Prana apana samyukta

Uit dharma-lotus.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De richting van de 5 levensstromen in het lichaam
Vayu, Hoofdgod van de Wind

De vitale levensstromen maken deel uit van de hindoeïstische filosofie en yoga. Van deze stromen wordt geloofd dat ze worden opgewekt door het lichaam en alle biologische processen beheersen.

In samengestelde zin wordt de term Prana gebruikt, die gerelateerd is aan Vayu, de God van de Wind. In functionele zin wordt Prana ook afzonderlijk gebruikt naast de andere vier stromen:

  • Prana Vayu inademing en is tegenovergesteld aan de Apana Vayu. Stroomt naar boven en is naar binnen gericht
  • Apana Vayu; uitademing en is tegenovergesteld aan de Prana Vayu. Stroomt naar beneden en is naar buiten gericht. Je zou deze stroom dus kunnen zien als de stroom die het loslaten stimuleert
  • Udana Vayu; een omhoog gerichte stroming die de Keel-Chakra voedt
  • Samana Vayu; in- én uitademing. Stroomt van buiten naar binnen en wordt gezien als de balancerende of gelijkmakende ademhaling.
  • Vyana Vayu; verzorgt de beheersing van energie door het gehele lichaam heen. Het beweegt naar buiten én naar binnen. Het is eigenlijk de stroming die alle andere Vayu’s coördineert.

Als al deze 5 stromingen individueel én als groep in balans zijn is er pas werkelijke balans. Middels meditatie, yoga en de Prana apana samyukta beoefening kan iemand controle hebben over deze levensstromen.

Prana Apana Samyukta

Prana apana samyukta (samykta) is een pranayama (ademhalingstechniek) in yoga die wordt gebruikt om de op- en neergaande adem in evenwicht te brengen. Pranayama's hebben in yoga een tweeledig nut: de toevoer van zuurstof naar de hersenen en het voorzien van het lichaam van prana, ofwel levensenergie.

De oefening is voor gevorderde yogabeoefenaars die wordt uitgevoerd in de kleermakerszit en waarbij de middenrifademhaling wordt gedaan, waarbij de longen niet verder worden gevuld dan tot de navel. Vervolgens wordt dejalandhara bandha (kinslot) aangezet en de opgaande levensadem (apana) vermengd met de neergaande stroom. Vervolgens wordt de mula bandha aangezet, waarbij ook de maag wordt samengetrokken.

Volgens Goswami Kriyananda is dit een ademhaling die vaag lijkt voor de niet-ingewijde leerling en die om die reden ook geoefend moet worden onder begeleiding van een ervaren yogi. Er zou voor deze pranayama een wakker bewustzijn nodig zijn om de verschillende apanastromen goed met elkaar te voelen vermengen.