Lever meridiaan en Meridianen: verschil tussen pagina's

Uit dharma-lotus.nl
(Verschil tussen pagina's)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
{{#seo:
{{#seo:
|title=De lever meridiaan, een uitgebreide uitleg
|title=Uitgebreide informatie over alle meridianen hun werking en processen
|titlemode=append
|titlemode=append
|keywords=meridiaan, nadi, nadi's, meridianen, lichaam, TCM, chinees, long meridiaan, dikke darm meridiaan, dunne darm meridiaan, maag meridiaan, milt meridiaan, hart meridiaan, blaas meridiaan, nier meridiaan, Hartconstrictor meridiaan, Drievoudige verwarmer, galblaas meridiaan, lever meridiaan
|keywords=meridiaan, nadi, nadi's, meridianen, lichaam, TCM, chinees, long meridiaan, dikke darm meridiaan, dunne darm meridiaan, maag meridiaan, milt meridiaan, hart meridiaan, blaas meridiaan, nier meridiaan, Hartconstrictor meridiaan, Drievoudige verwarmer, galblaas meridiaan, lever meridiaan
|description=Uitgebreide informatie over alle meridianen hun werking en processen. Per pagina bespreken we 1 afzonderlijke meridiaan.  
|description=Uitgebreide informatie over alle meridianen hun werking en processen. Per pagina bespreken we 1 afzonderlijke meridiaan.  
}}
}}
[[Bestand:Lever1.JPG|thumb|left|lever meridiaan]]
{{meridianen}}
{{meridianen}}
==Lever==
==Energiekanalen==
Net als veel andere organen wordt de lever binnen de Oosterse geneeswijze anders bezien dan in de Westerse geneeswijze:
In de oosterse filosofie (h)erkennen ze 3 typen van energiekanalen:
* meridianen; Volgens de Chinese geneeswijze heeft elk lichaam twaalf energieën die in meridianen stromen. Deze meridianen stromen over en in het hele lichaam en verbinden lichaamsdelen, organen, zintuigen en de psyche met elkaar. Meridianen werden 6.000 jaar geleden voor het eerst benoemd in de Veda’s door de oosterse geneeskundigen en worden uitgelegd als symmetrische energetische banen die de acupunctuurpunten en organen verbinden. Via de meridianen en acupunctuurpunten wordt gecommuniceerd tussen verschillende delen van het lichaam.
* [[Nadi's|nadi's]]; De belangrijkste nadi's zijn shushumna, ida en pingala nadi maar in oude yoga teksten wordt melding gemaakt van zo'n 72.000 grotere en kleinere energiekanalen binnen het menselijk wezen.
* energiekanalen; dit woord wordt vaak als overkoepelende term gebruikt: meridianen en nadi's zijn dus energiebanen; maar een energiebanen zijn tegelijk een apart stelsel van doorstroomkanalen voor energie. Daar waar een meridiaan en een nadi specifiek zijn, 1 type energie kan maar door 1 type merdidiaan of nadi, is een energiebaan a-specifiek. Elke energie kan dus door elke energiebaan stromen. Vooral bij [[Reiki]] en de Thaise yoga-massage wordt met deze energiebanen veel gewerkt.


Het scheppen en behouden van een goede gezondheid is in hoge mate afhankelijk van de juiste en zorgvuldige uitvoering van de functies van de lever. De lever heeft een gewicht van 1,5 kg en bestaat uit 350 miljard cellen.
==Meridianen==
De lever ontvangt in 24 uur meer dan 600 liter bloed via het poortaderstelsel uit de spijsverteringsorganen en filtreert deze. De lever is de grote filter van ons lichaam; al het bloed in het lichaam wordt door de lever gezuiverd en ontdaan van afvalstoffen zoals bedorven voedsel, kleurstoffen, smaakstoffen, conserveringsmiddelen, reukstoffen, chemicaliën en medicamenten.


De behandelaar hecht veel waarde aan de leverenergie (de Zje Yue Yin), want die is belangrijk i.v.m. onder andere allergieën en jeuk. Voor de behandelaar is dit een logisch gevolg wanneer de lever het lichaam niet meer kan ontgiften.
Volgens de Chinese geneeswijze heeft elk lichaam twaalf energieën die in vastgestelde banen, genaamd meridianen stromen. Deze meridianen stromen over en in het hele lichaam en verbinden lichaamsdelen, organen, zintuigen en de psyche met elkaar.  
Meridianen werden 6.000 jaar geleden voor het eerst benoemd in de Veda’s door de oosterse geneeskundigen en worden uitgelegd als symmetrische energetische banen die de acupunctuurpunten en organen verbinden. Via de meridianen en acupunctuurpunten wordt gecommuniceerd tussen verschillende delen van het lichaam.


De leverenergie begint aan de grote teen, loopt dan omhoog over de voet, dan aan de binnenkant van de enkel, naar de binnenkant van de knie, naar de lies, loopt dan in een klJeen over het geslachtsorgaan, dan over de buik en eindigt bij de ribbenboog.
* [[Dunne darm meridiaan]]
De leverenergie verzorgt de ogen (het zicht). Bij aandoeningen van de leverenergie kunnen wij ook direct verkleuringen zien op het oog. Omgekeerd wijst de achteruitgang van de ogen ook op een achteruitgang van de leverenergie.
* [[Dikke darm meridiaan]]
De leverenergie verzorgt ook de nagels; bij klachten van de leverenergie kunnen de nagels bros worden, snel afbreken of verkalken. Tevens verzorgt zij de pezen. Spierverkortingen en stijfheid in de spieren (pezen) hebben te maken met een stoornis in de leverenergie.
* [[Blaas meridiaan]]
* [[Galblaas meridiaan]]
* [[Drievoudige verwarmer]]
* [[Hart meridiaan]]
* [[Lever meridiaan]]
* [[Long meridiaan]]
* [[Maag meridiaan]]
* [[Milt meridiaan]]
* [[Nier meridiaan]]
* [[Hartconstrictor meridiaan]]


