Het Boeddhisme in Cambodja en Wedergeboorte: verschil tussen pagina's

Uit dharma-lotus.nl
(Verschil tussen pagina's)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
 
 
Regel 1: Regel 1:
{{#seo:
{{#seo:
|title=Het Boeddhisme in Cambodja
|title=Wedergeboorte volgens het Boeddhisme
|titlemode=append
|titlemode=append
|keywords=Cambodja, boeddhisme, boeddha, boeddhistisch, Dharma, Pali-canon, Gautama, boeddhist, waarheden, soetra, sutta, Dhamma, meditatie, inzicht, Ivar Mol, Dharma-Lotus, mindfulness, India, Nepal  
|keywords=herboren, wedergeboorte, geboorte, reincarnatie, reïncarnatie, ziel, geest, zielsverhuizing, Boeddhisme, Boeddha, historische, dharma, mediteren, Mahayana, tibetaans, meditatie, goden, India, Nepal, Tibet.
|description=de ontstaansgeschiedenis van het boeddhisme en de dagelijkse gebruiken van het boeddhisme in dit land.  
|description=Boeddhisten geloven niet in een Ik, Ziel of Geest, dus wat wordt wedergeboren? Een uitleg.
}}
}}
{{Boeddhisme per land}}
[[File:Reincarnation AS.jpg|thumb|350px|Wedergeboorte is grotendeels de beïnvloeding die je Nu hebt op anderen]]
==Cambodja==
{{Boeddhisme}}
[[File:Ankor Wat temple.jpg|thumb|350px|Ankor Wat]]
Het concept van '''wedergeboorte''' is een fundamentele leerstelling in het [[boeddhisme]], samen met andere concepten zoals [[karma|kamma]] en [[afhankelijk ontstaan]]. Alle [[Stromingen binnen het boeddhisme|tradities binnen het boeddhisme]] beschouwen het als een belangrijk aspect van de [[Dharma|boeddhistische leer]]. In feite is het uiteindelijke doel van de meeste praktiserende boeddhisten het pad te volgen om te ontsnappen aan de terugkerende cyclus van wedergeboorte en dood ([[samsara]]) . Het concept van reïncarnatie bestaat ook in andere religies, vooral in het Oosten, en heerste al vóór de [[verlichting]] van [[Gautama de Boeddha]] in [[Het Boeddhisme in India|Noord-India]] in de 6e eeuw voor Christus.
[[File:Ta Phrom, Angkor, Camboya, 2013-08-16, DD 01.JPG|thumb|350px|Ankor Wat]]
[[File:Buddhist monks of Cambodia..JPG|thumb|350px|Monniken in Cambodja]]
[[File:Preah_Pithu_T_Monks_-_Siem_Reap.jpg|thumb|350px|Monniken bij Ankor wat]]
[[File:BuddhistMonk01a.jpg|thumb|350px|Boeddhistische non]]
Het '''boeddhisme in Cambodja''' bestaat minstens sinds de 5e eeuw. In zijn vroegste vorm was het een soort [[Stromingen binnen het boeddhisme|Mahāyāna-boeddhisme]]. Tegenwoordig is de overheersende vorm van [[boeddhisme]] in Cambodja het [[Theravada]] boeddhisme . Het is verankerd in de Cambodjaanse grondwet als de officiële religie van het land. Theravada-boeddhisme is de Cambodjaanse staatsgodsdienst sinds de 13e eeuw (behalve tijdens de Rode Khmer-periode). Met ingang van 2013 werd geschat dat 97,9 procent van de bevolking boeddhist was.


==Geschiedenis==
==Het boeddhistische concept van wedergeboorte==


Onbevestigde Singalese bronnen beweren dat missionarissen van koning [[Ashoka]] in de 3e eeuw voor Christus het [[boeddhisme]] in Zuidoost-Azië introduceerden. Verschillende boeddhistische sekten concurreerden ongeveer het volgende millennium met het brahmanisme en de inheemse animistische religies; tijdens deze periode was de Indiase cultuur zeer invloedrijk.
In tegenstelling tot reïncarnatie houdt wedergeboorte niet de transmigratie in van een eeuwige ziel van het ene leven naar het andere. Volgens de boeddhistische leer zijn de fysieke en mentale aspecten van een wezen onderling afhankelijk en worden alle mentale activiteiten bepaald door de objecten die worden ontvangen via de [[6 bewustzijnstypen|zes zintuiglijke vermogens]] van oog, oor, neus, tong, lichaam en geest. Het Pali-woord voor wedergeboorte, "Punabbhava", betekent 'opnieuw worden', maar het concept wordt in boeddhistische geschriften over het algemeen 'wedergeboorte' genoemd. In tegenstelling tot reïncarnatie, waarbij een blijvende entiteit, de 'ziel', na de dood van het ene lichaam naar het andere overgaat,


===Funan===  
===Geen eeuwige Ziel, dus geen Reïncarnatie===
Het Funan- koninkrijk dat bloeide tussen 100 v.Chr. En 500 n.Chr. Was hindoe, met koningen die de aanbidding van Vishnu en Shiva ondersteunden. Het boeddhisme was in deze tijd al aanwezig in Funan als een secundaire religie. Het boeddhisme begon zijn aanwezigheid te bevestigen vanaf ongeveer het jaar 450 en werd tegen het einde van de zevende eeuw waargenomen door de Chinese reiziger Yijing. Twee boeddhistische monniken uit Funan, genaamd Mandrasena en Saṃghabara, vestigden zich in China in de 5e tot 6e eeuw en vertaalden verschillende boeddhistische sūtra's uit het Sanskriet in het Chinees.


===Chenla===
Boeddhisten geloven niet in een onveranderlijke en eeuwige entiteit die de ziel of het zelf wordt genoemd. In het boeddhisme wordt het geloof in een permanente en onafhankelijke entiteit, de ziel of het zelf genaamd, louter beschouwd als een waanidee of een illusie gecreëerd door de geest. Dit geloof kan leiden tot [[mentale vergiften|mentale verontreinigingen]] zoals begeerte, kwade wil, haat, egoïsme en verwaandheid. In plaats daarvan is er een terugkerende opeenvolging van [[bewustzijn|bewustzijnsstromen]] en elke eenheid van bewustzijn doorloopt drie stadia:
Het koninkrijk Chenla verving Funan en hield stand van 500-700. Het boeddhisme was verzwakt in de Chenla-periode, maar overleefde, zoals te zien is in de inscripties van Sambor Prei Kuk (626) in Siem Reap. Hier werden beelhouwwerken gemaakt nabij Ankor-Wat van Avalokiteśvara. Sommige pre-Angkoreaanse beeldhouwwerken in de Mekong Delta-regio duiden op het bestaan ​​van het op het Sanskriet gebaseerde Sarvāstivāda- boeddhisme. Veel Mahāyāna bodhisattva-afbeeldingen dateren ook uit deze periode, vaak naast de overwegend hindoeïstische afbeeldingen van Shiva en Vishnu.


===Angkor ===
* het ontstaat (uppada)
De overgang van het Hindoeisme naar het Boeddhisme ging geleidelijk. De heersende Vaishnavitische en Shaivitische geloofstradities maakten plaats voor de aanbidding van [[Gautama de Boeddha]] en de Bodhisattva Avalokitesvara.
* het houdt enige tijd aan (tithi)
* het houdt op en gaat over in een volgend ontstaan, etc... (bhanga)


Het boeddhistische koninkrijk Sailendra oefende aan het einde van de achtste en het begin van de negende eeuw de heerschappij over Cambodja uit als vazalstaat. Koning Jayavarman II (802-869), de eerste echte Khmer-koning van het Angkor-rijk, riep zichzelf uit tot hindoegod-koning en identificeerde zichzelf met Shiva. Desalniettemin werd hij steeds vriendelijker voor de Mahayana-boeddhistische invloed in zijn hele koninkrijk. Het Mahayana-boeddhisme raakte steeds meer ingeburgerd in zijn rijk. De vorm van het Mahayana-boeddhisme die in de Srivijaya-landen werd gepropageerd, was vergelijkbaar met het Pala-dynastieboeddhisme van Bengalen, en van de [[Rajgir|Nalanda University in Noord-India]].
Allemaal in een heel kort moment, alleen om te worden gevolgd door de oorsprong van een andere eenheid van bewustzijn. Bij het stoppen van een eenheid van [[bewustzijn]] zal het zijn [[karma|kammische]] energie doorgeven aan de volgende. De daaropvolgende bewustzijnseenheid is volledig nieuw en niet dezelfde als zijn voorganger. Het is echter ook niet volledig onafhankelijk van zijn voorganger, omdat het wordt geactiveerd en beïnvloed door de kammische energie van de vorige.


De Universiteit van Nalanda in Jaigir was het theologische centrum van het Mahayana-boeddhisme onder de bescherming van de Pala-dynastie [750-1060]. Shivaïstische interpretaties van het boeddhisme, getint met [[Tantra|tantrische mystiek]] (die mogelijk delen van pre-Arische Noordoost-Indiase geloofstradities nieuw leven hebben ingeblazen) werden uitgewerkt in Megadha en werden vervolgens geëxporteerd naar Zuidoost-Azië, met name naar Java. Yashovarman I (889-910), die aan het einde van de negende eeuw regeerde vanuit de omgeving van Rolous, schijnt een sjiitische boeddhist te zijn geweest die werd beïnvloed door het syncretisme van Nalanda. Zijn opvolgers (met name Jayavarman IV) wijdden zich aan de hindoe-drie-eenheidzoals Vishnu en Brahma, maar ook met Shiva, met wie ze nog steeds geïdentificeerd werden door erfelijke families van priesters. Rajendravarman II studeerde intensief het boeddhisme.
Het proces van geboorte en dood vindt dus van moment tot moment gedurende iemands leven plaats zonder betrokkenheid van een blijvende entiteit die de ziel of het zelf wordt genoemd. Er wordt gezegd dat de terugkerende stroom van bewustzijn doorgaat tussen het einde van het ene levensproces (de dood van het ene leven zoals wij dat kennen) en het begin van een ander levensproces (de geboorte van het ene leven zoals wij dat kennen). Afgezien van dit continue proces is er geen ziel of permanent zelf dat van het ene leven naar het andere overgaat. Het pasgeboren wezen in het volgende leven is beschreven als noch dezelfde persoon, noch een andere persoon.


