet om vanaf daar in geval van nood snel de grens over te kunnen vluchten naar India. Daar komt hij erachter dat geen van de hulpoproepen hun doel heeft bereikt.

Dalai Lama stuurt opniew gezanten naar China, om hen te laten afzien van een invasie in Tibet. Dit heeft geen resultaat. De Tibetaanse afgevaardigden worden gedwongen een zeventienpunten-overeenkomst te sluiten om zo een militaire inval in Tibet te voorkomen. Volgens die overeenkomst wordt Tibet dan deel van China. Er wordt een Chinese troepenmacht in het gebied gelegerd. Wel zegt de Chinese regering toe de godsdienst en tradities van de Tibetanen in ere te zullen houden. De Dalai Lama keert daarop terug naar Lhasa. Daar is de haat tegen de Chinese indringers ondertussen groot. De Chinezen pikken huizen en voedsel in en er dreigt hongernood uit te breken onder de Tibetanen. De Dalai Lama roept zijn volgelingen desondanks op zich niet te verzetten, omdat geweld volgens hem enkel meer geweld veroorzaakt. In 1954 vertrekt de Dalai Lama samen met de Panchen Lama (de tweede hoogste geestelijk leider) voor onderhandelingen naar China. Daar wordt hem beloofd dat Tibet een autonome regio wordt.

Als de Dalai Lama weer terugkomt in Tibet, blijkt de situatie daar te zijn verslechterd. Er zijn onder meer monniken gevangen genomen, kloosters afgebroken en nieuwe belastingen ingevoerd. Het Tibetaanse volk is het vreedzame wachten beu en er onstaan Tibetaanse guerrillagroepen. De guerrilla’s worden verenigd door Andrug Gombo Tashi, die zijn beweging Chushi Gangdrung noemt en zo nog meer Tibetanen aanspoort tot verzet. De Dalai Lama ziet ondertussen in dat er geen vreedzame oplossing is, maar probeert desondanks nog steeds met de Chinezen te onderhandelen. Als in 1959 zijn paleis wordt gebombardeerd door de Chinezen, vlucht de Dalai Lama naar India. De Chinese leider Mao zou toen gezegd hebben: “Als dat waar is, hebben we de strijd verloren.”

Dalai Lama in ballingschap

De Dalai Lama wordt door de Indiase president met veel enthousiasme binnengehaald en krijgt een eigen gebied in India, Dhramsala, waar Tibetaanse vluchtelingen naar toe komen. Ook mag de Dalai Lama scholen, ziekenhuizen en kloosters oprichten om zo de Tibetaanse traditie in ere te houden. Tibet is tot dan toe voor de meeste mensen een tamelijk onbekend gebied. Als de Dalai Lama echter begint met zijn openbare toespraken om aandacht te vragen voor de situatie in Tibet, wordt de geestelijk leider door veel mensen in de armen gesloten. Een Amerikaanse krant beschrijft de Dalai Lama als…

…een politicus onbedorven door politiek; een religieuze leider onbesmet door fanatisme; een vluchteling zonder zelfmedelijden, misschien wel een boeddha.

Als de Chinese leider Mao in 1976 overlijdt nodigen de nieuwe Chinese leiders delegaties van de Dalai Lama uit, om zo hun goede wil jegens Tibet te tonen. Het oude Tibet blijkt een grote puinhoop met vernietigde kloosters, waar de Tibetanen hevig worden onderdrukt. Na Mao’s dood wordt echter wel het verbod op godsdienst afgeschaft.

Tot 1987 blijft de Dalai Lama onderhandelen met de Chinese overheid over meer vrijheden voor de Tibetanen. Hij vraagt China de militairen terug te halen uit het gebied en een einde te maken aan de Chinese immigratie. De onderhandelen lopen op niks uit. Wel krijgt de Dalai Lama voor zijn inzet in 1989 de Nobelprijs voor de Vrede.

De verdwenen Panchen Lama

De Panchen Lama is na de Dalai Lama de hoogste Tibetaanse geestelijke. Ook hij reïncarneert continu. In 1995 wordt na de dood van de tiende Panchen Lama door de Dalai Lama de elfde aangewezen. Deze verdwijnt mysterieus op zesjarige leeftijd, waarna de Chinese overheid een nieuwe Panchen Lama aanwijst. Deze wordt echter niet door de Dalai Lama erkend. Omdat de volgende Dalai Lama mede door de (Chinese) Panchen Lama wordt uitgezocht heeft de Dalai Lama aangegeven dat zijn volgende reïncarnatie niet zal plaatsvinden in Tibet, zolang Tibet niet vrij is. Hij zal volgens de Dalai Lama in een vrij gebied herboren worden.

Sinds 1990 heeft de Dalai Lama zijn politieke taken overgedragen aan de regering in ballingschap. De Dalai Lama heeft in zijn leven diverse boeken geschreven over geluk, leiderschap en andere boeddhistische wijsheden. Hij is internationaal een graag geziene gast. Toch is er ook kritiek. De Chinese overheid beschuldigd hem van opjutting tijdens de rellen in Tibet in aanloop naar de Olympische Spelen van 2008 in Beijing. Ook heeft hij al jaren conflicten met aanhangers van het boeddhistische wezen Dorje Shugden. Volgens de Dalai Lama is het wezen een demon.