==Fysiek klachten==
De functie van een meridiaan komt niet overeen met de functie van het gerelateerde orgaan in de westerse geneeswijze. Dat kan vaak verwarring geven want een behandelaar spreekt bijvoorbeeld over de galblaasenergie. Dit betekent niet dat hij een oordeel geeft hoe de galblaas als orgaan werkt. De behandelaar bedoelt met de galblaasenergie een totaal aan verschillende lichamelijke en geestelijke klachten die zich kunnen voordoen.
Deze verwarring bestaat al sinds de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Pas toen kwam er informatie vrij uit China over de duizend jaar oude traditionele geneeswijze. De grootste fout werd gemaakt toen men de Chinese termen ging vertalen naar het Engels, Duits, Frans, Spaans en Nederlands.
Zo is de naam voor de galblaas meridiaan in het Chinees is Zu Chao Yang. Deze meridiaan verbindt het oog met de vierde teen en heeft een verbinding met de galblaas. In het westen heeft men de meridianen de naam gegeven van het orgaan dat met die meridiaan verbonden is, in dit geval de galblaasmeridiaan. Vandaar dat de behandelaar altijd een orgaan-energie noemt.


Klachten die wijzen op problemen met de lever variëren van ingegroeide nagel aan de grote teen, afwijkingen in nagelgroei (dit hoeft niet alleen aan de grote teen te zijn, maar kan aan elke teen of vinger voorkomen), wreef- en enkelklachten, zweren aan de onderbenen, pijnlijke stijve spieren, artrose klachten van de knie, pijn in de uterus, jeuk in de lies, jeuk overal op het lichaam (ook jeuk die optreedt na het nemen van een bad), menstruatieklachten, onregelmatige menstruatie, diarree vaak met onverteerde voedselresten, pijn en druk op het borstbeen, pijn in de ribbenboog en sinusitis en oogklachten.
==Westerse en Oosterse visie==


==Psychische klachten==
In het kader van het Chinees geneeskundig denken komen termen als lymfocyten, antilichamen, immuunsysteem e.d. in het geheel niet voor, om de eenvoudige reden dat ten tijde van het ontstaan van de Chinese geneeskunde (en dat is alweer duizenden jaren geleden!) deze terminologie niet bestond. Bovendien is de filosofie van de Chinese geneeswijze fundamenteel anders dan de westerse benadering van ziekte en gezondheid, en toch heeft ze, zelfs na zoveel jaren, nog niet aan betekenis ingeboet.


Psychisch kunt je ook aardig in de knoei zitten met klachten van de leverenergie. Plotseling, zonder reden, woede uitbarstingen. Deze mensen worden snel razend. Je ziet ze gewoon groen en geel worden van ergernis, rode ogen en de spieren zijn gespannen.
Gezondheid in de Chinese denkwijze is geen optelsom van kwantitatieve fenomenen zoals bloedsuikerspiegel, zuurgraad van de urine, hormoon-spiegels, en dergelijke. Men gaat uit van datgene wat rechtstreeks met onze zintuigen waarneembaar is, zoals gelaatskleur, lichaamsgeur, ademhaling, polsslag, kleur van de urine en ontlasting, pijnen etc. en op basis van de zo verkregen gegevens wordt vastgesteld in hoeverre de gezondheid aangetast is, wat wordt uitgedrukt in termen van energieverstoring. Anders gezegd: Gezondheid is een theoretisch energetische toestand van harmonie, waarin geen van de lichamelijke tekens abnormaal zijn.
Ook volgens de Chinese denkwijze gaat men uit van de aanwezigheid van een aantal belangrijke organen, die onderling in nauw relatie met elkaar staan en die verantwoordelijk zijn voor de realisering van de diverse lichaamsfuncties. Er is echter een heel groot verschil in benadering. In het Westers medisch denken is een orgaan voornamelijk een anatomisch gegeven, waarvan de structuren bekend zijn, waarin chemische reacties vastgesteld worden, kortom de materiele kant van een orgaan krijgt de aandacht.  
De essentie van de Chinese denkwijze met betrekking tot organen, is niet zozeer het zich concentreren op vaste, materiele structuren, maar veeleer zal men de aandacht richten op de dynamische, energetische aspecten van elk orgaan afzonderlijk.


Zodra er een stoornis is in de leverenergie, kunnen er aardig wat (ongegronde) woede uitbarstingen optreden. Andersom kunnen ook de vele woede uitbarstingen de lever schaden.
Bij bijvoorbeeld de milt, zal het duidelijk zijn dat in de Chinese denkwereld hiermee niet een boonvormig orgaan, ergens in de buikholte bedoeld wordt, maar veeleer een totaliteit van dynamische functionele activiteiten. Hapering van een of meerdere van deze functies, manifesteren zich in direct waarneembare tekens, zal daarom tot de conclusie leiden dat de milt in zijn functie gestoord is.
We kennen de verschillende spreekwoorden die duiden dat woede iets te maken heeft met de lever: "Er loopt hem een luis over de lever" (hij maakt zich kwaad over een kleinigheid), "iets op de lever hebben" (ermee bezwaard zijn), en willen we deze problemen oplossen dan luidt een spreekwoord "de lever doen schudden" (hartelijk doen lachen). Inderdaad, willen we woede doen oplossen, moeten we gewoon iemand weer aan het lachen maken.
Bij de lever hoort ook het ‘plannen’. Bij stoornissen van de leverenergie ontstaan er problemen met de planning. Een simpele dagindeling kan niet eens gemaakt worden. Dit zijn de meest irritante mensen om mee te werken. Ze ergeren zich aan alles en kunnen, zoals al eerder gezegd, niets plannen; ze zijn star en stug (net als de pezen).
De leverzone is in het gezicht te zien als een verticale plooi tussen de ogen.