De Sailendra-dynastie bouwde ook de fantastische Mahayana-boeddhistische tempel Borobudur (750–850) op Java. Borobudur lijkt de inspiratie te zijn geweest voor de latere fantastische Angkor-bouwprojecten in Cambodja, met name Angkor Wat en Angkor Thom. ​
In de boeddhistische literatuur zijn verschillende analogieën naar voren gebracht om dit fenomeen van wedergeboorte zonder overdracht van een blijvende en permanente entiteit te beschrijven:


De primaire vorm van boeddhisme die in Angkor-tijden in Cambodja werd beoefend, was het Mahayana-boeddhisme, sterk beïnvloed door tantrische tendensen.
* Wanneer de ene kaars door de andere wordt aangestoken, gaat er niets wezenlijks over van de eerste kaars naar de tweede. Toch is de eerste kaars de oorzaak van de vlam in de tweede kaars. Als men dit zorgvuldig overdenkt, ging de vlam niet van de eerste kaars naar de tweede, maar verhoogde alleen de temperatuur van de tweede kaars. De elementen/ingrediënten die nodig zijn om de vlam te creëren, zaten al in de tweede kaars zelf.
* Wanneer een leerling een les van een leraar leert, gaat er geen substantiële kwestie van de leraar naar de leerling.
* Wanneer een biljartbal een andere raakt, worden de kracht, snelheid en richting van de tweede bal bepaald door de eerste bal, maar er gaat geen substantie over van de eerste bal naar de tweede.
* Wanneer een mens door de verschillende levensfasen gaat, van kindertijd, jeugd en volwassenheid tot ouderdom, wordt elke fase via een continu proces bepaald door de vorige fase. Men kan echter niet zeggen dat de volwassene dezelfde persoon is als het kind of een andere persoon dan het kind.


De prevalentie van Tantrayana op Java, Sumatra en Kamboja [Cambodja], een feit dat nu definitief is vastgesteld door modern onderzoek naar het karakter van het Mahayana-boeddhisme en Saivisme in deze delen van het Indiase Oosten. Al in de Kamboja-inscriptie uit de 9e eeuw is er duidelijk bewijs van de leer van Tantrische teksten aan het hof van Jayavarman II. In een Kamboja-verslag uit de 11e eeuw is er een verwijzing naar de 'Tantra's van de Parami's'; en beelden van Hevajra, beslist een tantrische godheid, zijn teruggevonden te midden van de ruïnes van Angkor Thom. Een aantal Kamboja-inscripties verwijzen naar verschillende koningen die door hun hindoe- brahmaanse goeroes in het Grote Geheim (Vrah Guhya) werden ingewijd ; de Saiva-records maken duidelijke records voor Tantricdoctrines die het Saivisme waren binnengeslopen.
==Wedergeboorte in het Nu==


Maar het was op Java en Sumatra dat Tantrayana een grotere betekenis lijkt te hebben gekregen. Daar zijn Mahayana-boeddhisme en Shaivisme , beide diep doordrenkt met tantrische invloeden, in deze periode vaak met elkaar vermengd. De Sang Hyang Kamahayanikan, bestaande uit Sanskriet versus verklaard door een Oud Javaans commentaar, beweerde het Mahayana en Mantrayana te onderwijzen.  
Bij reïncarnatie en wedergeboorte wordt vaak gedacht aan het leven nu, en het volgende leven. Voor boeddhisten ligt wedergeboorte veel meer in het moment Nu dan in de toekomst omdat wedergeboorte ook beïnvloeding is. Op elk moment van de dag kan je een ander, bewust of onbewust, beïnvloeden. Zodra je iemand beïnvloed ben je (deels) in de ander gereïncarneerd. Daarom is het zo belangrijk het [[8-voudige pad]] te beoefenen en [[mindfulness|mindful]] te zijn zodat je beïnvloeding zo positief is.


De aanwezigheid en groeiende invloed van het boeddhisme ging door naarmate het Angkor-rijk aan macht groeide. Koning Yosavarman bouwde in 887-889 veel boeddhistische tempels, die de mandala van de berg Meru vertegenwoordigen, de mythische as van de wereld. De grootste van deze tempels is Phnom Kandal of "Central Mountain", die vlakbij het hart van het Angkor-complex ligt.
==De 3 grote waarheden==


Koning Rajendravarman II (944-968) "bestudeerde het boeddhisme intensief. Hoewel hij besloot een sjivaïst te blijven, benoemde hij een boeddhist, Kavindrarimathana, tot eerste minister. Kavindrarimathana bouwde heiligdommen voor Boeddha en Shiva. Jayavarman V (zoon van Rajendravarman) bleef ook een toegewijde van Shiva. Ook hij stond zijn eigen eerste minister, Kirtipandita, toe om het Mahayana-boeddhistische onderwijs en waarzeggerij te bevorderen.  
* Alles wat materie of een situatie is, is [[afhankelijk ontstaan|afhankelijk]] omdat alles meerdere oorzaken heeft en meerdere gevolgen
* Dit komt mede door de beïnvloeding van buitenaf
* daardoor kunnen we niet spreken van een eenheid of individueel iets.


===Suryavarman I===
{{pijl}} [[3 grote waarheden]]
Suryavarman I (1006-1050) wordt na Jayavarman VII beschouwd als de grootste van de boeddhistische koningen. De oorsprong van Suryavarman I is onduidelijk, maar er zijn aanwijzingen dat hij zijn carrière begon in het noordoosten van Cambodja. Hij kwam op de troon na een periode van geschillen tussen rivaliserende aanspraken op de Khmer-troon. De claim op de Khmer-troon omvatte niet uitsluitend vaderlijke lijnen, maar erkende ook de koninklijke moederlijn, waarbij de nadruk werd gelegd op elke lijn die met succes de legitimiteit van de claim ondersteunde. Hij was een sterke voorstander van het Mahayana-boeddhisme en bemoeide of belemmerde de groeiende aanwezigheid en verspreiding van het Theravada-boeddhisme tijdens zijn regering niet.


Inscripties geven inderdaad aan dat hij wijsheid zocht bij wijze mahayanisten en hinayanisten en op zijn minst enigszins de erfelijke aanspraken van de familie Sivakaivalya om hogepriester (purohitar) te zijn, ontkrachtte. Surayvarman's postume titel van Nirvanapada, 'de koning die naar Nirvana is gegaan', is het sterkste bewijs dat hij een boeddhist was.
==De 5 Khanda's==


===Jayavarman VII===
Volgens de boeddhistische leer is wat wordt beschreven als een wezen, een persoon of een individu, in plaats van een blijvende en permanente entiteit die zelf of ziel wordt genoemd, een psychofysisch complex (nama-rupa) dat bestaat uit [[5 khanda's|vijf aggregaten (Khanda's)]] die op elkaar inwerken en onderling afhankelijk zijn en constant in beweging.


Jayavarman VII (1181–1215) is de belangrijkste Khmer-boeddhistische koning, werkte onvermoeibaar om zich te vestigen als de staatsgodsdienst van Angkor. ​ Jayavarman trok zijn toewijding terug van de oude goden en begon zich meer openlijk te identificeren met boeddhistische tradities. Zijn regime markeerde een duidelijke scheidslijn met het oude hindoe-verleden. Vóór 1200 werden in de tempels voornamelijk taferelen uit het hindoeïstische pantheon geportretteerd; na 1200 begonnen boeddhistische taferelen als standaardmotieven te verschijnen. Hoewel Jayavarman VII zelf Mahayana-boeddhist was, werd de aanwezigheid van het Theravada-boeddhisme steeds duidelijker.
* Materie of een situatie (Rupa)
* Gevoel (Vedana)
* Perceptie (Sanna)
* Mentale vorming (Sankhara)
* Bewustzijn (Vinnana)


Tijdens het bewind van Jayavarman VII was er een verschuiving van het concept van devaraja god-koning, naar het concept van de [[sangha]], het concept van monniken. Vroeger werden grote inspanningen en middelen geïnvesteerd in het bouwen van tempels voor elite brahmaanse priesters en godkoningen. Onder Jayavarman werden deze middelen gebruikt voor het bouwen van bibliotheken, kloosterwoningen, openbare werken en meer "aardse" projecten die toegankelijk waren voor het gewone volk.
In de [[Pali-canon|Anatta lakkhana sutta van de Samyutta Nikaya]] (verzameling van de Boeddha's verbonden verhandelingen), heeft de Boeddha aangetoond dat de vijf aggregaten die het psycho-fysieke complex vormen, geïdentificeerd als een persoon of individu, vergankelijk zijn en omdat ze vergankelijk zijn, zijn ze onbevredigend en onbevredigend. omdat ze vergankelijk en onbevredigend zijn, kan niet worden gezegd dat ze van iemand zijn of een blijvende essentie vormen in een levend wezen.


Deze in Singhalese gevestigde Theravada-boeddhistische orthodoxie werd voor het eerst in Zuidoost-Azië gepropageerd door Taling (Mon) monniken in de 11e eeuw en samen met de islam in de 13e eeuw in zuidelijke insulaire uithoeken van de regio, verspreid als een populaire beweging onder de mensen. Behalve inscripties, zoals een van Lopburi, waren er nog andere tekenen dat de religieuze locatie van Suvannabhumi aan het veranderen was. Tamalinda, de Khmer-monnik, vermoedelijk de zoon van Jayavarman VII, nam deel aan een door Birma geleide missie in 1180 naar Sri Lanka om de Pali-canon te bestuderen en had bij zijn terugkeer in 1190 aanhangers van de Singalees-leer aan zijn hof. Chou Ta-Laun, die in 1296-97 een Chinese missie naar Angkor leidde, bevestigt de belangrijke aanwezigheid van Pali Theravada-monniken in de Khmer-hoofdstad.
{{pijl}} [[5 khanda's]]


==Einde van Angkor en de opkomst van een Theravada koninkrijk==
==De twee (onjuiste) opvattingen over overleven na de dood==
Na de 13e eeuw werd het Theravada-boeddhisme de staatsgodsdienst van Cambodja. Koning Jayavarman VII had zijn zoon Tamalinda naar Sri Lanka gestuurd om als boeddhistische monnik te worden gewijd en het Theravada-boeddhisme te bestuderen volgens de Pali- schrifttradities. Tamalinda keerde toen terug naar Cambodja en promootte boeddhistische tradities volgens de Theravada-training die hij had ontvangen, waardoor de aloude Theravada-aanwezigheid die al eeuwen in het Angkor-rijk bestond, werd gestimuleerd en geactiveerd.


