Narada Boeddha

Uit dharma-lotus.nl
Versie door Admin (overleg | bijdragen) op 4 dec 2022 om 14:50 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Boeddhistische Goden}} '''Narada''' is de 12e van de zevenentwintig boeddha's die volgens het Mahayana boeddhisme en het Tibetaans boeddhisme voorafgingen aan de historische Gautama de Boeddha. Hij was de voorloper van Padumuttara Boeddha. ==Biografie== Narada werd geboren in het Dhanañjaya-park in Dhaññavatī, zijn vader is koning Sudeva en zijn moeder Anoma. Negenduizend jaar lang leefde hij als leek in drie paleizen: Jit...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Categorie indeling
Home
Boeddhisme
Goden binnen het Boeddhisme
Goden binnen het Boeddhisme
Adi Boeddha
Algemene info
Boeddhistische kosmologie
Boeddhistische mythologie
Historische Gautama de Boeddha
De mythologische Boeddha's en Goden
Adi-Boeddha
Alle Boeddha's beschreven
Tara's
De Bodhisattva's
De 4 hemelde koningen
De Woeste Goden
Wiki-goden.jpg

Narada is de 12e van de zevenentwintig boeddha's die volgens het Mahayana boeddhisme en het Tibetaans boeddhisme voorafgingen aan de historische Gautama de Boeddha. Hij was de voorloper van Padumuttara Boeddha.

Biografie

Narada werd geboren in het Dhanañjaya-park in Dhaññavatī, zijn vader is koning Sudeva en zijn moeder Anoma. Negenduizend jaar lang leefde hij als leek in drie paleizen: Jitā, Vijjtā en Abhirāmā . Zijn vrouw was Jitasenā, en zijn zoon Nanduttara. Hij deed zijn verzaking te voet vergezeld van zijn gevolg. Hij beoefende ascese voor slechts zeven dagen en kreeg daarna een maaltijd van melkrijst van zijn vrouw.

hij zat aan de voet van een mahāsonaboom, op gras gegeven door de parkwachter Sudassana. Zijn eerste lezing werd gegeven in het Dhanañjaya Park. Zijn lichaam was 62 meter hoog, en zijn aura verspreidde zich altijd om hem heen tot een afstand van een mijl. Hij stierf op de leeftijd van negentigduizend jaar in Sudassana, en zijn thūpa was vier mijl hoog.

Leerlingen

Bhaddasala en Jitamitta waren zijn belangrijkste monniken en Uttarā en Phaggunā zijn belangrijkste nonnen. Vāsettha was zijn persoonlijke begeleider, en belangrijkste onder zijn beschermheren waren Uggarinda en Vasabha, en Indavarī en Candī. Onder zijn bekeerlingen waren de Nāga-koningen Mahādona en Veracona. De Bodhisatta was een Jatiḷā in Himavā, en de Boeddha bezocht met zijn volgelingen zijn hermitage, waar ze zeven dagen lang werden gevoed en rood sandelhout als geschenk ontvingen.