==Therapie==
===radio actieve tracers===


In de natuurgeneeswijze is het belangrijk om naar de oorzaak te zoeken. Of het nu oogklachten zijn of jeuk, het is niet belangrijk voor de patiënt om te weten dat hij respectievelijk een bril krijgt of dat hij allergie heeft en hiervoor zalfjes en pilletjes krijgt, maar de grote vraag die beantwoord moet worden: ‘Hoe is dit ontstaan?’
Sinds 1978 proberen wetenschappers via het inspuiten van een radio actieve stof in het lichaam (radioactieve tracing methoden) aan te tonen dat meridianen bestaan.
Dit is de vraag die altijd gesteld wordt door de patiënt. Natuurlijk is het ook belangrijk ‘hoe kom ik ervan af?’. In het geval van de lever is de eerste vraag toch de belangrijkste. Want als je als behandelaar geen antwoord op deze vraag hebt, kan je door het toedienen van medicatie de lever nog meer beschadigen, ....en dat zal de patiënt alleen maar woedend maken!
Verschillende onderzoekers lieten zien dat na het inspuiten van een radioactieve tracer een duidelijke lijn zichtbaar werd welke correspondeerde met één van de meridianen. Tegenstanders zeggen dat deze lijnen de lymfevaten representeren.  
Bij stoornissen van de leverenergie is er bijna altijd sprake van slechte of eenzijdige voeding. Het is belangrijk de eerder genoemde producten zoals kleurstoffen, conserveringsmiddelen, smaakstoffen, reukstoffen en chemicaliën uit de voeding te halen. Maar ook de chemicaliën in spuitbussen, verf, etc.. spelen een belangrijke rol.
Gezonde natuurlijke voeding is belangrijk; verse groente en groentesappen (wortelen). Vermijd koffie en andere cafeïnehoudende dranken. Gebruik liever verse vruchtensappen of vers fruit.
Middels de Meridianenmassage kunnen we deze bewuste klachten tegengaan en verzachten dan wel voorkomen.