Gedurende de tijd dat Tamalinda studeerde aan het beroemde Mahavihara- klooster in Sri Lanka (1180-1190), werd een nieuw dynamisch type Theravada-boeddhisme gepredikt als het 'ware geloof' in Sri Lanka. Deze vorm van boeddhisme was enigszins militant en zeer gedisciplineerd in reactie op de oorlogen met de Tamil die het boeddhisme in Sri Lanka in de 9e en 10e eeuw bijna verwoestten. Terwijl het Theravada-boeddhisme worstelde om te overleven in Sri Lanka, ontwikkelde het een veerkracht die een renaissance veroorzaakte in de hele boeddhistische wereld en zich uiteindelijk zou verspreiden over Birma, Chang Mai, de Mon-koninkrijken, Lana, Sukothai, Laos en Cambodja.
Tijdens de tijd van Gautana de Boeddha in India waren er twee overheersende filosofische concepten met betrekking tot het leven na de dood:


In de 13e eeuw speelden rondtrekkende missionarissen uit de Mon-Khmer-sprekende delen van Siam, Birma, Cambodja en Sri Lanka een belangrijke rol in dit proces. Toen prins Tamalinda na tien jaar wijding terugkeerde, was hij een Thera, een senior monnik, die in staat was de wijding toe te dienen in deze krachtige Theravada-lijn, die aandrong op orthodoxie en Mahayana "innovaties" zoals tantrische praktijken verwierp.
* Vernietiging, materialisme of nihilisme; Degenen die in het nihilisme geloofden, bepleitten dat er geen leven na de dood is en dat, op het moment van overlijden en met het uiteenvallen van het fysieke lichaam, de persoonlijkheid die in dit leven bestond, vernietigt en er niets overblijft na de dood. Volgens deze filosofie zijn er na de dood geen gevolgen voor een van de acties, goed of slecht, die tijdens iemands leven worden uitgevoerd.
* Eeuwigheid; Volgens het concept van het eeuwige is er een blijvende entiteit, een ziel of een zelf, die na de dood van het ene leven naar het andere blijft gaan om te bestaan ​​in een eeuwige hemel of hel of om de definitieve vereniging met de Schepper God te bereiken.


De massale bekering van de Khmer-samenleving tot het Theravada-boeddhisme kwam neer op een geweldloze revolutie op elk niveau van de samenleving. Geleerden worstelen om deze plotselinge en onverklaarbare transformatie van de Khmer-beschaving te verklaren. Het Theravada-boeddhisme slaagde omdat het inclusief en universeel was in zijn bereik, waarbij het de discipelen en monniken rekruteerde van niet alleen de elites en het hof, maar ook in de dorpen en onder de boeren, waardoor het zijn populariteit onder het Khmer-volk verhoogde.
==Middenweg==


De post-Angkor-periode zag de dramatische opkomst van de Pali Theravada-traditie in Zuidoost-Azië en de daarmee gepaard gaande achteruitgang van de brahmaanse en Mahayana-boeddhistische religieuze tradities. Een Thais verslag uit 1423 van een missie naar Sri Lanka vermeldt acht Khmer-monniken die opnieuw de orthodoxe Mahavihara-sekte van de Singhalese orde naar Kampuchea brachten. Deze specifieke gebeurtenis was echter in tegenspraak met de diepgaande maatschappelijke verschuiving die plaatsvond van een priesterlijke klassenstructuur naar een dorpsgebaseerd kloostersysteem in Theravada-landen. Terwijl ze vasthielden aan de monastieke discipline, ontwikkelden monniken hun wats, of tempelkloosters, niet alleen tot morele religieuze maar ook tot onderwijs, sociale dienstverlening en culturele centra voor de mensen. Wats werd de belangrijkste bron van leren en populair onderwijs. Vroege westerse ontdekkingsreizigers, kolonisten, en missionarissen maakten melding van wijdverbreide geletterdheid onder de mannelijke bevolking van Birma, Thailand, Kampuchea, Laos en Vietnam. Tot de 19e eeuw overtrof de alfabetiseringsgraad die van Europa in de meeste, zo niet alle, Theravada-landen. In Kampuchea werd het boeddhisme de overbrenger van de Khmer-taal en -cultuur.
Boeddha verwierp beide concepten omdat beide concepten duiden op het bestaan ​​van een blijvende entiteit of een zelf, tijdelijk of permanent. In plaats daarvan koos Boeddha het middenpad waarin het proces van wedergeboorte plaatsvindt afhankelijk van de natuurlijke [[Karma|wet van oorzaak en gevolg]] (karma) en [[afhankelijk ontstaan]] ​​(paticca samuppada) zonder de behoefte aan een blijvende en permanente entiteit genaamd zelf of ziel.


Met de opkomst van Siam in het westen en Vietnam in het oosten verdween het klassieke Angkor-rijk en begon het begin van het huidige Cambodja. Cambodja werd vanaf dat moment een Theravada-boeddhistische natie.
Omdat het concept van reïncarnatie al gangbaar was in oosterse religieuze sferen als gevolg van de leerstellingen van het hindoeïsme en het jaïnisme, is gepostuleerd dat de Boeddha tot op zekere hoogte door hen kan zijn beïnvloed en als gevolg daarvan het concept kan hebben opgenomen van wedergeboorte in Zijn leringen. Volgens de boeddhistische geschriften wordt echter aangenomen dat de Boeddha uit de eerste hand kennis van wedergeboorte opdeed door persoonlijke ervaring voordat hij dit aan de wereld bekendmaakte. Tijdens het proces van het bereiken van volledige [[verlichting]] in de nacht van de volle maan van de maand mei onder een Bodhiboom in [[BodhGaya]], zou de Boeddha drie speciale soorten opperste kennis hebben ontwikkeld die de kennis van wedergeboorte onthulden.


===Boeddhistische Middeleeuwen===
* Tijdens de eerste nachtwake ontwikkelde de Boeddha de allerhoogste kennis waardoor het mogelijk was zich de vorige levens te herinneren die de Boeddha had doorgemaakt tijdens de cyclus van geboorte en dood, inclusief details als namen, beroepen, enz. in elk vorig leven.
* Tijdens de tweede nachtwake ontwikkelde de Boeddha het goddelijke oog dat onthulde hoe, vanaf een onvoorstelbaar begin, andere wezens werden herboren in een gelukkig of ongelukkig bestaan, afhankelijk van hun eerdere bekwame en onvaardige acties gebaseerd op de natuurlijke wet van oorzaak en gevolg.
* Tijdens de derde nachtwake ontwikkelde de Boeddha de allerhoogste kennis van realisatie van de vier Edele Waarheden en bereikte hij volledige verlichting door de mentale verontreinigingen te elimineren, waardoor het proces van wedergeboorte stopte.


De Jinakalamali geeft een overzicht van de culturele banden tussen Cambodja en Sri Lanka in de vijftiende eeuw. Het stelt dat 1967 jaar na de Mahaparinibbana van de Boeddha, acht monniken onder leiding van Mahananasiddhi uit Cambodja met 25 monniken uit Nabbispura in Thailand naar Sri Lanka kwamen om de umpasampada-wijding te ontvangen door de Singalese Mahathera's.
==De 4 edele waarheden==


Terwijl Angkor instortte onder de oprukkende oerwouden, trok het machtscentrum van de Theravada Cambodja naar het zuiden naar het huidige Phnom Penh. Phnom Penh was oorspronkelijk een klein marktcentrum aan de rivier waar de Mekong rivier en de Tonle Sap rivier samenkomen.
De Boeddha ontdekte door deze persoonlijke ervaring de [[4 edele waarheden]]


Phnom Penh werd gesticht toen Lady Penh tijdens het overstromingsseizoen een "Boeddha met vier gezichten" in de rivier op een Kokiboom zag drijven. Ze haalde het Boeddhabeeld terug en liet de Wat Phnom bouwen om het beeld te huisvesten. De Boeddha met vier gezichten [Boeddha in de vier richtingen] is belangrijk in de Khmer-boeddhistische iconografie en duidt de oprichting aan van het koninkrijk van de Boeddha van de Toekomst, Maitreya , die vaak wordt geïdentificeerd met de Boeddha-koning van Cambodja. Het type boeddhisme dat in het middeleeuwse Cambodja wordt beoefend, is uitgebreid bestudeerd door professor François Bizot en zijn collega's van de École française d'Extrême-Orient . Ze hebben tantrische en esoterische elementen in deze traditie geïdentificeerd en noemen het daarom "Tantrische Theravada".
* het leven is onlosmakelijk verbonden met Lijden (dukkha)
* dit lijden heeft vele oorzaken (samudaya)
* deze oorzaken zitten in de mens zelf
* het [[8-voudige pad]] is de manier om uit dit lijden te geraken


Na 1431, toen de Cambodjaanse koningen Angkor definitief verlieten vanwege een Siamese invasie, bevond het koninklijk hof zich op de Udon-berg, een paar kilometer ten noorden van Phnom Penh. Siamese invallen vanuit het westen en Vietnamese invasies vanuit het oosten verzwakten het Khmer-rijk. De Vietnamese indringers probeerden het Theravada-boeddhisme te onderdrukken en het Khmer-volk te dwingen het Mahayana-boeddhisme te beoefenen. De Siamezen zouden daarentegen regelmatig Cambodja binnenvallen en proberen de "ongelovigen" te verdrijven in een poging de Theravada-religie te beschermen. Deze machtsstrijd tussen de twee opgaande machten duurde voort tot de komst van de Europeanen in de 16e eeuw.
{{pijl}} [[4 edele waarheden]


===Koloniale tijdperk===  
==het 8 voudige pad==


In de zestiende eeuw bleef het boeddhisme in Cambodja floreren. Koning Ang Chan (1516-1566), een familielid van koning Dhammaraja, was een vrome boeddhist. Hij bouwde pagodes in zijn hoofdstad en vele boeddhistische heiligdommen in verschillende delen van Cambodja. Om het boeddhisme populair te maken, herstelde koning Satha (1576-1549), zoon en opvolger van koning Barom Reachea, de grote torens van de Angkor Wat, die tegen de zestiende eeuw een boeddhistisch heiligdom was geworden.
* zuiver spreken
* zuiver handelen
* zuiver levensonderhoud
* zuivere concentratie
* zuivere neutraliteit
* zuivere observatie
* zuivere gedachte
* zuiver inzicht