In de ‘Journal of Nuclear Medicine’ van 1992 is een artikel gepubliceerd waarin met radioactieve tracers de meridianen werden onderzocht. De resultaten van dit onderzoek wijzen duidelijk op het fysieke bestaan van de meridianen.
Verschillende onderzoeksgroepen uit Frankrijk, Roemenië, China en Spanje hebben onafhankelijk van elkaar vergelijkbare resultaten verkregen na het injecteren van radioactieve tracers in acupunctuurpunten. De meest gebruikte radioactieve stof, natrium pertechnaat, wordt na het lokaliseren van een acupunctuurpunt op een diepte van 3-5 mm ingespoten. Een langzame lineaire verspreiding wordt dan waargenomen tot een afstand van ongeveer 30 cm. Een controle-injectie in een niet-acupunctuurpunt laat alleen een plaatselijke verspreiding van de tracer zien.
Het tegenargument dat deze verspreiding via de aderen geschiedt, wordt weerlegd door een aantal experimentele studies. De verspreiding van de radioactieve stof vanuit een acupunctuurpunt is langzaam (ongeveer 3 tot 5 cm per minuut), in tegenstelling tot het aderlijke transport. Als de tracer in een ader wordt gespoten, volgt de tracer direct de aderlijke route en is de radioactieve stof verdwenen in minder dan een minuut. De verspreiding van de radioactieve stof gespoten in een acupunctuurpunt vereist enkele minuten, waarna het signaal langzaam verdwijnt in tientallen minuten.
Ook is radioactief Technetium ingespoten in een acupunctuurpunt en tegelijkertijd een ander radioactieve stof ingespoten in de ernaast liggende lymfevat. Twee verschillende beelden werden verkregen, waarin de routes als ook de snelheid en de verdwijning van de tracers verschilden. Een ander onderzoek laat zien dat na het inspuiten van een radioactieve tracer in “Dikke Darm 18” een verspreiding vertoont naar de bovenlip, dit is de tegenovergestelde richting van de veneuze circulatie.
Ook blijkt dat transport van de tracers via meridianen niet te verklaren is vanuit transport via de lymfevaten. Om lymfevaten en –klieren aan te tonen, wordt lymfografie gebruikt: een radioactieve tracer wordt tussen de grote en de tweede teen ingespoten. In dit gebied ligt ook het acupunctuurpunt “Lever 2”, op de levermeridiaan die loopt aan de binnenkant van het been. Het tracerverloop was duidelijk verschillend tussen de injectie in Lever 2 en de plaats voor de lymfografie. Na 2 uur was er geen tracing te vinden in lymfeklieren, na het inspuiten van Lever 2, terwijl de injectie volgens de klassieke lymfografie duidelijk de lymfevaten en –klieren aankleurde.
Een andere studie liet zien dat wanneer patiënten met een eenzijdige nierziekte werden ingespoten in acupunctuurpunten van de niermeridiaan aan beide kanten van het lichaam, het tracingpatroon tussen links en rechts zeer verschillend was.
Uit al dit laboratoriumonderzoek blijkt duidelijk dat meridianen geen hypothetische constructen zijn die de Chinezen indertijd als filosofisch concept bedachten, maar dat meridianen daadwerkelijk ook fysiek bestaan.
Tenslotte vermelden we een klinisch fenomeen dat het fysieke bestaan van meridianen ondersteunt, de zogenaamde Lineaire rashes. lineaire rode huidverkleuringen die de meridianen volgen.
Meridianen kunnen soms gezien worden bij bepaalde huidaandoeningen. Bijvoorbeeld bij en verkleuring van de pericardmeridiaan en de niermeridiaan. Boeiend is ook dat beide meridianen via de meridiaanklok verbonden met elkaar zijn, dat de energie dus aansluitend door beide meridianen vloeit om zo arm en been te verbinden.
De endorfine hypothese is een moderne verklaring van het acupunctuureffect bij pijnsyndromen. Echter, een paar eigenschappen van de acupunctuur die niet met gevoeligheid van pijn samenhangen zijn moeilijk te verklaren vanuit deze theorie:
==De aspecifieke activatie van acupunctuurpunten==
Het therapeutisch effect van acupunctuur kan bereikt worden door verschillende stimuli, niet alleen met naalden, maar ook met hitte, ultrageluid, laser en druk. Receptoren in het algemeen reageren meestal alleen op één specifieke prikkel.
===het regulerend effect van acupunctuur===
De stimulatie resulteert gewoonlijk in een eenduidig effect zoals het verlagen van de hartslag. Het prikken van het acupunctuurpunt Pericard 6 daarentegen, zorgt voor een verhoging van het hartritme bij de aanwezigheid van bradycardie en een verlaging van het hartritme bij tachycardie.
Om de diverse therapeutische reacties te verklaren die optreden bij behandeling met acupunctuur, is in de jaren tachtig een andere theorie ontwikkeld, met de mooie naam ‘de morfogenetische singulaire theorie’ Deze theorie sluit andere verklaringswijzen niet uit.
De theorie gaat er vanuit dat acupunctuurpunten en meridianen een overblijfsel zijn van het groeicontrolesysteem, die in de embryonale fase van cruciaal belang is voor het optimaal en op de juiste plaats aanleggen van organen en lichaamsdelen.
===de embryonale fase===
De ontwikkeling van de foetus is een wonderbaarlijk proces, waarin communicatie tussen cellen van essentieel belang is. Elke cel heeft zijn eigen plaats en functie in het embryo. Indien de communicatie tussen cellen verstoord is, ontstaat er gestoorde. Tumorcellen houden bijvoorbeeld geen rekening met elkaar en met de omgeving. Het geheim van de embryonale fase is bij lange na nog niet ontrafeld.
Morfogenese is de leer van het ontstaan van anatomische vormen uit een bevruchte eicel. Al bij de conceptie en de eerste splitsing van de bevruchte cel blijken ionstromen een cruciale rol te vervullen binnen de morfogenese. De ionstromen veroorzaken polarisatie welke de richting van de verdere celdeling en celgroei beïnvloedt. Cellen hebben namelijk de eigenschap om naar de negatieve pool toe te groeien.
In het begin van de embryonale fase zijn er weinig cellen die onderling functioneel met elkaar verbonden zijn via de ‘gap junctions’. Gap junctions zijn hexagonale proteïnecomplexen, die kanalen vormen tussen naast elkaar liggende cellen. Door deze kanalen wordt intercellulaire communicatie gefaciliteerd middels ionstromen.
Wanneer de cellen te ver uit elkaar gaan liggen, splitsen de communicerende cellen zich in twee onafhankelijk van elkaar opererende groeicentra. De twee centra reguleren en controleren de groei van de cellen er omheen. Deze groepen cellen worden ‘organizing centres’ genoemd en hebben een hoge dichtheid van gap junctions, een hoge elektrische geleiding en zijn te vinden op het oppervlak van het embryo.
Tussen de organizing centres ontwikkelen zich orgaansystemen zoals bloedvaten, zenuwen, lymfevaten, spieren en botten. Ook groeien cellen naar de organizing centres toe, als ze zich aan de uiteinden van het embryo bevinden. Dit is mooi te zien bij de ontwikkeling van een muizenpoot, hoe op de plaatsen, waar de organizing centres zich bevinden, uitstulpingen ontstaan.
Naarmate de ontwikkeling van het embryo vordert, ontstaat er een web van organizing centres die de morfogenese controleren en reguleren. De communicatie tussen de centres gaat via de extracellulaire matrix, zoals collageen. Het aandeel van collageen in de lichaamsproteïnen is tussen de 30% en 40%. Collageen heeft als belangrijke eigenschap dat het fungeert als halfgeleider. Halfgeleiding heeft naast metaal- en iongeleiding de eigenschap, om elektrische stromen over te brengen, en wel zeer kleine stromen over lange afstanden. Voor de eigenschap van halfgeleiding moeten stoffen een zeer ordelijke moleculaire structuur hebben, zoals kristalijne structuren. Szent-Gyorgyi liet als eerste zien dat bepaalde organische moleculen, zoals collageen, genoeg georganiseerd zijn om halfgeleiding te veroorzaken.
Rond 1880 ontdekten Pierre en Jacques Curie het piezoelektrisch fenomeen. Bepaalde kristallen, zoals Kwarts, produceren elektrische potentialen wanneer ze door bepaalde krachten, als druk, gedeformeerd raken. Omgekeerd wordt het kristal gedeformeerd als een elektrisch veld in de omgeving ontstaat. Dit fenomeen wordt gebruikt in kwartshorloges, waarin klein elektrisch veld wordt aangelegd, om de kleine kwartskristallen te laten deformeren en zo zwart worden.
Collageen en ook myosine, actine en fibrine blijken dergelijke piezoelektrische eigenschappen te bezitten. Het lichaam is continJe onderhevig aan krachten zoals zwaartekrachten en beweging, waardoor constant piezoelektrische effecten ontstaan. Het bindweefsel vormt dus een netwerk in het lichaam, dat informatie kan vervoeren over langere afstand via halfgeleiding, piezoelektriciteit en op korte afstand via gap junctions tussen de organizing centres.
Volgens de morfogenetische singulaire theorie bestaat het groeicontrole systeem uit een netwerk van organizing centres. De ontwikkeling en het onderhouden van fysiologische systemen zijn direct afhankelijk van het groeicontrole systeem. De ontdekking van regulerende gap junction systemen in zowel primitieve organismen als in zoogdieren, maakt het aannemelijk dat het groeicontrole systeem het oudste orgaansysteem is in de evolutie. Verdere ondersteuning van deze aanname is dat het groeicontrole systeem in de embryonale fase al actief is en de andere fysiologische orgaansystemen vooraf gaat, ontwikkelt en reguleert. Hierdoor heeft het groeicontrole systeem overlap en interactie met andere fysiologische systemen zoals het zenuwstelsel en het bloedvatstelsel.
Organizing centres en acupunctuurpunten hebben vergelijkbare fysiologische eigenschappen Beide hebben een hoge elektrische geleidbaarheid, een verlaagde oppervlakte weerstand, een verhoogde concentratie van gap junctions en kunnen geactiveerd worden door non-specifieke stimuli. Acupunctuurpunten zijn o.a. te vinden op de uiteinden, verhevenheden of depressies van lichaamsstructuren, zoals rond gewrichten en op de buiken en aanhechtingen van spieren; zo ook zijn de organizing centres te vinden op dergelijke locaties, zoals de apicale ectodermale rand of in concave gebieden zoals de neurale buis.
Verbindingen tussen de organizing centres zijn vergelijkbaar met de meridianen uit de TCM. Ook de meridianen lopen op de grenzen van de structuren van het lichaam. De Ren Mai meridiaan loopt bijvoorbeeld op de linea alba tussen de buiken van de musculus rectus abdominis.
===regulerende effecten===
Het regulerend en controlerend effect van de organizing centres met hun onderlinge netwerk in het groeicontrole systeem is terug te vinden in de acupunctuur. De morfogenetische singulaire theorie gaat er van uit dat het acupunctuursysteem met zijn meridianen afstammen van het groei controle systeem. Doordat het groeicontrole systeem aan de basis staat, heeft manipulatie aan dit systeem ook direct effect op uiteenlopende gebieden. Dit kan het brede scala van acupunctuureffecten verklaren. De effecten variëren van versnelde systemische wondgenezing tot analgesie. De neuronhumorale theorie verklaart deze effecten via verhoogde afgifte van endorfinen, serotonine, groeihormoon en ACTH, maar gaat voorbij aan het regulerend effect van acupunctuur. Doordat tussen de organizing centres lymfevaten, bloedvaten, zenJeen, spieren en botten ontstaan en in de groei gereguleerd worden door het groeicontrole systeem, is de morfogenetische singulaire theorie een overkoepelende theorie, waarin de acupunctuurverklaringen via neurohumorale mechanismen goed inpassen. De morfogenetische singulaire theorie kan daarbij ook de regulerende effecten en de aspecifieke activatie van acupunctuurpunten verklaren.




[[categorie: meridianen]]
[[categorie: meridianen]]

Huidige versie van 20 dec 2022 om 03:20

Categorie indeling
Home
Energetisch lichaam
De meridianen
Yinwei (Yin Link) channel, C17-18 Chinese book art Wellcome L0039982.jpg
Meridianen
de belangrijkste meridianen
long meridiaan
dikke darm meridiaan
dunne darm meridiaan
maag meridiaan
milt meridiaan
hart meridiaan
blaas meridiaan
nier meridiaan
Hartconstrictor meridiaan
Drievoudige verwarmer
galblaas meridiaan
lever meridiaan
Muladhara.png

Energiekanalen

In de oosterse filosofie (h)erkennen ze 3 typen van energiekanalen:

  • meridianen; Volgens de Chinese geneeswijze heeft elk lichaam twaalf energieën die in meridianen stromen. Deze meridianen stromen over en in het hele lichaam en verbinden lichaamsdelen, organen, zintuigen en de psyche met elkaar. Meridianen werden 6.000 jaar geleden voor het eerst benoemd in de Veda’s door de oosterse geneeskundigen en worden uitgelegd als symmetrische energetische banen die de acupunctuurpunten en organen verbinden. Via de meridianen en acupunctuurpunten wordt gecommuniceerd tussen verschillende delen van het lichaam.
  • nadi's; De belangrijkste nadi's zijn shushumna, ida en pingala nadi maar in oude yoga teksten wordt melding gemaakt van zo'n 72.000 grotere en kleinere energiekanalen binnen het menselijk wezen.
  • energiekanalen; dit woord wordt vaak als overkoepelende term gebruikt: meridianen en nadi's zijn dus energiebanen; maar een energiebanen zijn tegelijk een apart stelsel van doorstroomkanalen voor energie. Daar waar een meridiaan en een nadi specifiek zijn, 1 type energie kan maar door 1 type merdidiaan of nadi, is een energiebaan a-specifiek. Elke energie kan dus door elke energiebaan stromen. Vooral bij Reiki en de Thaise yoga-massage wordt met deze energiebanen veel gewerkt.