Elke opeenvolgende golf van Europese invloed ging gepaard met katholieke missionarissen, maar het Theravada-boeddhisme bleek verrassend resistent te zijn tegen buitenlandse pogingen om het Khmer-volk te bekeren. Tijdens de koloniale periode werd de vrede periodiek geschonden door uitbraken van religieus gemotiveerd geweld, waaronder periodieke duizendjarige opstanden.
{{pijl}} [[8-voudige pad]]


Tijdens de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw zorgde Thailand's betrokkenheid bij de Cambodjaanse politiek ervoor dat de Thaise invloed ook op religieuze zaken werd uitgeoefend. Op uitnodiging van koning Norodom vestigden monniken van de Thaise Dhammayuttika Nikaya een Dhammayuttika-aanwezigheid in Cambodja. De nieuw gevormde Thommayut-orde profiteerde van koninklijke bescherming, maar kwam vaak in conflict met de bestaande Mohanikay-lijn. De Thommayut werd er soms van beschuldigd loyaal te zijn aan de Thaise rechtbank in plaats van aan de Khmer-natie.
==Oorzaak wedergeboorte==


Tijdens het tijdperk van de Franse overheersing braken periodiek gewelddadige aanvallen uit tegen de Fransen, geleid door boeddhistische heilige mannen. Er werden aanzienlijke vorderingen gemaakt in de opvoeding van Cambodjaanse monniken, zowel in specifiek boeddhistische onderwerpen als in meer algemene studies. Het basisonderwijs van Cambodjaanse kinderen werd voortgezet op tempelscholen. Monniken werden ook aangemoedigd om betrokken te raken bij projecten voor gemeenschapsontwikkeling.
Volgens de leer van de Boeddha is de oorzaak van wedergeboorte onwetendheid (avijja). Dit werd verklaard in het vers van vreugde dat de Boeddha uitsprak kort na zijn verlichting onder de Bodhiboom in BodhGaya:


===Rode Khmer tijdperk===
"Huizenbouwer, je wordt gezien,
In 1975, toen de communistische Rode Khmer de controle over Cambodja overnam, probeerden ze het boeddhisme volledig te vernietigen en dat lukte bijna. Tegen de tijd van de Vietnamese invasie in 1979 was bijna elke monnik en religieuze intellectueel vermoord of in ballingschap gedreven, en bijna elke tempel en boeddhistische tempel en bibliotheek was vernietigd.
je zult geen huis meer bouwen,
al je dakspanten gebroken,
de nokpaal ontmanteld,
ondergedompeld in ontmanteling, de geest
heeft het einde van verlangen bereikt."


Het beleid van de Rode Khmer ten aanzien van het boeddhisme, waaronder het gedwongen ontkleden van monniken, de vernietiging van kloosters en, uiteindelijk, de executie van niet-meewerkende monniken, vernietigde effectief de boeddhistische instellingen van Cambodja.  Monniken die niet vluchtten en de terechtstelling vermeden, leefden onder de leken, soms in het geheim boeddhistische rituelen voor de zieken of gekwelden.  
Hier is de huizenbouwer het verlangen, de dakspanten van het huis zijn mentale verontreinigingen en de nok die de verontreinigingen ondersteunt is onwetendheid. Onwetendheid betekent het ontbreken van een correct begrip van de ware realiteit van fysieke en mentale fenomenen die verwijst naar de drie gemeenschappelijke kenmerken van vergankelijkheid, onbevredigdheid en niet-zelf, evenals de vier edele waarheden van lijden, oorzaak van lijden, beëindiging van lijden en de weg die leidt naar de beëindiging van het lijden.


De schattingen van het aantal vermoorde monniken in Cambodja door de Rode Khmer lopen uiteen, variërend van 65.000 tot 80.000. Tegen de tijd van de boeddhistische restauratie in het begin van de jaren tachtig werd het aantal Cambodjaanse monniken wereldwijd geschat op minder dan 3.000.
Verlangen (tanha) wordt veroorzaakt door onwetendheid en bestaat uit drie soorten:


==Post-Khmer Rouge tijdperk==
* Verlangen naar sensuele genoegens (kama-tanha); Dit zijn de objecten die via de zintuigen worden ontvangen, namelijk aangename beelden door de ogen, aangename geluiden door de oren, aangename geuren door de neus, aangename smaken door de tong, aangename gevoelens door het lichaam en aangename gedachten door de geest. Het verlangen naar sensuele genoegens zal pas volledig geëlimineerd worden in de derde fase van het verlichtingsproces: de niet-terugkeerder ( anagami ).
Na de nederlaag van de Rode Khmer door Vietnamese troepen bleef het boeddhisme aanvankelijk officieel onderdrukt in Cambodja. Nadat de legitimiteit van de door Vietnam gesteunde Volksrepubliek Kampuchea werd betwist, begon het beleid ten aanzien van het boeddhisme vanaf de zomer van 1979 te versoepelen. Een groep monniken die tijdens de oorlog in Vietnam was verbannen en opnieuw geordend. De Rode Khmer-periode werd naar Cambodja gestuurd, en in 1981 werd een van hen, de Eerwaarde Tep Vong, gekozen als de eerste sangharaja van een nieuwe verenigde Cambodjaanse sangha, waarmee officieel de scheiding tussen de Thommayut-orde en de Mohanikay werd opgeheven. De wijding van nieuwe monniken werd door de regering gesponsord als een openbare blijk van vroomheid en hief de beperkingen op de wijding op.


Na de terugtrekking van het Vietnamese leger, probeerde de nieuwe naam van de Cambodjaanse Volkspartij zich aan te sluiten bij de boeddhistische sangha, door in een beleidsverklaring uit 1991 het boeddhisme tot Cambodja's "staatsgodsdienst" te verklaren. In 1991 keerde koning Sihanouk terug uit ballingschap en stelde een nieuwe sangharaja aan voor elk van de Thommayut- en Mohanikay-orders, waarmee hij in feite het einde markeerde van het verenigde systeem dat in 1981 onder Vietnamese heerschappij was gecreëerd.
* Verlangen naar worden of bestaan ​​(bhava-tanha); Dit is het verlangen om iets of iemand te worden in dit leven, evenals de drang om opnieuw geboren te worden in een toekomstig leven. Het verlangen om te worden wordt pas volledig geëlimineerd wanneer men het vierde en laatste stadium van verlichting bereikt: Arahantschap.


==De Cambodjaanse gemeenschap==
* Verlangen naar niet-worden of niet-bestaan ​​(vibhava-tanha); Dit is het verlangen om van iets onaangenaams of ondraaglijks in dit leven af ​​te komen en het verlangen om niet opnieuw geboren te worden. Verlangen naar niet-worden wordt pas volledig geëlimineerd in het vierde en laatste stadium van verlichting: [[Arhat|Arahantschap]].


Sinds 1855 is de boeddhistische kloostergemeenschap in Cambodja opgesplitst in twee divisies, met uitzondering van een korte periode van eenwording tussen 1981 en 1991: de Maha Nikaya en de Dhammayuttika Nikaya. De Maha Nikaya is verreweg de grootste van de twee monastieke broederschappen en claimt de trouw van een grote meerderheid van de Cambodjaanse monniken. De Dhammayuttika Nikaya blijft, ondanks koninklijke bescherming, een kleine minderheid, enigszins geïsoleerd door zijn strikte discipline en hun band met Thailand.
Hoewel begeerte en onwetendheid de fundamentele oorzaken van wedergeboorte zijn, werken ze via kamma of de natuurlijke wet van oorzaak en gevolg. Uiteindelijk bepaalt iemands kammaproces de aard van wedergeboorte in de cyclus van geboorte en dood. Op het moment van overlijden zal de kammische energie die is verzameld door eerdere geboorten en de huidige geboorte de volgende geboorte beïnvloeden. Bekwame en gezonde wilshandelingen zullen tot een gelukkige bestaanstoestand leiden en onvaardige en onheilzame wilshandelingen zullen tot een ongelukkige bestaanstoestand leiden.


===Modernisten en traditionalisten===
==De Dood==
De verdeeldheid binnen de sangha tussen 'modernisten' en 'traditionalisten' werd al in 1918 in Cambodja opgetekend. Globaal gesproken hebben 'modernisten' geprobeerd te reageren op de westerse kritiek op boeddhistische instellingen door boeddhistische leringen opnieuw te interpreteren - met name die tot filosofie en meditatie - in het licht van zowel moderne seculiere kennis als de tekstuele bron van Theravada- leringen, de Pali Canon . "Traditionalisten", aan de andere kant, geven er de voorkeur aan vast te houden aan de praktijken en leringen die worden doorgegeven via de monastieke orale traditie, die traditioneel gericht zijn op het uitvoeren van ceremonies om verdiensten te maken en het bereiken van "verhoogde staten". door concentratie-[meditatie]]. Traditionalisten hebben de neiging om de moderne interesse in vipassana- meditatie af te wijzen als een buitenlandse aandoening, en hebben zich gefocust op het uit het hoofd leren en reciteren van Pali-passages in plaats van pogingen om de inhoud van de Pali tripitaka te bestuderen, vertalen en interpreteren.