Meridianen

Volgens de Chinese geneeswijze heeft elk lichaam twaalf energieën die in vastgestelde banen, genaamd meridianen stromen. Deze meridianen stromen over en in het hele lichaam en verbinden lichaamsdelen, organen, zintuigen en de psyche met elkaar. Meridianen werden 6.000 jaar geleden voor het eerst benoemd in de Veda’s door de oosterse geneeskundigen en worden uitgelegd als symmetrische energetische banen die de acupunctuurpunten en organen verbinden. Via de meridianen en acupunctuurpunten wordt gecommuniceerd tussen verschillende delen van het lichaam.

De functie van een meridiaan komt niet overeen met de functie van het gerelateerde orgaan in de westerse geneeswijze. Dat kan vaak verwarring geven want een behandelaar spreekt bijvoorbeeld over de galblaasenergie. Dit betekent niet dat hij een oordeel geeft hoe de galblaas als orgaan werkt. De behandelaar bedoelt met de galblaasenergie een totaal aan verschillende lichamelijke en geestelijke klachten die zich kunnen voordoen. Deze verwarring bestaat al sinds de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Pas toen kwam er informatie vrij uit China over de duizend jaar oude traditionele geneeswijze. De grootste fout werd gemaakt toen men de Chinese termen ging vertalen naar het Engels, Duits, Frans, Spaans en Nederlands. Zo is de naam voor de galblaas meridiaan in het Chinees is Zu Chao Yang. Deze meridiaan verbindt het oog met de vierde teen en heeft een verbinding met de galblaas. In het westen heeft men de meridianen de naam gegeven van het orgaan dat met die meridiaan verbonden is, in dit geval de galblaasmeridiaan. Vandaar dat de behandelaar altijd een orgaan-energie noemt.

Westerse en Oosterse visie

In het kader van het Chinees geneeskundig denken komen termen als lymfocyten, antilichamen, immuunsysteem e.d. in het geheel niet voor, om de eenvoudige reden dat ten tijde van het ontstaan van de Chinese geneeskunde (en dat is alweer duizenden jaren geleden!) deze terminologie niet bestond. Bovendien is de filosofie van de Chinese geneeswijze fundamenteel anders dan de westerse benadering van ziekte en gezondheid, en toch heeft ze, zelfs na zoveel jaren, nog niet aan betekenis ingeboet.

Gezondheid in de Chinese denkwijze is geen optelsom van kwantitatieve fenomenen zoals bloedsuikerspiegel, zuurgraad van de urine, hormoon-spiegels, en dergelijke. Men gaat uit van datgene wat rechtstreeks met onze zintuigen waarneembaar is, zoals gelaatskleur, lichaamsgeur, ademhaling, polsslag, kleur van de urine en ontlasting, pijnen etc. en op basis van de zo verkregen gegevens wordt vastgesteld in hoeverre de gezondheid aangetast is, wat wordt uitgedrukt in termen van energieverstoring. Anders gezegd: Gezondheid is een theoretisch energetische toestand van harmonie, waarin geen van de lichamelijke tekens abnormaal zijn. Ook volgens de Chinese denkwijze gaat men uit van de aanwezigheid van een aantal belangrijke organen, die onderling in nauw relatie met elkaar staan en die verantwoordelijk zijn voor de realisering van de diverse lichaamsfuncties. Er is echter een heel groot verschil in benadering. In het Westers medisch denken is een orgaan voornamelijk een anatomisch gegeven, waarvan de structuren bekend zijn, waarin chemische reacties vastgesteld worden, kortom de materiele kant van een orgaan krijgt de aandacht. De essentie van de Chinese denkwijze met betrekking tot organen, is niet zozeer het zich concentreren op vaste, materiele structuren, maar veeleer zal men de aandacht richten op de dynamische, energetische aspecten van elk orgaan afzonderlijk.

Bij bijvoorbeeld de milt, zal het duidelijk zijn dat in de Chinese denkwereld hiermee niet een boonvormig orgaan, ergens in de buikholte bedoeld wordt, maar veeleer een totaliteit van dynamische functionele activiteiten. Hapering van een of meerdere van deze functies, manifesteren zich in direct waarneembare tekens, zal daarom tot de conclusie leiden dat de milt in zijn functie gestoord is.

radio actieve tracers

Sinds 1978 proberen wetenschappers via het inspuiten van een radio actieve stof in het lichaam (radioactieve tracing methoden) aan te tonen dat meridianen bestaan. Verschillende onderzoekers lieten zien dat na het inspuiten van een radioactieve tracer een duidelijke lijn zichtbaar werd welke correspondeerde met één van de meridianen. Tegenstanders zeggen dat deze lijnen de lymfevaten representeren.

In de ‘Journal of Nuclear Medicine’ van 1992 is een artikel gepubliceerd waarin met radioactieve tracers de meridianen werden onderzocht. De resultaten van dit onderzoek wijzen duidelijk op het fysieke bestaan van de meridianen. Verschillende onderzoeksgroepen uit Frankrijk, Roemenië, China en Spanje hebben onafhankelijk van elkaar vergelijkbare resultaten verkregen na het injecteren van radioactieve tracers in acupunctuurpunten. De meest gebruikte radioactieve stof, natrium pertechnaat, wordt na het lokaliseren van een acupunctuurpunt op een diepte van 3-5 mm ingespoten. Een langzame lineaire verspreiding wordt dan waargenomen tot een afstand van ongeveer 30 cm. Een controle-injectie in een niet-acupunctuurpunt laat alleen een plaatselijke verspreiding van de tracer zien.