===Young Monks-beweging===
Volgens de boeddhistische leer wordt de dood zoals wij die kennen beschouwd als het einde van een tijdelijk fenomeen, omdat na de dood de laatste stroom van bewustzijn die de kammische energie draagt, een onmiddellijke wedergeboorte in een ander bestaan ​​zal beïnvloeden. Hoewel in het [[Tibetaans boeddhisme, wordt aangenomen dat er een tussenfase is, bardo genaamd, die tot 49 dagen kan duren tussen het moment van overlijden en de volgende wedergeboorte, vindt de wedergeboorte volgens de leer van [[Theravada]] onmiddellijk plaats. Na overlijden is er geen tussenstadium.
Een andere verdeeldheid in de Cambodjaanse sangha is te zien in wat de "jonge monniken" -beweging wordt genoemd, een kleine groep politiek actieve monniken (voornamelijk Maha Nikaya) die zich in het openbaar verzet tegen de huidige regering. De "jonge monniken" zijn voornamelijk jonge leden van de geestelijkheid, afkomstig uit tempels in en rond Phnom Penh. In tegenstelling tot de geëngageerde modernisten, is het hun belang niet om de autoriteit van de sangha te gebruiken om sociale ontwikkelingsprogramma's te ondersteunen, maar om directe oppositie te uiten tegen overheidsbeleid en corruptie. Sinds de door de VN gecontroleerde verkiezingen van 1993 is het monniken toegestaan ​​om in Cambodja te stemmen (een beweging waartegen sommige hoge monniken zich verzetten). Hoewel dit niet heeft geresulteerd in een grootschalige mobilisatie van de sangha als politieke kracht, heeft het sommige jonge monniken verder getrokken om deel te nemen aan de parlementaire politiek. Veel van deze jonge monniken worden geassocieerd met oppositiefiguur Sam Rainsy en zijn politieke partij, de SRP.


==2 Boeddhistische ordes==
Wanneer men het fenomeen van de dood bij mensen beschouwt, kan het tot een van de drie soorten dood behoren:


Het Cambodjaanse boeddhisme heeft geen formele administratieve banden met andere boeddhistische lichamen, hoewel Theravada-monniken uit andere landen, met name Thailand, Laos, Myanmar en Sri Lanka, kunnen deelnemen aan religieuze ceremonies.
* Dood- en wedergeboortecyclus van fysieke materie en mentale verschijnselen die elk moment gedurende iemands leven plaatsvinden.
* Dood van het fysieke lichaam en de mentale verschijnselen aan het einde van iemands leven, waarbij de resterende kammische energie een onmiddellijke wedergeboorte in een ander bestaan ​​beïnvloedt.
* Dood van een verlicht persoon zoals de Boeddha en een Arahant waarna er geen wedergeboorte is.


Twee kloosterorden vormden de geestelijkheid in Cambodja. De grotere groep, waartoe meer dan 90 procent van de geestelijkheid behoorde, is de Mohanikay. De Thommayut is veel kleiner. De Thommayut werd in 1864 vanuit Thailand in de heersende kringen van Cambodja geïntroduceerd; het kreeg aanzien omdat het werd aangenomen door het koningshuis en door de aristocratie, maar zijn aanhangers waren geografisch beperkt tot het gebied van Phnom Penh. Een van de weinige verschillen tussen de twee orden is de striktere naleving door de Thommayut monniken van de regels voor de geestelijkheid. In 1961 telde de Mohanikay meer dan 52.000 gewijde monniken in ongeveer 2700 wats, terwijl de Thommayut-orde 1460 monniken had in iets meer dan 100 wats. In 1967 waren er meer dan 2.800 Mohanikay wats en 320 Thommayut wats in Cambodja.
===4 doodsoorzaken===


Elke orde heeft zijn eigen meerdere en is georganiseerd in een hiërarchie van elf niveaus. De zeven lagere niveaus staan ​​gezamenlijk bekend als de thananukram ; de vier hogere niveaus samen worden de rajagana genoemd. De Mohanikay-orde heeft vijfendertig monniken in de rajagana ; de Thommayut heeft er eenentwintig. Elke monnik moet minstens twintig jaar dienen om op deze hoogste niveaus te worden genoemd.
In de boeddhistische leer zijn er vier doodsoorzaken:


===Monniken en de tempel===
* Kammakkhaya; Wanneer de potentiële energie van het kamma, het reproductieve kamma genaamd, dat aanleiding gaf tot een geboorte, is uitgeput, zal het levensproces tot een einde komen door de dood. Dit is vergelijkbaar met de vlam van een olielamp die dooft wanneer de pit op is.
De hoekstenen van het Cambodjaanse boeddhisme zijn de boeddhistische monnik en de wat. Traditioneel heeft elk dorp een spiritueel centrum, een wat, waar vijf tot meer dan zeventig monniken wonen. Een typische wat op het platteland van Cambodja bestaat uit een ommuurde ruimte met daarin een heiligdom, verschillende woningen voor monniken, een hal, een keuken, kwartieren voor nonnen en een vijver. Het aantal monniken is afhankelijk van de grootte van de lokale bevolking. Het heiligdom, dat een altaar bevat met beelden van de Boeddha en, in zeldzame gevallen, een religieus relikwie, is gereserveerd voor grote ceremonies en meestal alleen voor het gebruik van monniken. Andere ceremonies, lessen voor monniken en leken, en maaltijden vinden plaats in de zaal. In de buurt van het heiligdom worden stoepa's gebouwd die de as van uitgebreide familieleden bevatten. Fruitbomen en moestuinen die door lokale kinderen worden onderhouden, maken ook deel uit van de lokale wat. De hoofdingang, meestal alleen voor ceremonieel gebruik, ligt op het oosten; andere ingangen bevinden zich op andere punten rond de muur. Er zijn geen poorten.
* Het is niet thuis; Wanneer de levensverwachting van het bestaansniveau waarin iemand wordt geboren, is uitgeput, zal dit de dood veroorzaken, zelfs als de kamma-energie nog aanwezig is. Dit is vergelijkbaar met het licht van een olielamp die dooft als de olie op is, ook al is de pit nog niet op.
* Oebayakhya; De dood zal plaatsvinden wanneer zowel de reproductieve kamma-energie als de levensverwachting tegelijkertijd zijn uitgeput. Dit is vergelijkbaar met het licht van een olielamp die dooft wanneer zowel de pit als de olie tegelijkertijd op zijn.
* Upaccedaka; Zolang er nog levensverwachting is, zal de dood plaatsvinden door onverwachte of onnatuurlijke oorzaken als gevolg van het verschijnen van een sterker kamma, positief of negatief, dat de kracht van het reproductieve kamma zal belemmeren. Dit is vergelijkbaar met het licht van een olielamp die dooft door een harde wind, hoewel de pit en de olie nog niet op zijn.


Steinberg merkt de opvallende verhouding tussen monniken en de totale bevolking van Cambodja op. Eind jaren vijftig bedienden naar schatting 100.000 monniken (waaronder ongeveer 40.000 novicen) een bevolking van ongeveer vijf miljoen. Dit hoge aandeel werd ongetwijfeld voor een groot deel veroorzaakt door het gemak waarmee men de sangha kon betreden en verlaten. Een monnik worden en de sangha verlaten is een kwestie van individuele keuze, hoewel in theorie bijna alle Cambodjaanse mannen ouder dan zestien periodes als monnik dienen. De meeste jonge mannen zijn niet van plan om volledig gewijde monniken (monniken) te worden, en ze blijven minder dan een jaar als monnik. Zelfs de tijdelijke wijding van een zoon als monnik levert echter grote verdiensten op voor zijn ouders, en wordt zo belangrijk geacht dat er regelingen worden getroffen bij de begrafenis van een ouder als de zoon het proces niet heeft ondergaan terwijl de ouder nog leefde. Er zijn twee klassen monniken bij een wat: de novicen (samani of nen) en de monnik. De wijding vindt plaats van half april tot half juli, tijdens het regenseizoen.
===Karma en de dood===


Boeddhistische monniken leggen geen eeuwige geloften af ​​om monniken te blijven, hoewel sommigen permanent monniken worden. Traditioneel werden ze al vroeg monniken. Het is mogelijk om op zevenjarige leeftijd novice te worden, maar in de praktijk is dertien de vroegste leeftijd voor novicen. Een monnik moet minstens twintig zijn. Het leven van de monnik wordt gereguleerd door de boeddhistische wet, en het leven in de wereld volgt een rigide routine. Een monnik volgt 227 regels van monastieke discipline, evenals de 10 basisregels. Deze omvatten de vijf voorschriften die alle boeddhisten zouden moeten volgen. De vijf voorschriften voor monastieke ascese verbieden eten na de middag, deelnemen aan elk amusement (zingen, dansen en films of televisie kijken), het gebruiken van persoonlijke versieringen, slapen op een luxueus bed en omgaan met geld. Bovendien wordt van een monnik verwacht dat hij celibatair leeft. Verder monniken vermijden zogenaamd alle betrokkenheid bij politieke aangelegenheden. Ze komen niet in aanmerking om te stemmen of om een ​​politiek ambt te bekleden, en ze mogen geen getuige zijn van een juridisch document of getuigenis afleggen in de rechtbank. Omdat de persoon van een monnik als heilig wordt beschouwd, wordt hij geacht buiten de normale burgerlijke wetten en openbare plichten te vallen die van invloed zijn op leken. Sommige van deze praktijken zijn echter in de moderne tijd veranderd en in de jaren tachtig waren boeddhistische monniken zelfs actief in de regering van de PRK.
Op het moment van iemands dood zal het laatste gedachtemoment, het doodsbewustzijn genoemd, worden beïnvloed door een vrijwillige actie die het reproductieve kamma zal zijn dat leidt tot de geboorte van het volgende bestaan. Er zijn vier soorten wilshandelingen die het vermogen hebben om het reproductieve kamma te worden en de aard van de volgende geboorte te bepalen:


===vrouwen===
* Gewichtig karma (terugkeer karma); Dit is een sterke vrijwillige actie, heilzaam of onheilzaam, gepleegd door de stervende persoon op elk moment in het leven die alle andere vrijwillige acties zal overweldigen en het reproductieve kamma zal worden op het moment van overlijden om de aard van de volgende geboorte te bepalen. Ongezond zwaar kamma omvat een van de vijf gruwelijke misdaden van moedermoord, vadermoord, het doden van een Arahant, het verwonden van een Boeddha of het creëren van een schisma onder boeddhistische monniken. Gezond zwaar kamma omvat het bereiken van diepe absorptietoestanden van concentratie ( jhana ) door meditatie.
Vrouwen worden niet gewijd, maar oudere vrouwen, vooral weduwen, kunnen non worden. Ze leven in de wat en spelen een belangrijke rol in het dagelijkse leven van de tempel. Nonnen scheren hun hoofd en wenkbrauwen en volgen over het algemeen dezelfde voorschriften als monniken. Ze kunnen de altaren voorbereiden en een aantal huishoudelijke taken uitvoeren.