Het tegenargument dat deze verspreiding via de aderen geschiedt, wordt weerlegd door een aantal experimentele studies. De verspreiding van de radioactieve stof vanuit een acupunctuurpunt is langzaam (ongeveer 3 tot 5 cm per minuut), in tegenstelling tot het aderlijke transport. Als de tracer in een ader wordt gespoten, volgt de tracer direct de aderlijke route en is de radioactieve stof verdwenen in minder dan een minuut. De verspreiding van de radioactieve stof gespoten in een acupunctuurpunt vereist enkele minuten, waarna het signaal langzaam verdwijnt in tientallen minuten. Ook is radioactief Technetium ingespoten in een acupunctuurpunt en tegelijkertijd een ander radioactieve stof ingespoten in de ernaast liggende lymfevat. Twee verschillende beelden werden verkregen, waarin de routes als ook de snelheid en de verdwijning van de tracers verschilden. Een ander onderzoek laat zien dat na het inspuiten van een radioactieve tracer in “Dikke Darm 18” een verspreiding vertoont naar de bovenlip, dit is de tegenovergestelde richting van de veneuze circulatie.

Ook blijkt dat transport van de tracers via meridianen niet te verklaren is vanuit transport via de lymfevaten. Om lymfevaten en –klieren aan te tonen, wordt lymfografie gebruikt: een radioactieve tracer wordt tussen de grote en de tweede teen ingespoten. In dit gebied ligt ook het acupunctuurpunt “Lever 2”, op de levermeridiaan die loopt aan de binnenkant van het been. Het tracerverloop was duidelijk verschillend tussen de injectie in Lever 2 en de plaats voor de lymfografie. Na 2 uur was er geen tracing te vinden in lymfeklieren, na het inspuiten van Lever 2, terwijl de injectie volgens de klassieke lymfografie duidelijk de lymfevaten en –klieren aankleurde.

Een andere studie liet zien dat wanneer patiënten met een eenzijdige nierziekte werden ingespoten in acupunctuurpunten van de niermeridiaan aan beide kanten van het lichaam, het tracingpatroon tussen links en rechts zeer verschillend was.

Uit al dit laboratoriumonderzoek blijkt duidelijk dat meridianen geen hypothetische constructen zijn die de Chinezen indertijd als filosofisch concept bedachten, maar dat meridianen daadwerkelijk ook fysiek bestaan. Tenslotte vermelden we een klinisch fenomeen dat het fysieke bestaan van meridianen ondersteunt, de zogenaamde Lineaire rashes. lineaire rode huidverkleuringen die de meridianen volgen. Meridianen kunnen soms gezien worden bij bepaalde huidaandoeningen. Bijvoorbeeld bij en verkleuring van de pericardmeridiaan en de niermeridiaan. Boeiend is ook dat beide meridianen via de meridiaanklok verbonden met elkaar zijn, dat de energie dus aansluitend door beide meridianen vloeit om zo arm en been te verbinden.

De endorfine hypothese is een moderne verklaring van het acupunctuureffect bij pijnsyndromen. Echter, een paar eigenschappen van de acupunctuur die niet met gevoeligheid van pijn samenhangen zijn moeilijk te verklaren vanuit deze theorie:

De aspecifieke activatie van acupunctuurpunten

Het therapeutisch effect van acupunctuur kan bereikt worden door verschillende stimuli, niet alleen met naalden, maar ook met hitte, ultrageluid, laser en druk. Receptoren in het algemeen reageren meestal alleen op één specifieke prikkel.

het regulerend effect van acupunctuur

De stimulatie resulteert gewoonlijk in een eenduidig effect zoals het verlagen van de hartslag. Het prikken van het acupunctuurpunt Pericard 6 daarentegen, zorgt voor een verhoging van het hartritme bij de aanwezigheid van bradycardie en een verlaging van het hartritme bij tachycardie. Om de diverse therapeutische reacties te verklaren die optreden bij behandeling met acupunctuur, is in de jaren tachtig een andere theorie ontwikkeld, met de mooie naam ‘de morfogenetische singulaire theorie’ Deze theorie sluit andere verklaringswijzen niet uit. De theorie gaat er vanuit dat acupunctuurpunten en meridianen een overblijfsel zijn van het groeicontrolesysteem, die in de embryonale fase van cruciaal belang is voor het optimaal en op de juiste plaats aanleggen van organen en lichaamsdelen.

de embryonale fase

De ontwikkeling van de foetus is een wonderbaarlijk proces, waarin communicatie tussen cellen van essentieel belang is. Elke cel heeft zijn eigen plaats en functie in het embryo. Indien de communicatie tussen cellen verstoord is, ontstaat er gestoorde. Tumorcellen houden bijvoorbeeld geen rekening met elkaar en met de omgeving. Het geheim van de embryonale fase is bij lange na nog niet ontrafeld. Morfogenese is de leer van het ontstaan van anatomische vormen uit een bevruchte eicel. Al bij de conceptie en de eerste splitsing van de bevruchte cel blijken ionstromen een cruciale rol te vervullen binnen de morfogenese. De ionstromen veroorzaken polarisatie welke de richting van de verdere celdeling en celgroei beïnvloedt. Cellen hebben namelijk de eigenschap om naar de negatieve pool toe te groeien. In het begin van de embryonale fase zijn er weinig cellen die onderling functioneel met elkaar verbonden zijn via de ‘gap junctions’. Gap junctions zijn hexagonale proteïnecomplexen, die kanalen vormen tussen naast elkaar liggende cellen. Door deze kanalen wordt intercellulaire communicatie gefaciliteerd middels ionstromen.