* Nabije karma (asanna karma); Dit is een heilzame of onheilzame vrijwillige handeling die door de stervende wordt uitgevoerd of herinnerd vlak voor het moment van overlijden en die, bij afwezigheid van een zwaar kamma, het reproductieve kamma zal worden en de aard van de volgende geboorte zal bepalen.


* Gewoon karma (acinna karma); Dit is een heilzame of onheilzame handeling die gewoonlijk tijdens iemands leven wordt uitgevoerd en die op het moment van overlijden in afwezigheid van een zwaar of nabij kamma het reproductieve kamma zal worden en de aard van de volgende geboorte zal bepalen.


[[categorie: Boeddhisme per land]]
* Reserve of cumulatief karma (katatta kamma); Dit is de groep wilshandelingen in reserve die niet tot een van de drie bovenstaande groepen kamma behoort. Op het moment van overlijden, bij afwezigheid van een van de drie bovengenoemde groepen kamma, zal cumulatief kamma het reproductieve kamma worden en de aard van de volgende geboorte bepalen.
 
==Doodstekens==
 
Afhankelijk van de aard van de vrijwillige actie die het reproductieve kamma zal zijn, zullen bepaalde tekenen die doodstekens ( nimitta) worden genoemd verschijnen op het moment van overlijden. Deze doodstekens kunnen in drie verschillende vormen voorkomen:
 
* Een sterke, heilzame of onheilzame handeling (kamma) die werd uitgevoerd tijdens het leven of voorafgaand aan het moment van overlijden, zal in het bewustzijn verschijnen als een herinnering door de deur van de geest.
In plaats van de daadwerkelijke wilshandeling zal een symbool van de handeling ( kamma nimitta ) in het bewustzijn verschijnen. Bijvoorbeeld, in plaats van een slechte daad te herinneren (bijv. het doden van een levend wezen), herinnert men zich het wapen dat werd gebruikt, zoals een pistool of een mes. Evenzo, in plaats van een heilzame daad (bijvoorbeeld het geven van aalmoezen aan boeddhistische monniken), herinnert men zich de gele gewaden of een aalmoeskom. Dit teken kan verschijnen als een object door elk van de zes zintuigdeuren, namelijk oog, oor, neus, tong, lichaam of geest, wat het overheersende zintuig kan zijn geweest op het moment van het uitvoeren van de specifieke handeling.
 
* Een teken van bestemming (gati nimitta) dat het type geboorte aangeeft of het bestaansniveau waarin men geboren zal worden, zal in het bewustzijn verschijnen als een object door de deur van de geest. Als iemand bijvoorbeeld in een hemelse wereld geboren gaat worden, zullen verwelkomende hemelse wezens of paleizen verschijnen als doodstekens. Evenzo, als iemand geboren gaat worden in een lager, pijnlijk bestaan, zullen grote vuren of angstaanjagende gezichten verschijnen als doodstekens. Er wordt aangenomen dat als het teken van overlijden een negatieve of ongelukkige geboorte aangeeft, dit tot op zekere hoogte positief kan worden verholpen door de laatste gedachten van de stervende persoon te beïnvloeden.
Het mechanisme van wedergeboorte
 
* Wanneer een doodsteken, dat een vrijwillige handeling (kamma), een symbool van die handeling (kamma nimitta) of een teken dat het type volgende geboorte aangeeft ( gati nimitta ), in het bewustzijn verschijnt op het moment van overlijden, wordt het het object van het laatste gedachtemoment van iemands leven dat het doodsbewustzijn ( cuti citta ) wordt genoemd. De kamma-energie van de laatste bewustzijnsstroom van dit leven zal het eerste bewustzijn van het volgende leven beïnvloeden, de wedergeboorte of het opnieuw verbindende bewustzijn (patisandhi vinnana), resulterend in een nieuwe geboorte van het bestaan. Daarom is de kracht van kamma de belangrijkste factor die de aard van de volgende geboorte beïnvloedt en bepaalt.
 
==Bronnen==
 
* Bhikkhu Bodhi 1999, Dhamma cakkappavattana Sutta, The Connected Discourses of the Buddha, A Translation of the Samyutta Nikaya, Wisdom Publications.
* Bhikkhu Bodhi 2012, Vipallasa sutta, The Numerical Discourses of the Buddha, Anguttara Nikaya, Wisdom Publications.
* Walshe, Maurice (1987), Brahmajala sutta in "Aldus heb ik gehoord", The Long Discourses of the Buddha, Digha Nikaya, Wisdom Publications, Londen.
* Sayadaw U Pandita 1995, Op het pad naar vrijheid, http://www.myanmarnet.net/nibbana/pandit10.htm .
* Bhikkhu Bodhi 2012, Miccatta sutta, The Numerical Discourses of the Buddha, Anguttara Nikaya, Wisdom Publications.
* Bhikkhu Bodhi 1999, Magga-vibhanga Sutta, The Connected Discourses of the Buddha, A Translation of the Samyutta Nikaya, Wisdom Publications.
* Soma Thera 1960, Dhamma cakkappavattana Sutta, (The Wheel of Law), Bodhi Leaf:No:1, Buddhist Publication Society, Kandy, Sri Lanka
* Mahathera Nauyane Ariyadhamma, The Short Analysis of Kamma, A Discourse by the Buddha, Bodhi Leaves No: 128, Buddhist Publication Society, Kandy, Sri Lanka
* Bhikkhu Bodhi, Het Edele Achtvoudige Pad, Hoofdstuk II, Juiste Visie, vipassana.co.uk/resources.8fp2.php .
* Bhikkhu Nanamoli en Bhikkhu Bodhi 1995, Sammaditthi sutta, vertaling van de middellange verhandelingen van de Boeddha, Wisdom Publications.
* Bhikkhu Seelawimala 2001, Samma Ditthi: Right View, budsas.org/ebud/ebdha209.htm .
* Bhikkhu Nanamoli en Bhikkhu Bodhi 1995, Mahacattarisaka sutta, Vertaling van de middellange verhandelingen van de Boeddha, Wisdom Publications.
* Bhikkhu Nanamoli en Bhikkhu Bodhi 1995, Sammaditthi sutta, vertaling van de middellange verhandelingen van de Boeddha, Wisdom Publications.
* Bhikkhu Nanamoli en Bhikkhu Bodhi 1995, Mahavedalla sutta, vertaling van de middellange verhandelingen van de Boeddha, Wisdom Publications.
* Bhikkhu Nanamoli en Bhikkhu Bodhi 1995, Sabbasava sutta, vertaling van de middellange verhandelingen van de Boeddha, Wisdom Publications.
* dr. Ari Ubeysekara, The Concept of Rebirth in Theravada Buddhism
 
 
 
 
 
[[categorie: Boeddhisme]]

Versie van 14 dec 2022 04:04

Wedergeboorte is grotendeels de beïnvloeding die je Nu hebt op anderen

Het concept van wedergeboorte is een fundamentele leerstelling in het boeddhisme, samen met andere concepten zoals kamma en afhankelijk ontstaan. Alle tradities binnen het boeddhisme beschouwen het als een belangrijk aspect van de boeddhistische leer. In feite is het uiteindelijke doel van de meeste praktiserende boeddhisten het pad te volgen om te ontsnappen aan de terugkerende cyclus van wedergeboorte en dood (samsara) . Het concept van reïncarnatie bestaat ook in andere religies, vooral in het Oosten, en heerste al vóór de verlichting van Gautama de Boeddha in Noord-India in de 6e eeuw voor Christus.

Het boeddhistische concept van wedergeboorte

In tegenstelling tot reïncarnatie houdt wedergeboorte niet de transmigratie in van een eeuwige ziel van het ene leven naar het andere. Volgens de boeddhistische leer zijn de fysieke en mentale aspecten van een wezen onderling afhankelijk en worden alle mentale activiteiten bepaald door de objecten die worden ontvangen via de zes zintuiglijke vermogens van oog, oor, neus, tong, lichaam en geest. Het Pali-woord voor wedergeboorte, "Punabbhava", betekent 'opnieuw worden', maar het concept wordt in boeddhistische geschriften over het algemeen 'wedergeboorte' genoemd. In tegenstelling tot reïncarnatie, waarbij een blijvende entiteit, de 'ziel', na de dood van het ene lichaam naar het andere overgaat,

Geen eeuwige Ziel, dus geen Reïncarnatie

Boeddhisten geloven niet in een onveranderlijke en eeuwige entiteit die de ziel of het zelf wordt genoemd. In het boeddhisme wordt het geloof in een permanente en onafhankelijke entiteit, de ziel of het zelf genaamd, louter beschouwd als een waanidee of een illusie gecreëerd door de geest. Dit geloof kan leiden tot mentale verontreinigingen zoals begeerte, kwade wil, haat, egoïsme en verwaandheid. In plaats daarvan is er een terugkerende opeenvolging van bewustzijnsstromen en elke eenheid van bewustzijn doorloopt drie stadia:

  • het ontstaat (uppada)
  • het houdt enige tijd aan (tithi)
  • het houdt op en gaat over in een volgend ontstaan, etc... (bhanga)

Allemaal in een heel kort moment, alleen om te worden gevolgd door de oorsprong van een andere eenheid van bewustzijn. Bij het stoppen van een eenheid van bewustzijn zal het zijn kammische energie doorgeven aan de volgende. De daaropvolgende bewustzijnseenheid is volledig nieuw en niet dezelfde als zijn voorganger. Het is echter ook niet volledig onafhankelijk van zijn voorganger, omdat het wordt geactiveerd en beïnvloed door de kammische energie van de vorige.

Het proces van geboorte en dood vindt dus van moment tot moment gedurende iemands leven plaats zonder betrokkenheid van een blijvende entiteit die de ziel of het zelf wordt genoemd. Er wordt gezegd dat de terugkerende stroom van bewustzijn doorgaat tussen het einde van het ene levensproces (de dood van het ene leven zoals wij dat kennen) en het begin van een ander levensproces (de geboorte van het ene leven zoals wij dat kennen). Afgezien van dit continue proces is er geen ziel of permanent zelf dat van het ene leven naar het andere overgaat. Het pasgeboren wezen in het volgende leven is beschreven als noch dezelfde persoon, noch een andere persoon.