Wanneer de cellen te ver uit elkaar gaan liggen, splitsen de communicerende cellen zich in twee onafhankelijk van elkaar opererende groeicentra. De twee centra reguleren en controleren de groei van de cellen er omheen. Deze groepen cellen worden ‘organizing centres’ genoemd en hebben een hoge dichtheid van gap junctions, een hoge elektrische geleiding en zijn te vinden op het oppervlak van het embryo. Tussen de organizing centres ontwikkelen zich orgaansystemen zoals bloedvaten, zenuwen, lymfevaten, spieren en botten. Ook groeien cellen naar de organizing centres toe, als ze zich aan de uiteinden van het embryo bevinden. Dit is mooi te zien bij de ontwikkeling van een muizenpoot, hoe op de plaatsen, waar de organizing centres zich bevinden, uitstulpingen ontstaan.

Naarmate de ontwikkeling van het embryo vordert, ontstaat er een web van organizing centres die de morfogenese controleren en reguleren. De communicatie tussen de centres gaat via de extracellulaire matrix, zoals collageen. Het aandeel van collageen in de lichaamsproteïnen is tussen de 30% en 40%. Collageen heeft als belangrijke eigenschap dat het fungeert als halfgeleider. Halfgeleiding heeft naast metaal- en iongeleiding de eigenschap, om elektrische stromen over te brengen, en wel zeer kleine stromen over lange afstanden. Voor de eigenschap van halfgeleiding moeten stoffen een zeer ordelijke moleculaire structuur hebben, zoals kristalijne structuren. Szent-Gyorgyi liet als eerste zien dat bepaalde organische moleculen, zoals collageen, genoeg georganiseerd zijn om halfgeleiding te veroorzaken. Rond 1880 ontdekten Pierre en Jacques Curie het piezoelektrisch fenomeen. Bepaalde kristallen, zoals Kwarts, produceren elektrische potentialen wanneer ze door bepaalde krachten, als druk, gedeformeerd raken. Omgekeerd wordt het kristal gedeformeerd als een elektrisch veld in de omgeving ontstaat. Dit fenomeen wordt gebruikt in kwartshorloges, waarin klein elektrisch veld wordt aangelegd, om de kleine kwartskristallen te laten deformeren en zo zwart worden.

Collageen en ook myosine, actine en fibrine blijken dergelijke piezoelektrische eigenschappen te bezitten. Het lichaam is continJe onderhevig aan krachten zoals zwaartekrachten en beweging, waardoor constant piezoelektrische effecten ontstaan. Het bindweefsel vormt dus een netwerk in het lichaam, dat informatie kan vervoeren over langere afstand via halfgeleiding, piezoelektriciteit en op korte afstand via gap junctions tussen de organizing centres.

Volgens de morfogenetische singulaire theorie bestaat het groeicontrole systeem uit een netwerk van organizing centres. De ontwikkeling en het onderhouden van fysiologische systemen zijn direct afhankelijk van het groeicontrole systeem. De ontdekking van regulerende gap junction systemen in zowel primitieve organismen als in zoogdieren, maakt het aannemelijk dat het groeicontrole systeem het oudste orgaansysteem is in de evolutie. Verdere ondersteuning van deze aanname is dat het groeicontrole systeem in de embryonale fase al actief is en de andere fysiologische orgaansystemen vooraf gaat, ontwikkelt en reguleert. Hierdoor heeft het groeicontrole systeem overlap en interactie met andere fysiologische systemen zoals het zenuwstelsel en het bloedvatstelsel.

Organizing centres en acupunctuurpunten hebben vergelijkbare fysiologische eigenschappen Beide hebben een hoge elektrische geleidbaarheid, een verlaagde oppervlakte weerstand, een verhoogde concentratie van gap junctions en kunnen geactiveerd worden door non-specifieke stimuli. Acupunctuurpunten zijn o.a. te vinden op de uiteinden, verhevenheden of depressies van lichaamsstructuren, zoals rond gewrichten en op de buiken en aanhechtingen van spieren; zo ook zijn de organizing centres te vinden op dergelijke locaties, zoals de apicale ectodermale rand of in concave gebieden zoals de neurale buis. Verbindingen tussen de organizing centres zijn vergelijkbaar met de meridianen uit de TCM. Ook de meridianen lopen op de grenzen van de structuren van het lichaam. De Ren Mai meridiaan loopt bijvoorbeeld op de linea alba tussen de buiken van de musculus rectus abdominis.

regulerende effecten

Het regulerend en controlerend effect van de organizing centres met hun onderlinge netwerk in het groeicontrole systeem is terug te vinden in de acupunctuur. De morfogenetische singulaire theorie gaat er van uit dat het acupunctuursysteem met zijn meridianen afstammen van het groei controle systeem. Doordat het groeicontrole systeem aan de basis staat, heeft manipulatie aan dit systeem ook direct effect op uiteenlopende gebieden. Dit kan het brede scala van acupunctuureffecten verklaren. De effecten variëren van versnelde systemische wondgenezing tot analgesie. De neuronhumorale theorie verklaart deze effecten via verhoogde afgifte van endorfinen, serotonine, groeihormoon en ACTH, maar gaat voorbij aan het regulerend effect van acupunctuur. Doordat tussen de organizing centres lymfevaten, bloedvaten, zenJeen, spieren en botten ontstaan en in de groei gereguleerd worden door het groeicontrole systeem, is de morfogenetische singulaire theorie een overkoepelende theorie, waarin de acupunctuurverklaringen via neurohumorale mechanismen goed inpassen. De morfogenetische singulaire theorie kan daarbij ook de regulerende effecten en de aspecifieke activatie van acupunctuurpunten verklaren.