In de boeddhistische literatuur zijn verschillende analogieën naar voren gebracht om dit fenomeen van wedergeboorte zonder overdracht van een blijvende en permanente entiteit te beschrijven:

  • Wanneer de ene kaars door de andere wordt aangestoken, gaat er niets wezenlijks over van de eerste kaars naar de tweede. Toch is de eerste kaars de oorzaak van de vlam in de tweede kaars. Als men dit zorgvuldig overdenkt, ging de vlam niet van de eerste kaars naar de tweede, maar verhoogde alleen de temperatuur van de tweede kaars. De elementen/ingrediënten die nodig zijn om de vlam te creëren, zaten al in de tweede kaars zelf.
  • Wanneer een leerling een les van een leraar leert, gaat er geen substantiële kwestie van de leraar naar de leerling.
  • Wanneer een biljartbal een andere raakt, worden de kracht, snelheid en richting van de tweede bal bepaald door de eerste bal, maar er gaat geen substantie over van de eerste bal naar de tweede.
  • Wanneer een mens door de verschillende levensfasen gaat, van kindertijd, jeugd en volwassenheid tot ouderdom, wordt elke fase via een continu proces bepaald door de vorige fase. Men kan echter niet zeggen dat de volwassene dezelfde persoon is als het kind of een andere persoon dan het kind.

Wedergeboorte in het Nu

Bij reïncarnatie en wedergeboorte wordt vaak gedacht aan het leven nu, en het volgende leven. Voor boeddhisten ligt wedergeboorte veel meer in het moment Nu dan in de toekomst omdat wedergeboorte ook beïnvloeding is. Op elk moment van de dag kan je een ander, bewust of onbewust, beïnvloeden. Zodra je iemand beïnvloed ben je (deels) in de ander gereïncarneerd. Daarom is het zo belangrijk het 8-voudige pad te beoefenen en mindful te zijn zodat je beïnvloeding zo positief is.

De 3 grote waarheden

  • Alles wat materie of een situatie is, is afhankelijk omdat alles meerdere oorzaken heeft en meerdere gevolgen
  • Dit komt mede door de beïnvloeding van buitenaf
  • daardoor kunnen we niet spreken van een eenheid of individueel iets.

Pijl.png lees meer over dit onderwerp op: 3 grote waarheden

De 5 Khanda's

Volgens de boeddhistische leer is wat wordt beschreven als een wezen, een persoon of een individu, in plaats van een blijvende en permanente entiteit die zelf of ziel wordt genoemd, een psychofysisch complex (nama-rupa) dat bestaat uit vijf aggregaten (Khanda's) die op elkaar inwerken en onderling afhankelijk zijn en constant in beweging.

  • Materie of een situatie (Rupa)
  • Gevoel (Vedana)
  • Perceptie (Sanna)
  • Mentale vorming (Sankhara)
  • Bewustzijn (Vinnana)

In de Anatta lakkhana sutta van de Samyutta Nikaya (verzameling van de Boeddha's verbonden verhandelingen), heeft de Boeddha aangetoond dat de vijf aggregaten die het psycho-fysieke complex vormen, geïdentificeerd als een persoon of individu, vergankelijk zijn en omdat ze vergankelijk zijn, zijn ze onbevredigend en onbevredigend. omdat ze vergankelijk en onbevredigend zijn, kan niet worden gezegd dat ze van iemand zijn of een blijvende essentie vormen in een levend wezen.

Pijl.png lees meer over dit onderwerp op: 5 khanda's

De twee (onjuiste) opvattingen over overleven na de dood

Tijdens de tijd van Gautana de Boeddha in India waren er twee overheersende filosofische concepten met betrekking tot het leven na de dood:

  • Vernietiging, materialisme of nihilisme; Degenen die in het nihilisme geloofden, bepleitten dat er geen leven na de dood is en dat, op het moment van overlijden en met het uiteenvallen van het fysieke lichaam, de persoonlijkheid die in dit leven bestond, vernietigt en er niets overblijft na de dood. Volgens deze filosofie zijn er na de dood geen gevolgen voor een van de acties, goed of slecht, die tijdens iemands leven worden uitgevoerd.
  • Eeuwigheid; Volgens het concept van het eeuwige is er een blijvende entiteit, een ziel of een zelf, die na de dood van het ene leven naar het andere blijft gaan om te bestaan ​​in een eeuwige hemel of hel of om de definitieve vereniging met de Schepper God te bereiken.

Middenweg

Boeddha verwierp beide concepten omdat beide concepten duiden op het bestaan ​​van een blijvende entiteit of een zelf, tijdelijk of permanent. In plaats daarvan koos Boeddha het middenpad waarin het proces van wedergeboorte plaatsvindt afhankelijk van de natuurlijke wet van oorzaak en gevolg (karma) en afhankelijk ontstaan ​​(paticca samuppada) zonder de behoefte aan een blijvende en permanente entiteit genaamd zelf of ziel.

Omdat het concept van reïncarnatie al gangbaar was in oosterse religieuze sferen als gevolg van de leerstellingen van het hindoeïsme en het jaïnisme, is gepostuleerd dat de Boeddha tot op zekere hoogte door hen kan zijn beïnvloed en als gevolg daarvan het concept kan hebben opgenomen van wedergeboorte in Zijn leringen. Volgens de boeddhistische geschriften wordt echter aangenomen dat de Boeddha uit de eerste hand kennis van wedergeboorte opdeed door persoonlijke ervaring voordat hij dit aan de wereld bekendmaakte. Tijdens het proces van het bereiken van volledige verlichting in de nacht van de volle maan van de maand mei onder een Bodhiboom in BodhGaya, zou de Boeddha drie speciale soorten opperste kennis hebben ontwikkeld die de kennis van wedergeboorte onthulden.

  • Tijdens de eerste nachtwake ontwikkelde de Boeddha de allerhoogste kennis waardoor het mogelijk was zich de vorige levens te herinneren die de Boeddha had doorgemaakt tijdens de cyclus van geboorte en dood, inclusief details als namen, beroepen, enz. in elk vorig leven.
  • Tijdens de tweede nachtwake ontwikkelde de Boeddha het goddelijke oog dat onthulde hoe, vanaf een onvoorstelbaar begin, andere wezens werden herboren in een gelukkig of ongelukkig bestaan, afhankelijk van hun eerdere bekwame en onvaardige acties gebaseerd op de natuurlijke wet van oorzaak en gevolg.
  • Tijdens de derde nachtwake ontwikkelde de Boeddha de allerhoogste kennis van realisatie van de vier Edele Waarheden en bereikte hij volledige verlichting door de mentale verontreinigingen te elimineren, waardoor het proces van wedergeboorte stopte.

De 4 edele waarheden

De Boeddha ontdekte door deze persoonlijke ervaring de 4 edele waarheden

  • het leven is onlosmakelijk verbonden met Lijden (dukkha)
  • dit lijden heeft vele oorzaken (samudaya)
  • deze oorzaken zitten in de mens zelf
  • het 8-voudige pad is de manier om uit dit lijden te geraken

Pijl.png lees meer over dit onderwerp op: [[4 edele waarheden]

het 8 voudige pad

  • zuiver spreken
  • zuiver handelen
  • zuiver levensonderhoud
  • zuivere concentratie
  • zuivere neutraliteit
  • zuivere observatie
  • zuivere gedachte
  • zuiver inzicht

Pijl.png lees meer over dit onderwerp op: 8-voudige pad

Oorzaak wedergeboorte

Volgens de leer van de Boeddha is de oorzaak van wedergeboorte onwetendheid (avijja). Dit werd verklaard in het vers van vreugde dat de Boeddha uitsprak kort na zijn verlichting onder de Bodhiboom in BodhGaya:

"Huizenbouwer, je wordt gezien, je zult geen huis meer bouwen, al je dakspanten gebroken, de nokpaal ontmanteld, ondergedompeld in ontmanteling, de geest heeft het einde van verlangen bereikt."

Hier is de huizenbouwer het verlangen, de dakspanten van het huis zijn mentale verontreinigingen en de nok die de verontreinigingen ondersteunt is onwetendheid. Onwetendheid betekent het ontbreken van een correct begrip van de ware realiteit van fysieke en mentale fenomenen die verwijst naar de drie gemeenschappelijke kenmerken van vergankelijkheid, onbevredigdheid en niet-zelf, evenals de vier edele waarheden van lijden, oorzaak van lijden, beëindiging van lijden en de weg die leidt naar de beëindiging van het lijden.

Verlangen (tanha) wordt veroorzaakt door onwetendheid en bestaat uit drie soorten:

  • Verlangen naar sensuele genoegens (kama-tanha); Dit zijn de objecten die via de zintuigen worden ontvangen, namelijk aangename beelden door de ogen, aangename geluiden door de oren, aangename geuren door de neus, aangename smaken door de tong, aangename gevoelens door het lichaam en aangename gedachten door de geest. Het verlangen naar sensuele genoegens zal pas volledig geëlimineerd worden in de derde fase van het verlichtingsproces: de niet-terugkeerder ( anagami ).
  • Verlangen naar worden of bestaan ​​(bhava-tanha); Dit is het verlangen om iets of iemand te worden in dit leven, evenals de drang om opnieuw geboren te worden in een toekomstig leven. Het verlangen om te worden wordt pas volledig geëlimineerd wanneer men het vierde en laatste stadium van verlichting bereikt: Arahantschap.
  • Verlangen naar niet-worden of niet-bestaan ​​(vibhava-tanha); Dit is het verlangen om van iets onaangenaams of ondraaglijks in dit leven af ​​te komen en het verlangen om niet opnieuw geboren te worden. Verlangen naar niet-worden wordt pas volledig geëlimineerd in het vierde en laatste stadium van verlichting: Arahantschap.

Hoewel begeerte en onwetendheid de fundamentele oorzaken van wedergeboorte zijn, werken ze via kamma of de natuurlijke wet van oorzaak en gevolg. Uiteindelijk bepaalt iemands kammaproces de aard van wedergeboorte in de cyclus van geboorte en dood. Op het moment van overlijden zal de kammische energie die is verzameld door eerdere geboorten en de huidige geboorte de volgende geboorte beïnvloeden. Bekwame en gezonde wilshandelingen zullen tot een gelukkige bestaanstoestand leiden en onvaardige en onheilzame wilshandelingen zullen tot een ongelukkige bestaanstoestand leiden.

De Dood

Volgens de boeddhistische leer wordt de dood zoals wij die kennen beschouwd als het einde van een tijdelijk fenomeen, omdat na de dood de laatste stroom van bewustzijn die de kammische energie draagt, een onmiddellijke wedergeboorte in een ander bestaan ​​zal beïnvloeden. Hoewel in het [[Tibetaans boeddhisme, wordt aangenomen dat er een tussenfase is, bardo genaamd, die tot 49 dagen kan duren tussen het moment van overlijden en de volgende wedergeboorte, vindt de wedergeboorte volgens de leer van Theravada onmiddellijk plaats. Na overlijden is er geen tussenstadium.

Wanneer men het fenomeen van de dood bij mensen beschouwt, kan het tot een van de drie soorten dood behoren:

  • Dood- en wedergeboortecyclus van fysieke materie en mentale verschijnselen die elk moment gedurende iemands leven plaatsvinden.
  • Dood van het fysieke lichaam en de mentale verschijnselen aan het einde van iemands leven, waarbij de resterende kammische energie een onmiddellijke wedergeboorte in een ander bestaan ​​beïnvloedt.
  • Dood van een verlicht persoon zoals de Boeddha en een Arahant waarna er geen wedergeboorte is.

4 doodsoorzaken

In de boeddhistische leer zijn er vier doodsoorzaken:

  • Kammakkhaya; Wanneer de potentiële energie van het kamma, het reproductieve kamma genaamd, dat aanleiding gaf tot een geboorte, is uitgeput, zal het levensproces tot een einde komen door de dood. Dit is vergelijkbaar met de vlam van een olielamp die dooft wanneer de pit op is.
  • Het is niet thuis; Wanneer de levensverwachting van het bestaansniveau waarin iemand wordt geboren, is uitgeput, zal dit de dood veroorzaken, zelfs als de kamma-energie nog aanwezig is. Dit is vergelijkbaar met het licht van een olielamp die dooft als de olie op is, ook al is de pit nog niet op.
  • Oebayakhya; De dood zal plaatsvinden wanneer zowel de reproductieve kamma-energie als de levensverwachting tegelijkertijd zijn uitgeput. Dit is vergelijkbaar met het licht van een olielamp die dooft wanneer zowel de pit als de olie tegelijkertijd op zijn.
  • Upaccedaka; Zolang er nog levensverwachting is, zal de dood plaatsvinden door onverwachte of onnatuurlijke oorzaken als gevolg van het verschijnen van een sterker kamma, positief of negatief, dat de kracht van het reproductieve kamma zal belemmeren. Dit is vergelijkbaar met het licht van een olielamp die dooft door een harde wind, hoewel de pit en de olie nog niet op zijn.

Karma en de dood

Op het moment van iemands dood zal het laatste gedachtemoment, het doodsbewustzijn genoemd, worden beïnvloed door een vrijwillige actie die het reproductieve kamma zal zijn dat leidt tot de geboorte van het volgende bestaan. Er zijn vier soorten wilshandelingen die het vermogen hebben om het reproductieve kamma te worden en de aard van de volgende geboorte te bepalen:

  • Gewichtig karma (terugkeer karma); Dit is een sterke vrijwillige actie, heilzaam of onheilzaam, gepleegd door de stervende persoon op elk moment in het leven die alle andere vrijwillige acties zal overweldigen en het reproductieve kamma zal worden op het moment van overlijden om de aard van de volgende geboorte te bepalen. Ongezond zwaar kamma omvat een van de vijf gruwelijke misdaden van moedermoord, vadermoord, het doden van een Arahant, het verwonden van een Boeddha of het creëren van een schisma onder boeddhistische monniken. Gezond zwaar kamma omvat het bereiken van diepe absorptietoestanden van concentratie ( jhana ) door meditatie.
  • Nabije karma (asanna karma); Dit is een heilzame of onheilzame vrijwillige handeling die door de stervende wordt uitgevoerd of herinnerd vlak voor het moment van overlijden en die, bij afwezigheid van een zwaar kamma, het reproductieve kamma zal worden en de aard van de volgende geboorte zal bepalen.
  • Gewoon karma (acinna karma); Dit is een heilzame of onheilzame handeling die gewoonlijk tijdens iemands leven wordt uitgevoerd en die op het moment van overlijden in afwezigheid van een zwaar of nabij kamma het reproductieve kamma zal worden en de aard van de volgende geboorte zal bepalen.
  • Reserve of cumulatief karma (katatta kamma); Dit is de groep wilshandelingen in reserve die niet tot een van de drie bovenstaande groepen kamma behoort. Op het moment van overlijden, bij afwezigheid van een van de drie bovengenoemde groepen kamma, zal cumulatief kamma het reproductieve kamma worden en de aard van de volgende geboorte bepalen.

Doodstekens

Afhankelijk van de aard van de vrijwillige actie die het reproductieve kamma zal zijn, zullen bepaalde tekenen die doodstekens ( nimitta) worden genoemd verschijnen op het moment van overlijden. Deze doodstekens kunnen in drie verschillende vormen voorkomen:

  • Een sterke, heilzame of onheilzame handeling (kamma) die werd uitgevoerd tijdens het leven of voorafgaand aan het moment van overlijden, zal in het bewustzijn verschijnen als een herinnering door de deur van de geest.

In plaats van de daadwerkelijke wilshandeling zal een symbool van de handeling ( kamma nimitta ) in het bewustzijn verschijnen. Bijvoorbeeld, in plaats van een slechte daad te herinneren (bijv. het doden van een levend wezen), herinnert men zich het wapen dat werd gebruikt, zoals een pistool of een mes. Evenzo, in plaats van een heilzame daad (bijvoorbeeld het geven van aalmoezen aan boeddhistische monniken), herinnert men zich de gele gewaden of een aalmoeskom. Dit teken kan verschijnen als een object door elk van de zes zintuigdeuren, namelijk oog, oor, neus, tong, lichaam of geest, wat het overheersende zintuig kan zijn geweest op het moment van het uitvoeren van de specifieke handeling.

  • Een teken van bestemming (gati nimitta) dat het type geboorte aangeeft of het bestaansniveau waarin men geboren zal worden, zal in het bewustzijn verschijnen als een object door de deur van de geest. Als iemand bijvoorbeeld in een hemelse wereld geboren gaat worden, zullen verwelkomende hemelse wezens of paleizen verschijnen als doodstekens. Evenzo, als iemand geboren gaat worden in een lager, pijnlijk bestaan, zullen grote vuren of angstaanjagende gezichten verschijnen als doodstekens. Er wordt aangenomen dat als het teken van overlijden een negatieve of ongelukkige geboorte aangeeft, dit tot op zekere hoogte positief kan worden verholpen door de laatste gedachten van de stervende persoon te beïnvloeden.

Het mechanisme van wedergeboorte

  • Wanneer een doodsteken, dat een vrijwillige handeling (kamma), een symbool van die handeling (kamma nimitta) of een teken dat het type volgende geboorte aangeeft ( gati nimitta ), in het bewustzijn verschijnt op het moment van overlijden, wordt het het object van het laatste gedachtemoment van iemands leven dat het doodsbewustzijn ( cuti citta ) wordt genoemd. De kamma-energie van de laatste bewustzijnsstroom van dit leven zal het eerste bewustzijn van het volgende leven beïnvloeden, de wedergeboorte of het opnieuw verbindende bewustzijn (patisandhi vinnana), resulterend in een nieuwe geboorte van het bestaan. Daarom is de kracht van kamma de belangrijkste factor die de aard van de volgende geboorte beïnvloedt en bepaalt.

Bronnen

  • Bhikkhu Bodhi 1999, Dhamma cakkappavattana Sutta, The Connected Discourses of the Buddha, A Translation of the Samyutta Nikaya, Wisdom Publications.
  • Bhikkhu Bodhi 2012, Vipallasa sutta, The Numerical Discourses of the Buddha, Anguttara Nikaya, Wisdom Publications.
  • Walshe, Maurice (1987), Brahmajala sutta in "Aldus heb ik gehoord", The Long Discourses of the Buddha, Digha Nikaya, Wisdom Publications, Londen.
  • Sayadaw U Pandita 1995, Op het pad naar vrijheid, http://www.myanmarnet.net/nibbana/pandit10.htm .
  • Bhikkhu Bodhi 2012, Miccatta sutta, The Numerical Discourses of the Buddha, Anguttara Nikaya, Wisdom Publications.
  • Bhikkhu Bodhi 1999, Magga-vibhanga Sutta, The Connected Discourses of the Buddha, A Translation of the Samyutta Nikaya, Wisdom Publications.
  • Soma Thera 1960, Dhamma cakkappavattana Sutta, (The Wheel of Law), Bodhi Leaf:No:1, Buddhist Publication Society, Kandy, Sri Lanka
  • Mahathera Nauyane Ariyadhamma, The Short Analysis of Kamma, A Discourse by the Buddha, Bodhi Leaves No: 128, Buddhist Publication Society, Kandy, Sri Lanka
  • Bhikkhu Bodhi, Het Edele Achtvoudige Pad, Hoofdstuk II, Juiste Visie, vipassana.co.uk/resources.8fp2.php .
  • Bhikkhu Nanamoli en Bhikkhu Bodhi 1995, Sammaditthi sutta, vertaling van de middellange verhandelingen van de Boeddha, Wisdom Publications.
  • Bhikkhu Seelawimala 2001, Samma Ditthi: Right View, budsas.org/ebud/ebdha209.htm .
  • Bhikkhu Nanamoli en Bhikkhu Bodhi 1995, Mahacattarisaka sutta, Vertaling van de middellange verhandelingen van de Boeddha, Wisdom Publications.
  • Bhikkhu Nanamoli en Bhikkhu Bodhi 1995, Sammaditthi sutta, vertaling van de middellange verhandelingen van de Boeddha, Wisdom Publications.
  • Bhikkhu Nanamoli en Bhikkhu Bodhi 1995, Mahavedalla sutta, vertaling van de middellange verhandelingen van de Boeddha, Wisdom Publications.
  • Bhikkhu Nanamoli en Bhikkhu Bodhi 1995, Sabbasava sutta, vertaling van de middellange verhandelingen van de Boeddha, Wisdom Publications.
  • dr. Ari Ubeysekara, The Concept of Rebirth in Theravada Buddhism